Israël: Graat in de keel van de theologie

N.B. Voor een verklaring van de begrippen ‘vervangingstheologie’ ,’ amillennialisme’ en ‘premillennialisme‘ verwijs ik u graag naar de verklarende woordenlijst onderaan het artikel.

Door J. Bol

Als bestuur van de George Whitefield Stichting hebben we een jaar van bezinning over de relatie Kerk-Israël achter de rug. De aanleiding hiertoe was de voor mij schokkende ontdekking dat de Holocaust niet los gezien kan worden van het antijudaïsme in de klassieke christelijke vervangingstheologie. Dit was nieuw voor mij en het heeft er behoorlijk diep bij me ingehakt. Want hoe is het mogelijk dat een religie als het christendom, een religie die zaken als naastenliefde en vergeving zo hoog in het vaandel heeft staan, iets van doen zou kunnen hebben met zoiets duisters als het antisemitisme? Als bestuur samen nadenken over dit heftige vraagstuk bleek een niet eenvoudig maar wel heel vruchtbaar proces. Een proces waarmee we deels ver gekomen zijn en deels nog middenin zitten.

Voor het tragische lot van de Europese joden zijn mijn ogen voor het eerst eind 2007 pas werkelijk open gegaan door lezing van het boek van Werner Keller ‘En zij werden verstrooid onder alle volkeren’. Keller toont met een overvloed aan feitenmateriaal aan dat het achterstellen, verbannen, plunderen, vermoorden van de joden in Europa geen af en toe voorkomend uitzonderlijk fenomeen was, wat ik tot dan toe dacht, maar dat het integendeel een vast patroon was in ‘christelijk’ Europa vanaf pakweg het jaar 1000 tot in de 19e eeuw. Waarbij gezegd moet zijn dat de tolerante Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een van de zeer weinige plekken was in Europa waar de Joden het sinds begin 1600 in vergelijking met de rest van Europa zeer goed hadden. Weliswaar genoten zij hier geen 100% gelijke burgerrechten maar wel kregen de joden in verschillende steden veel ruimte om een normaal leven te kunnen leiden. Dit gold zeker voor Amsterdam.

De zeer pijnlijke ontdekking dat de wortels van het Europese antisemitisme, met als gruwelijke climax de Holocaust voor een belangrijk deel in de theologie van de vroege kerk zelf liggen, heeft me diep geschokt. Bewust ben ik een aantal joodse ooggetuigenverslagen uit de Holocaust gaan lezen en daarnaast boeken van joden en christenen over de Holocaust en over het antisemitisme. Ik heb dvd’s gekeken over de aanloop naar de Holocaust in de jaren dertig, over de Holocaust zelf en en over de nasleep ervan die uiteindelijk uitliep op de stichting van de staat Israël in 1948.

Twee jaar geleden gebeurde het regelmatig dat ik helemaal volschoot wanneer ik er met mijn vrouw of vrienden over praatte of een DVD over bijvoorbeeld Auschwitz bekeek.

Die emoties waren soms zo sterk dat ik het zelf eigenlijk niet zo goed begreep. Ik vertelde het een keer aan een van mijn beste vrienden die me al jaren kent. Hij zei: dat is niet zomaar, dat moet van God zijn. En zo ervaar ik het intussen zelf eigenlijk ook wel: de intensiteit waarmee dit hele onderwerp me de afgelopen drie en half jaar is gaan bezig houden is niet zo maar een emotionele kwestie.

