Nostra Aetate en de reparatie van de theologie

Israël en het zelfverstaan van de kerk

Door J. Bol

In twee eerdere artikelen heb ik dit jaar stilgestaan bij de sleutelrol die Joden hebben gespeeld bij het tot stand komen van Nostra Aetate.1 Dat is niet zo maar, 2015 is een jubileumjaar. 28 oktober is het precies vijftig jaar geleden dat de Rooms Katholieke Kerk tijdens het Tweede Vaticaans Concilie met deze historische verklaring definitief afscheid nam van eeuwenoude anti-Joodse denkbeelden. Nostra Aetate is een beslissend keerpunt in de relatie Jodendom – Christendom van groot historisch gewicht. De verklaring moet gezien worden in de context van het brede spectrum van tal van kerkelijke verklaringen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw die ongeveer hetzelfde verwoordden. De ontstaansgeschiedenis van Nostra Aetate maakt deel uit van een bewustwordingsproces waarin veel kerkgenootschappen zich in die jaren bevonden. Wel kan gezegd worden dat de Rooms Katholieke Kerk in 1965 met deze verklaring voorop liep. In de vierde paragraaf van Nostra Aetate, die specifiek handelt over de relatie van de Kerk met het Jodendom, lezen we onder meer het volgende:

Lees meer


Waar staat het woord ‘post-supersessionist’ voor?

In het Engels worden doorgaans twee termen gebruikt voor ‘vervangingstheologie’: ‘replacement theology’ en ‘supersessionism’. Het Engelse woord supersessionism is afgeleid van het Latijns woord ‘supersedere’ wat letterlijk ‘zitten op’ betekent maar ook de betekenis ‘superieur zijn aan’ kan hebben. Supersessionism drukt de gedachte uit dat de kerk op de plaats van Israël is gaan zitten en zich superieur acht aan Israël. De vervangingsgedachte dus. In de meer wetenschappelijke Engelstalige theologie is supersessionism doorgaans de gangbare term voor vervangingstheologie.

Lees meer


De heilige missie van Jules Isaac: Jezus en Israël onopgeefbaar verbonden

Dit artikel verscheen in 2015 in het juni nummer van Israël en de Kerk, een uitgave van Christenen voor Israël.

door J. Bol

Komend najaar 28 oktober is het exact vijftig jaar geleden dat de Rooms Katholieke Kerk met de verklaring Nostra Aetate geschiedenis schreef in haar relatie tot het Joodse volk. Deze historische gebeurtenis vond plaats tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Paus Johannes Paulus XXIII riep 25 januari 1959, voor velen volkomen onverwacht, dit concilie bijeen. Het was een persoonlijk initiatief van de nieuwe paus. Slechts weinigen hadden zoiets verwacht van voormalig kardinaal Angelo Roncalli. De Italiaan was nog maar kort tevoren, na het overlijden van Paus Pius XII, op 28 oktober 1958 door de vergadering van kardinalen tot paus was verkozen. Angelo Roncalli is dan al 77 jaar en wordt vanwege zijn leeftijd door velen als een tussenpaus gezien, iemand van wie geen opzienbare stappen verwacht hoefden te worden. Maar dat pakt heel anders uit.
Het Tweede Vaticaans Concilie ging na gedegen voorbereiding ruim drie jaar later op 11 oktober 1962 van start. Het zou iets meer dan drie jaar gaan duren. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Het concilie staat regelmatig in de schijnwerpers van de internationale pers. Paus Johannes XXIII is zich bewust van de vele ingrijpende veranderingen in zijn dagen. Dit besef leeft bij veel van de kardinalen en bisschoppen, al zijn er ook conservatieve krachten die alles het liefst bij het oude willen laten. Het koloniale tijdperk loopt op zijn laatste benen, derde wereld landen worden in rap tempo zelfstandige staten. Europa heeft twee verwoestende wereldoorlogen achter de rug. Het hele continent moet na 1945 weer opgebouwd worden. Het zelfvertrouwen van de westerse cultuur heeft ernstige deuken opgelopen Het is ook de tijd waarin de moderne media hun vlucht beginnen te nemen. En waarin Oost en West elkaar met de dreiging van een allesvernietigende atoomoorlog in de houdgreep houden. De Sovjet Unie met haar communistische ideologie was een reële dreiging voor de Westerse wereld en de wereldkerk. De nieuwe paus acht het onontkoombaar dat de Rooms Katholieke Kerk zich grondig bezint over de vraag wat haar antwoord op dit alles moet zijn. De kerk moet ‘bij de tijd’ gebracht worden, ze kan niet gewoon op de oude voet doorgaan. Een bepaalde modernisering wordt onontkoombaar geacht. ‘Aggiornamento’ is het sleutelwoord. Een van de resultaten van het concilie is dat de mis, de rooms katholieke eredienst voortaan niet meer in het latijn maar in de landstalen gehouden zal gaan worden. Ook gaat de Bijbel een veel grotere rol spelen in liturgie, catechese en diaconie. Leken krijgen ruimte om een grotere rol te spelen in de parochies. De kerk wordt in plaats van een instituut nu veel meer als ‘volk van God’ gezien. Er komt openheid voor oecumene, de luiken gaan open naar Protestante en Orthodoxe kerken. Maar er was meer.

