Boekrecensie: Reading Ephesians & Colossians after Supersessionism

Lionel J. Windsor ‘Reading Ephesians & Colossians after Supersessionism – Christ’s Mission through Israel to the Nations’

Door: Robert Bezemer 

Lionel J. Windsor 'Reading Ephesians & Colossians after Supersessionism - Christ’s Mission through Israel to the Nations'

Onderdeel van de serie New Testament after Supersessionism, J. Brian Tucker, David Rudolph, Justin Hardin (editors)

“De brieven aan Efeze en Kolosse spelen zich af in de dynamiek van Paulus’ goddelijke roeping tot zijn apostolische missie: Christus aan de volken bekend maken”. Zo leidt Windsor zijn recente studie naar de twee brieven van Paulus in. Het is de rode draad in het boek: de dynamiek waarin de apostel Paulus geroepen is om Christus aan de volken bekend te maken, en dat vanuit de relatie die er al bestaat tussen Israël en de volken. Geen evangelieprediking zonder die relatie in ogenschouw te nemen.

Het boek is theologisch stevige kost, maar leest ook heel prettig, onder andere door de heldere behandeling van passages in de brieven, en door de gerichte inleidingen aan het begin én de korte samenvattingen aan het eind van ieder hoofdstuk. Veel Griekse grondtekst wordt aangehaald, maar zonder dat dat de verhaallijn onderbreekt; wie het Grieks enigszins beheerst, zal dit als een verrijking van de exegese ervaren. Het boek besluit met een uitgebreide bibliografie, auteursindex en index van gebruikte teksten in zowel de canonieke als de apocriefe boeken.

De inleiding beschrijft een aantal theologische ontwikkelingen die voorbij het vervangingsdenken komen (zoals de bedelingenleer, Messiaans Jodendom en nieuw Paulus-onderzoek), die dit boek geïnspireerd hebben.

Alvorens Efeze en Kolossenzen inhoudelijk te behandelen, analyseert Windsor hoe de beide brieven zoal gelezen (kunnen) worden en hoe daar vaak een vervangingsgedachte achter kan zitten. Hij laat zien hoe de brieven en teksten daaruit tot op heden vaak uit hun context gelicht zijn door de specifieke missie van de apostel Paulus in de exegese buiten beschouwing te laten. Hij laat ook de ontwikkeling in het denken zien door daartegenover de theologische benadering te stellen van bijvoorbeeld Markus Barth, William Campbell en Mark Kinzer.

Het verband tussen Paulus’ missie en de relatie Israël-volken vormt de kern van het boek, al vanaf de uitleg van Ef. 1:1. Windsor gaat in op het belang van Paulus als apostel van Christus, de ‘heiligen’ aan wie hij schrijft, de zegen vanaf Ef. 1:3 met een sterke relatie naar beloften aan Israël, de dynamiek van ‘ons’ (Israël) naar ‘jullie’ (de volken) door de evangelieverkondiging, en het gebed van de apostel. In de behandeling van Ef. 2 ligt de nadruk op de cruciale rol van de evangelieverkondiging voor Christus’ werk van verzoening tussen Israël en de volken. Ook hier duidelijk onderscheid tussen ‘ons’ en ‘jullie’. Gelovigen uit de volken mogen nu ‘dichtbij’ komen dankzij Christus die onze vrede is en Zichzelf als offer gegeven heeft. Zo mogen nu ook de volken gebouwd zijn op het fundament van apostelen en profeten. Ef. 3 gaat hierop door, waarbij Windsor aandacht schenkt aan de vroege Joodse apostolische gemeenschap waarmee Paulus zich identificeert, van waaruit Gods grote verzoenende werk plaatsvindt, met Paulus als arbeider. Windsor toont aan dat in Ef. 4-6 feitelijk een ‘halacha voor de gelovigen uit de volken’ (halacha = wijze waarop Joden uiting geven aan de praktijk van het Judaïsme) wordt beschreven, ingeleid door Ef. 4:1, de oproep tot een wandel die onze roeping waardig is. Zo geven we uiting aan onze eenheid met de vroege Joodse apostolische gemeenschap van waaruit het evangelie van Christus tot de volken gekomen is. Die eenheid is fundamenteel, maar met veel ruimte voor en zegen door diversiteit, zoals blijkt uit deze hoofdstukken van Efeze. De ‘halacha voor de volken’ heeft een aantal duidelijke kenmerken, die kort worden toegelicht.

Windsor gebruikt de bevindingen van Efeze om een aantal passages in de brief aan de Kolossenzen te interpreteren. Dit is een voor de hand liggende keuze, omdat Efeze veel meer aanknopingspunten biedt dan Kolossenzen over de Joodse identiteit en de plaats van Israël in de apostolische missie naar de volken. Kolossenzen is dan ook sterker gericht op de lokale situatie, waarschijnlijk als waarschuwing tegen aantrekkelijk religieuze filosofieën van die tijd. Windsor laat een aantal tekstgedeelten in Kolossenzen de revue passeren. In positieve zin onder andere 1:12 (de erfenis van de heiligen in het licht), 1:24-29 (Paulus’ eigen apostolische taak, waarbij het geheimenis genoemd wordt, dat ook in Efeze terugkomt) en 4:10-11 (de Joodse medewerkers van Paulus). Windsor geeft een consistente interpretatie van teksten die vaak negatief naar Joden en naar de wet van Mozes zijn uitgelegd, onder andere 2:11 over de besnijdenis, 2:14 over het “handschrift dat tegen ons getuigde”, 2:16-17 over de ‘schaduw van toekomstige dingen’ en 3:11 over “niet Griek en Jood, … maar Christus is alles in allen”.