Het is met name het boek ‘Future Israël ‘ ( ‘ Toekomstig Israël’ ) van de Amerikaanse theoloog Dr. Barry Horner dat me de ogen geopend heeft voor het zeer pijnlijke niet te loochenen verband tussen de klassieke vervangingstheologie en de Holocaust. Voor alle duidelijkheid: natuurlijk is het niet zo dat er een direct oorzakelijk verband is aan te wijzen tussen de vervangingstheologie en de door de Nazi’s uitgevoerde moord op zes miljoen Europese Joden. Dat te beweren zou beslist te kort door de bocht zijn. Maar wel is het zo dat de eeuw na eeuw uitgedragen anti-judaïstische theologie in Europa de giftige voedingsbodem heeft gecreëerd waarin zoiets volkomen extreems als de Holocaust kon plaatsvinden. Anders gezegd, de Holocaust kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Het was niet iets dat louter alleen uit het door irrationele en demonische haat vergiftigde brein van Hitler voortkwam. De Holocaust had een voorgeschiedenis. Er bleek in Europa reeds een voedingsbodem van antisemitisme aanwezig die, naar tal van historische studies hebben aangetoond, niet los gezien kan worden van een eeuwenlange anti-judaïstische theologie. De Joden werden traditioneel gezien als een verdoemd volk van ‘Godsmoordenaars’.

Dr. Horner is baptistenpredikant in Arizona en doet al jaren intensieve studie naar zowel John Bunyan en diens wereldberoemde boek ‘De Pelgrimsreis’ als naar de relatie Kerk-Israël, de vervangingstheologie en het daarmee verbonden antijudaïsme Over beide onderwerpen heeft hij diverse waardevolle publicaties op zijn naam staan. Meer daarover kunt u vinden op zijn twee zeer lezenswaardige websites: www.bunyanministries.org en www.futureisraelministries.org .

Aan zijn boek ‘ Future Israël’ (Het toekomstige Israël) heeft Dr. Horner maar liefst vijftien jaar studie gewijd. De ondertitel van dit voortreffelijke en aangrijpende boek luidt ‘Why christian anti-judaism must be challenged’ ( ‘Waarom het christelijke antijudaïsme bestreden dient te worden’ ).

Ik kwam het boek in 2008 op het spoor. Al lezend raakte ik zozeer onder de indruk dat ik intussen ruim vijftig exemplaren heb verspreid onder vrienden en bekenden. Mijns inziens behoort ‘Future Israël’ tot de allerbeste bijbelgetrouwe boeken die ooit over dit onderwerp geschreven zijn. Horner positioneert zich in de inleiding van zijn boek op pag. XIII als een belijder van ‘exegetical calvinism’. Met deze positiekeuze neemt hij enige afstand van het meer dogmatische calvinisme wat hij kwalificeert als ‘system calvinism’. Horner is een voluit bijbelgetrouw theoloog en behoort tot de school van de klassieke premillennialisten. Tot deze school behoorden ook toonaangevende Engelse calvinistische evangelicale predikanten als Horatius Bonar, C.H. Spurgeon en J.C. Ryle.

Horner neemt met zijn boek ‘ Future Israël’ als calvinistisch evangelicaal theoloog een unieke en het moet helaas gezegd, ook eenzame positie in. De eschatologie, voor zover daar al aandacht voor bestaat, wordt in het ‘reformed – evangelical’ milieu in de V.S. en Groot Brittannië nagenoeg volledig gedomineerd door het amillennialisme. Horner toont in zijn doorwrochte studie aan dat er een nauw historisch verband bestaat tussen enerzijds het amillennialisme en anderzijds de vervangingstheologie in haar diverse gedaantes. Een belangrijk deel van zijn boek is gewijd aan het weerleggen van de in zijn ogen onheilige drie-eenheid van een eeuwenoude traditie van anti-judaïstische theologie, amillennialisme en vervangingstheologie. Waarmee overigens niet gezegd wil zijn dat het belijden van het amillennialisme noodzakelijkerwijs tot het aanhangen van de vervangingstheologie en antijudaïsme zou moeten leiden. De messiasbelijdende theoloog Baruch Maoz bewijst het tegendeel en er zijn meer voorbeelden te geven van theologen die de vervangingstheologie verwerpen en er toch een amillennialistisch standpunt op na houden. Maar zij behoren wel tot de uitzonderingen.