Lees meer


Bloed, zweet en tranen

De aanloop naar Nostra Aetate

Naar aanleiding van ‘From Enemy to Brother, the revolution in catholic teaching on the Jews 1933-1965, John Connelly, Harvard University Press, 2012

‘Van Vijand tot Broeder, de revolutie in de katholieke leer over de Joden 1933-1965, John Connelly, Harvard University Press, 2012 ( N.B. Er bestaat geen Nederlandse vertaling van dit boek, ik heb de titel slechts vertaald voor wie het Engels niet machtig is).

Door J. Bol

In 2012 verscheen een indrukwekkende en intussen al veelbesproken studie van de Amerikaanse historicus John Connelly. Het 376 pagina’s tellende boek is in tal van recensies in de V.S. geprezen als een baanbrekende studie die belangwekkende nieuwe feiten aan het licht brengt. Connelly deed voor het schrijven van dit boek maar liefst tien jaar onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van Nostra Aetate. Het boek is dan ook zeer gedocumenteerd, eindnoten, bibliografie en index beslaan samen maar liefst 73 pagina’s.

Lees meer


Het dubbele liefdesgebod in jodendom en christendom

Door J. Bol

Dit artikel is de vrucht van enkele jaren broeden op de plek van de liefde in de theologie. Het is de vrucht van een spannend en bij tijden ook lastig denkproces. Vrucht ook van een zoektocht naar antwoorden op dringende vragen. Een zoektocht die me veel gebracht heeft maar die zeker nog niet is afgerond. Zonder de liefde ben je met al je kennis volgens de apostel Paulus nog steeds niets. (1 Kor. 13) Kun je eigenlijk wel theologie bedrijven zonder de liefde?

Lees meer


Liefde en heiliging

door J. Bol

De apostel Paulus begint zijn eerste hoofdstuk van de Efezebrief met de volgende woorden:
Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. (Herziene Statenvertaling). In het tweede gedeelte van dit vers doet Paulus een opmerkelijke uitspraak waar volgens mij bijna altijd overheen gelezen wordt. Namelijk dat de gemeente van Christus is uitverkoren om heilig en onberispelijk te zijn in de liefde. Deze brief aan de Efeziërs handelt bij uitstek over het wezen van de gemeente. En één van de allereerste dingen die de apostel over de gemeente schrijft betreft het doel van haar uitverkiezing in Christus. En dat doel omschrijft hij hier als volgt: dat de gemeente van Christus heilig en smetteloos zal zijn voor God in de liefde. De NBG-vertaling (1951) heeft hier voor ‘smetteloos’ het woord ‘onberispelijk’.

Lees meer


Israël: Graat in de keel van de theologie

N.B. Voor een verklaring van de begrippen ‘vervangingstheologie’ ,’ amillennialisme’ en ‘premillennialisme‘ verwijs ik u graag naar de verklarende woordenlijst onderaan het artikel.

Door J. Bol

Als bestuur van de George Whitefield Stichting hebben we een jaar van bezinning over de relatie Kerk-Israël achter de rug. De aanleiding hiertoe was de voor mij schokkende ontdekking dat de Holocaust niet los gezien kan worden van het antijudaïsme in de klassieke christelijke vervangingstheologie. Dit was nieuw voor mij en het heeft er behoorlijk diep bij me ingehakt. Want hoe is het mogelijk dat een religie als het christendom, een religie die zaken als naastenliefde en vergeving zo hoog in het vaandel heeft staan, iets van doen zou kunnen hebben met zoiets duisters als het antisemitisme? Als bestuur samen nadenken over dit heftige vraagstuk bleek een niet eenvoudig maar wel heel vruchtbaar proces. Een proces waarmee we deels ver gekomen zijn en deels nog middenin zitten.