Zoals gezegd dateert mijn ontdekking van het nauwe verband tussen de eeuwenoude vervangingstheologie en het Europese antisemitisme uit eind 2007. Sindsdien heb ik me vaak afgevraagd hoe het in vredesnaam mogelijk is dat mijn ogen hier pas eind 2007 voor zijn open gegaan. Sinds mijn bekering in 1975 ben ik altijd tamelijk intensief aan het lezen en studeren geweest in en rond de Bijbel en met name de kerkgeschiedenis. Van ’82 tot ’85 studeerde ik theologie aan het BIB te Heverlee. Onze docent kerkgeschiedenis behoorde tot de allerbeste docenten op het instituut. Ik ben haar voor haar meer dan voortreffelijk onderwijs nog steeds veel dank verschuldigd. Na 1985 deed ik voor mijn Hebreeuws nog een propedeutisch jaar aan het ITI van wijlen dr. C. A. Tukker. Toch kan ik achteraf niet anders dan vaststellen dat aan de pikzwarte bladzijden van systematische eeuwenlang volgehouden vervolging van de Europese joden in grote delen van Europa, bijzonder weinig aandacht is besteed in de theologieopleiding die ik heb genoten. En zeker aan het causale verband tussen het diep treurige lot van de Europese Joden door de eeuwen heen en de dominante vervangingstheologie, is voor zover ik me herinner destijds nauwelijks een woord gewijd.

En ook na mijn theologiestudie, gedurende vijftien jaar lezen van en nadenken over de puriteinen, kwam deze duistere zijde van de kerkgeschiedenis bij mij niet in beeld. Intussen ben ik er achter dat het fenomeen antisemitisme nauwelijks een theologisch issue is in ‘ reformed evangelical kringen ‘ en naar ik vermoed ook breder niet.

Met wat ik nu weet kan ik dit alles niet anders beleven dan als verbijsterend. Want hoe is het mogelijk dat een eeuwenlang voortdurend drama van deze proporties (herhaaldelijke moordpartijen, lastercampagnes, plunderingen, verbanningen, getto’s, sterk discriminerende wetgeving, miljoenen doden) zo lang buiten de theologische (denk-) horizon kan blijven, inclusief de mijne? Intussen ben ik tot de voorlopige conclusie gekomen dat de verklaring deels gezocht moet worden in in de (bijna onbewuste) weerstand in christelijke kring om deze schandvlek in onze geschiedenis werkelijk (en niet eventjes) onder ogen te zien. Dat zou ook kunnen verklaren dat er op het bijbelgetrouwe christelijke erf nauwelijks toegankelijke boeken verschijnen over het verband tussen de eeuwenoude vervangingstheologie en het zeer tragische lot van de Europese joden. Een gunstige uitzondering is het boek ‘Bloed aan onze handen’ van Michael Brown. Dit is een boek dat iedere christen zou moeten lezen. Maar lezen over deze voor de kerk uiterst pijnlijke kwestie is voor velen waarschijnlijk te confronterend en het stelt teveel lastige vragen aan een aantal christelijke theologische vanzelfsprekendheden. Het haalt teveel overhoop, het schudt aan heilige huisjes. Want hoe kan de behandeling van de Joden in ‘christelijk’ Europa in vredesnaam gerijmd worden met het grootste gebod van de christelijke naastenliefde om maar eens wat te noemen. Denk alleen maar aan Matt.5: 43-48, Matt.6:14-15, Matt. 7:12, 1 Kor. 13. Blijkbaar golden deze bijbelse voorschriften niet voor de omgang met de Joden. Een theologie die dat lijkt te leren, kan niet kloppen.

Dit is wat Horner keer op keer in zijn boek Future Israël naar voren brengt: een theologie die dergelijke rampzalige vruchten voortbrengt kan niet juist zijn.

Helaas is Horner moeiteloos in staat tal van voorbeelden van invloedrijke hedendaagse Amerikaanse en Engelse evangelicale theologen te geven die tot de dag van vandaag aan de vervangingstheologie in diverse moderne varianten vast blijven houden. Hedendaagse evangelicale theologen die nauwelijks blijk geven van enig besef wat deze leer de eeuwen door in christelijk Europa aan rampen voor de Joden heeft aangericht.

Zelfs de Holocaust en ook de stichting van de staat Israël lijken tot de dag van vandaag vreemd genoeg aan de meeste ‘reformed evangelicalen’ in de V.S. en Engeland te zijn voorbij gegaan. Deze twee mega gebeurtenissen uit de 20e eeuw hebben nauwelijks enig spoor getrokken in de vele overigens vaak zeer waardevolle theologische publicaties uit deze hoek. Het theologisch bedrijf is in deze kringen voortgegaan alsof er in de 20e eeuw rond het Joodse volk niets gebeurd is dat theologisch vermeldenswaardig zou zijn. Ongelooflijk maar waar. Het is duidelijk Horners hartenwens dat de ogen van zijn

‘reformed evangelical’ collega theologen alsnog open zullen gaan voor de beschamende erfenis van de klassieke vervangingstheologie en voor de onhoudbaarheid van deze theologie op zowel bijbels-theologische als ethische gronden.

Gelukkig toont Horner in zijn boek ook aan dat er naast de eeuwenoude dominante vervangingstheologie nog een andere, de Joden welgezinde stroming, binnen het evangelicale gereformeerde christendom te vinden is. Met bekende namen als Jonathan Edwards, Robert Murray McCheyne, Horatius Bonar, Spurgeon en J.C. Ryle. Het betreft een overwegend premillennialistische stroming die zowel op liefdevolle en bewogen wijze met vrucht zending onder de Joden heeft bedreven alsook support heeft gegeven aan het eeuwenoude Joodse verlangen naar terugkeer naar Eretz Israël. In ons land kunnen in dit verband o.a. namen als Isaäc da Costa, Bilderdijk en J.H. Gunning jr. met ere genoemd

Na eeuwen antijudaïsme in de christelijke theologie is er begin 1600 juist bij een aanzienlijk aantal Engelse puriteinen en iets later, dichter bij huis, bij theologen van de Nadere Reformatie duidelijk sprake geweest van een kentering. Deze trendbreuk met de roomse middeleeuwse vervangingsleer zette natuurlijk al in bij de twee reformatoren Martin Bucer en Peter Martyr rond 1560, getuige hun exegese van Rom.11. Deze twee van het continent afkomstige reformatoren doceerden aan universiteiten in Oxford en Cambridge en zijn met hun exegese van Rom.11 van grote invloed gebleken op de latere puriteinen. Voor het eerst sinds eeuwen was er eindelijk sprake van een begin van afstand nemen van de klassieke vervangingstheologie. Sprake ook van een, heel nieuwe, meer welwillende en bewogen houding naar het joodse volk. Dit was voorwaar een historische omslag van formaat, iets volkomen nieuws in de wereld van de toenmalige theologie.

Zo kan men in ‘The Puritan Hope‘ van Iain Murray lezen over puriteinse predikanten en theologen die begin 1600 al schreven over de door hen verwachte terugkeer van de Joden naar Palestina en de verwachte massale bekering van dit volk op grond van Romeinen 11:25-26. Een aanzienlijk aantal puriteinen nam afstand van de idee dat de kerk de plaats van Israël had ingenomen en dat de vele heilsbeloften in het Oude Testament niet meer zouden gelden voor het volk Israël maar op de kerk zouden zijn overgegaan. Dit was een volstrekt unicum in die tijd!

Deze nieuwe warme betrokkenheid op het Joodse volk en het uitzien naar hun toekomstige massale bekering zien we bij mannen als Samuel Rutherford, a Brakel, Spener, Zinzendorf, Edwards, Boston en in de 19e eeuw bij bekende evangelicalen als McCheyne, Shaftesbury, Bonar, Ryle en Spurgeon.