Lees meer


Hoe de vervangingstheologie moest wijken voor het getuigenis van de bijbel

Door J. Bol

De idee dat de kerk de plaats van Israël heeft ingenomen was naar alle waarschijnlijkheid al rond het jaar 100 na Christus gemeengoed in de vroege kerk. Het blijft nog steeds moeilijk te begrijpen dat deze opvatting al zo vroeg in de kerk heeft kunnen postvatten. Gelukkig zijn er in de kerkgeschiedenis ook tegengeluiden geweest van dappere christenen die wezen op Gods plan met Israël. Wel moet gezegd dat zij binnen de kerk altijd in de minderheid zijn geweest.

Hoe kon het dat de kerk al in zo’n vroeg stadium meende dat de rol van Israël was uitgespeeld? Nog geen vijftig jaar ervoor had de apostel Paulus toch in niet mis te verstane bewoordingen de gemeente te Rome gewaarschuwd deze heilloze weg niet in te slaan. In Romeinen 11 windt hij er geen doekjes om: God heeft Israël niet verstoten en de gelovige heidenen die als wilde loot geënt zijn op de stam Israël, moeten zich niet verheffen tegen de natuurlijke takken: de Joden. Het bleek al snel allemaal aan dovemansoren gericht. Met name de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 werd in de vroege kerk als bewijs aangevoerd dat de rol van Israël als verbondsvolk zou zijn uitgespeeld. Het Joodse volk dat in grote meerderheid Jezus niet als Messias erkende, viel volgens de jonge kerk nu verder onder de vloek en het oordeel van God. De kerk die inmiddels in grote meerderheid uit bekeerde heidenen bestond onterfde zo in feite Israël Alle heilsbeloften voor Israël in het Oude Testament werden vanaf nu op de kerk, het nieuwe Israël, betrokken. Maar de aanzeggingen van vloek en oordeel bleven van toepassing op de Joden.

Lees meer


De God van Israël en de christelijke theologie – deel 2

Naar aanleiding van R. Kendall Soulen, The God of Israel and Christian Theology, Fortress Press 1996

Door J. Bol

In mijn eerste artikel over het boek ‘The God of Israël and Christian Theology’ zette ik Kendall Soulens belangrijkste argumenten voor de theologische onhoudbaarheid van de vervangingstheologie op een rij. Het artikel sloot af met een bespreking van de diep ingrijpende invloed van wat Soulen de ‘canonical narrative’ noemt en het nauw daarmee samenhangende structurele karakter van de vervangingstheologie. Voor Soulens argumenten en voor zijn bespreking van de ‘ canonical narrative’ verwijs ik de lezer naar mijn in het novembernummer 2011 verschenen eerste artikel. In de door de vroege kerk ontworpen ‘canonical narrative’, het basisontwerp van Schepping-Zondeval-Komst van Christus en Voleinding, stond de geschiedenis van Israël en haar weg met God van meet af aan in de schaduw van het Evangelie. Soulen merkt in dit verband op: “Het resultaat is dat Gods identiteit als de God van Israël en de God van de geschiedenis van het Joodse volk nagenoeg geen rol van betekenis meer spelen in het beeld dat christenen van God hebben.” (pag. 33).

Lees meer


De God van Israël en de christelijke theologie – deel 1

Naar aanleiding van het gelijknamige boek van R. Kendall Soulen

Door: J. Bol

Ruim vier jaar geleden werd me pas voor het eerst duidelijk hoe ernstig de geschiedenis van het christendom belast is met antijudaïsme. Sindsdien hebben de anti-Joodse theologie van de vroege kerk, de anti-Joodse wetgeving sinds keizer Constantijn en de vele moordpartijen onder Joden sinds de kruistochten enorme vragen bij me opgeroepen. De meest dringende was hoe dit alles te rijmen met het evangelie van vergeving en naastenliefde dat me sinds jaren zo dierbaar is geworden. Het moge duidelijk zijn dat het niet te rijmen valt. De ontstaansgeschiedenis van de vervangingstheologie is onlosmakelijk verbonden met het antijudaïsme van de vroege kerk. En wat te denken van de gereformeerde theologie die me ook al heel lang dierbaar is? Het werd me na veel studie duidelijk dat ook deze traditie getekend is door de vervangingstheologie die teruggaat op de vroege kerkvaders Justinus en Irenaeus. Een vervangingstheologie die uiteindelijk haar definitieve beslag kreeg onder de kerkvader der kerkvaders, Augustinus.

Lees meer