Wat opvalt is dat al deze namen passen in het rijtje van ernstige en bewogen godsmannen die een sterk verlangen hadden naar werkelijke opwekking. Godsmannen die bewogen waren met hun tijd, bedacht op de eer van God, bekering van zondaren en het daadwerkelijk gestalte geven aan maatschappelijke gerechtigheid. Mannen in de beste traditie van evangelical-reformed opwekking christendom.

Het is juist in de bedding van deze grotendeels Engelse calvinistische opwekkingstraditie dat de historische omslag plaatsvond van vervangingstheologie naar het erkennen van de nog steeds geldende vele oudtestamentische heilsbeloften aan het volk Israël. Dit is zeer opmerkelijk. Juist deze bewegingen heeft God in de 18e en 19e eeuw gezegend met massale opwekkingen. Zou het niet zo kunnen zijn dat hun liefde voor en bewogenheid met het Joodse volk een belangrijke factor is geweest in de grote zegen van opwekking die God hen in hun tijd heeft geschonken ?

In de 19e eeuw zien we dezelfde bewogenheid gestalte krijgen in heel nieuwe en vruchtbare zendingsinitiatieven onder de Europese joden en in het aanhoudende gebed voor de toekomstige massale bekering van dit oude volk. Op grond van Romeinen 11 en tal van oudtestamentische profetieën legde men een sterk verband tussen de toekomstige massale bekering van de Joden en het aanbreken van een Messiaanse heilstijd voor de volken. God heeft immers in zijn wonderlijke weg met het volk Israël uiteindelijk ook het heil van al de volken op het oog.

Zoals gezegd schreven verschillende puriteinen reeds begin 1600 over de door hen verwachte terugkeer van het volk Israël naar het land. Zo ook de 19e eeuwse Anglicaanse bisschop J.C. Ryle, die hun bekering als volk verwachtte na hun terugkeer naar Palestina, Dit in tegenstelling tot nogal wat 17e eeuwse puriteinen die de terugkeer naar het land pas na de massale bekering van het volk verwachtten. (zie J.C. Ryle, ‘Are you ready for the end of time?’).

Wanneer de puriteinen zoveel aandacht hadden voor deze zaken, hoe is dan te verklaren dat men onder huidige reformed evangelical theologen met een zaklamp moet zoeken naar mannen die de hand van God herkennen in de terugkeer van het volk Israël en de stichting van de staat in 1948, en die daar over schrijven? Zo heb ik bijvoorbeeld vergeefs gezocht naar deze onderwerpen in het uitgebreide oeuvre van bijvoorbeeld J.I. Packer, een theoloog die ik heel hoog heb zitten. En helemaal niets kunnen vinden. Dat doet pijn.

Zoals gezegd is ‘Future Israël‘ vrucht van 15 jaar studie. En dat is te merken! Het boek bevat werkelijk een schat aan informatie. Alleen al de vele citaten uit tal van belangrijke bronnen, vormen een rijkdom op zich voor wie het naadje van de anti-judaïstische kous wil weten. Achterin het boek wijst de auteur de echte speurders verder de weg met een bibliografie waarin hij per boek kort beschrijft waar het over gaat en waarom het van belang is. Erg nuttig maar slecht voor de portemonnee, is mij gebleken. Ik heb intussen al zo’n twintig door hem vermelde titels aangeschaft…

Een heel belangrijk aspect van Horners boek is zijn grondige weerlegging van de hedendaagse internationaal invloedrijke evangelicale theologen Colin Chapman (Whose promised land. Israël or Palestine?) en Stephen Sizer (Christian Zionism). Horners kritiek op de vervangingstheologie van deze twee ook in ons land invloedrijke theologen, is in feite vernietigend.

Horner houdt in zijn boek een indringend pleidooi voor de ontwikkeling van een Israël theologie op voluit bijbelse, exegetische gronden. Een theologie die zich werkelijk ontworsteld heeft aan de klassieke vervangingstheologie en tegelijk bijbelgetrouw/orthodox is. Een theologie waarin werkelijk recht wordt gedaan aan de overvloed van nog steeds geldende heilsbeloften voor land en volk Israël. Een theologie die tevens recht doet aan het heel bijzondere feit van het herstel van de staat Israël in 1948. Een theologie ook die niet wegduikt voor de uiterst pijnlijke historische connectie van de Holocaust met de klassieke vervangingstheologie en de daarbij behorende ‘catechese der verguizing’.

Een theologie tenslotte die christelijke vrienden van Israël een stevig theologisch fundament verschaft om ook in deze tijd op bijbelse gronden naast het Joodse volk en achter de staat Israël te blijven staan. (Waarmee uiteraard niet gezegd wil zijn dat de Israëlische regering ten allen tijde boven iedere kritiek verheven zou moeten zijn.)

Ik ben van mening dat Horner met dit boek een zeer substantiële bijdrage heeft gegeven aan de ontwikkeling van een dergelijke theologie.

De formulering en volwassenwording van een dergelijke Israël theologie is dringend gewenst in een tijd waarin de solidariteit met Israël ook in christelijke kringen steeds meer onder druk komt te staan. Een tijd ook waarin het antisemitisme wereldwijd opnieuw sterk aan het toenemen is. Een tijd waarin, zelfs na de Holocaust, opnieuw een aanzienlijk deel van de kerk lijkt te slapen terwijl een nieuwe antisemitische storm dreigt op te steken. Een tijd ook waarin hier en daar zelfs ‘christelijke’ stemmen vraagtekens beginnen te plaatsen bij de legitimiteit en wenselijkheid van de Joodse staat. Een tijd die voor het Joodse volk opnieuw weer zeer spannend dreigt te worden. Een tijd die de kerk van Christus opnieuw voor de gewetensvraag stelt of zij de hoeder van haar joodse broeder wenst te zijn nu het er opnieuw, ja opnieuw op aan lijkt te gaan komen voor volk en land Israël

Is het wellicht niet, juist in dit tijdsgewricht, de hoge roeping voor de kerk uit de volken om, in voorbede en helpend waar zij kan, om het volk Israël te gaan staan.

Want als de kerk juist nu niet bewogen en met volharding bidt voor de bekering en het geestelijk op zijn bestemming komen van dit oude bondsvolk, wie dan wel ? En bedenk, gebed voor het tot zijn bestemming komen van het volk Israël is in wezen tevens gebed voor het eindelijk tot voltooiing geraken van Gods heilsplan met ook de kerk en de volken. Daarvan lijkt ook de apostel Paulus te getuigen in Romeinen 11 vers 15: “Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? “ (NBG vertaling 1951).


Verklarende woordenlijst

  1. Vervangingstheologie. De leer dat al de heilsbeloften gedaan in het Oude Testament aan het volk Israël nu op de kerk zijn overgegaan. Volgens deze leer is het verbond dat God sloot met het volk Israël overgegaan op de kerk vanwege het verwerpen van Jezus als de Messias door het joodse volk. De oordelen die God in het Oude Testament bij monde van Mozes en de profeten aanzegt aan het volk Israël blijven volgens de vervangingstheologie daarentegen wel volkomen van kracht voor het volk IsraëlVolgens deze leer leven de joden die niet in Jezus geloven als hun Messias onder de vloek van Gods oordeel. Onder invloed van dit denken is in de Middeleeuwen een heel scala aan sterk discriminerende anti-Joodse wetgeving ontwikkeld. Ook heeft het vaak gezorgd voor spontane uitbarstingen, bij tijden massale uitbarstingen van volkswoede tegen de Europese joden. Keer op keer werd hen de beschuldiging van’ Godsmoord’ voor de voeten geworpen. Dat de kruisdood van Jezus intussen ruim veertig generaties achter hen lag deed er blijkbaar niet toe. Bekende voorbeelden van uitbarstingen van volkswoede zijn veelvuldig voorgekomen tijdens de kruistochten.Wel moet gezegd dat belangrijke vertegenwoordigers van de vervangingstheologie als Augustinus en Calvijn ruimte lieten voor een toekomstige bekering van mogelijk grote aantallen joden aan het einde der tijden. Voor een letterlijke vervulling van de landbelofte zoals gedaan door God aan Abraham in Genesis 12:7 en Genesis 15:18 is in de vervangingstheologie echter geen enkele ruimte. Dergelijke beloften aan Israël worden allegorisch uitgelegd en op die wijze ontdaan van hun letterlijke betekenis. Dr. Horner gaat in zijn boek Future Israël uitgebreid in op de theologische onhoudbaarheid van een dergelijke allegoriserende, extreem vergeestelijkende exegese.
  2. Amillennialisme. Deze leer gaat ervan uit er geen sprake zal zijn van een letterlijk duizendjarig rijk op aarde voor de wederkomst van Christus en ook niet na zijn wederkomst. Volgens deze leer volgt direct op de wederkomst van Christus het Laatste Oordeel en daarna de eeuwige staat in de hemel. De vele profetieën over een komende heilstijd in het Oude Testament en het Nieuwe Testament (denk met name aan Openbaring 20) worden in deze leer gezien als beschrijvingen van de gelukzalige staat van de gelovigen in de hemel. In deze visie op de toekomstige dingen is geen ruimte voor zoiets als een blijvende landbelofte voor het volk Israël
  3. Premillenialisme. Deze leer gaat ervan uit dat er na de wederkomst van Christus een messiaans vrederijk zal aanbreken op een vernieuwde aarde onder het koningschap van Jezus Messias als koning over de gehele aarde. Voor de wederkomst van Christus zal eerst de eindtijd aanbreken waarin Gods oordelen in zeer heftige mate over de wereld zullen gaan. (zie o.a. Mattheus 24). Vele volken zullen zich in die tijd tegen Israël keren , maar Christus zal beletten dat Israël volkomen vernietigd wordt. Uiteindelijk zal Israël in Jezus haar Messias herkennen en erkennen (zie o.a. Zacharia 12) en gelouterd uit deze eindstrijd komen. Daarna zal de Messias koning, Jezus, de wereld gedurende duizend jaar regeren vanuit Jeruzalem dat dan zal gelden als het spirituele en politieke centrum van de wereld.

Beknopte bibliografie

  1. Future Israël; why christian-anti-judaism must be challenged, Barry E. Horner, 2007
  2. The conflict of the church and the synagogue; a study in the origins of antisemitism,James Parkes, 1934
  3. Christelijke theologie na Auschwitz; Theologische en kerkelijke wortels van het antisemitisme, deel 1, Dr. Hans Jansen, 1980
  4. The Visions and Prophecies of Zecharia, David Baron, first edition 1918 (Dit voortreffelijke commentaar op het boek Zacharia is nog steeds nieuw verkrijgbaar).
  5. The Puritan Hope; revival and the interpretation of prophecy, Iain Murray, 1971
  6. Puritans, the Millennium and the Future of Israël; puritan eschatology 1600-1660, a collection of essays edited by Peter Toon, 1970
  7. Bloed aan onze handen; De tragische geschiedenis van de Kerk en het Joodse volk, Dr. Michael Brown, 1992.
  8. Israël, volk, land en staat ; Terugblik en perspectief. dr. M. van Campen en dr. G.C. Den Hertog (red.), 2005.
  9. Israël and the Church ; the origins and effects of replacement theology. Ronald E. Diprose, 2000
  10. The Origins of Anti-Semitism; attitudes toward Judaism in pagan and christian antiquity, John G. Gager, 1983
  11. Are you ready for the end of time? ; Understanding future events from prophetic passages of the Bible. J.C. Ryle, 1867, herdruk 2006
  12. The God of Israel and Christian Theology, R. Kendall Soulen, 1996
  13. Has the Church replaced Israel?, Michael Vlach, 2010
  14. Postmissionary Messianic Judaism, Mark Kinzer, 2005