Kortom, Reading Ephesians & Colossians after Supersessionism is een inspirerende studie van deze beide brieven, die voor velen nieuw licht zal werpen op vaak heel bekende Bijbelgedeelten. De ondertitel Christ’s Mission through Israel to the Nations geeft duidelijk de theologische richting aan die het boek verder uiteenzet, en die de lezer op een spoor zet dat het vervangingsdenken voorbij is.

Het goede nieuws is, dat we nog meer parels in deze lijn kunnen verwachten, want het boek maakt deel uit van de serie New Testament after Supersessionism, die bezig is te verschijnen, geschreven door verschillende Joodse en niet-Joodse auteurs. De delen over Filippenzen en over Romeinen zijn inmiddels ook verschenen en er zijn er nog 10 in aantocht, inclusief de evangeliën, veel brieven van Paulus en Hebreeën. Van harte aanbevolen!

ISBN 978-1- 4982-1906-8 (paperback), 2017; ook in hardcover en als e-book verkrijgbaar


Recommended (English) books

  • Mark S. Kinzer, ‘Postmissionary Messianic Judaism’, (Grand Rapids, 2005)
  • R. Kendall Soulen, ‘The God of Israel and Christian Theology’, (Minneapolis, 1996)
  • Mark S. Kinzer, ‘Jerusalem Crucified, Jerusalem Risen’, (Eugene, Oregon, 2018)
  • Richard Harvey, ‘Mapping Messianic Jewish Theology: A Constructive Approach’, (Milton Keynes, 2009)
  • Jules Isaac, ‘Jesus and Israel’, A call for the necessary correction of Christian teaching on the Jews, (New York,1971)
  • Jules Isaac, ‘The Teaching of Contempt: Christian Roots of Anti- Semitism, (New York, 1964)
  • Franklin H. Littell, ‘The Crucifixion of the Jews: The Failure of Christians to Understand the Jewish Experience’ (Macon, Georgia, 1986)
  • Larry W. Hurtado, ‘Lord Jesus Christ: Devotion to Jesus in Earliest Christianity’, (Cambridge 2003)
  • David Patterson, editor, ‘Legacy of an Impassioned Plea: Franklin H. Littell’s The Crucifixion of the Jews, (st. Paul, Minnesota, 2018)
  • Friedrich-Wilhelm Marquardt, ‘Theological Audacities: Selected Essays’, (Eugene Oregon, 2010)
  • William S. Campbell, ‘The Nations in the Divine Economy: Paul’s Covenantal Hermeneutics and Participation in Christ’, (London 2018)
  • William S. Campbell, ‘Unity & Diversity in Christ: Interpreting Paul in Context’, collected essays, (Eugene, Oregon, 2013)
  • Mark D. Nanos, Magnus Zetterholm, editors, ‘Paul within Judaism: Restoring the First-Century Context to the Apostle’, (Minneapolis, 2015)
  • Krister Stendhal, ‘Paul Among Jews and Gentiles’, (Philadelphia, 1976)
  • Gerald Mc. Dermott, editor, ‘The New Christian Zionism: Fresh Perspectives on Israel & the Land, (Downers Grove, Illinois, 2016)
  • Mary C. Boys, ‘Redeeming Our Sacred Story: The Death of Jesus and Relations between Jews and Christians’, (New York, 2013)
  • Gerard . Sloyan, ‘The Crucifixion of Jesus: History, Myth, Faith, (Minneapolis 1995)
  • Gerald McDermott, ‘Israel Matters’, (Grand Rapids, 2017)
  • Stuart Dauermann, ‘Christians and Jews together’, (Eugene, Oregon, 2009)
  • Daniel Gordis, ‘A Concise History of a Nation Reborn’, (New York, 2016)
  • David Friedman, ‘They Loved the Torah’, (Clarksville, Maryland, 2001)
  • David Rudolph & Joel Willits, editors, ‘Introduction to Messianic Judaism’, (Grand Rapids, 2013)
  • Gerhard Lohfink, ‘Jesus of Nazareth, What He wanted, Who He Was’ , (Collegeville, Minnesota, 2012)
  • Philip A. Cunningham, Joseph Sievers, Mary Boys, Hans Hermann Henrix & Jesper Svartvik, ‘Christ Jesus and the Jewish People Today’, (Grand Rapids, 2011)
  • Phyllis Goldstein, ‘A Convenient Hatred: The History of Antisemitism’, (Brookline, Massachusetts, 2012)
  • Willie James Jennings, ‘The Christian Imagination; theology and the origins of race’ (Yale, 2010)
  • Lionel J. Windsor, ‘Reading Ephesians & Colossians after Supersessionism’, (Eugene, Oregon, 2017)
  • Michael Wyschogrod, ‘Abraham’s Promise; Judaism and Jewish-Christian Relations’, (Grand Rapids, 2004)
  • Carol Ritner, Stephen D. Smith, Irena Steinfeldt, editors, ‘The Holocaust and the Christian World’, (New York, 2000)
  • Adam H. Becker and Annette Yoshiko Reed, editors,’The Ways That Never Parted; Jews and Christians in Late Antiquity and the Early Middle Ages’, (Minneapolis, 2007)
  • Tikva Frymer-Kensky, David Novak, Peter Ochs, David Fox Sandmel, Michael A. Signer, editors, ‘Christianity in Jewish Terms’, (Boulder, Colorado, 2000)
  • Hugh J. Schonfield, ‘The History of Jewish Christianity; From the First to the Twentieth Century’, (London, 1936, Reprint 2009)
  • James Parkes, ‘The Conflict of the Church and the Synagogue; A study in the origins of antisemitism’ , (New York, 1961)

See also: recommended Dutch books


Boekrecensie: 12 artikelen over Israël

Kees Kant, Michael Mulder, Bernhard Reitsma e.a.

Door: Ds. R.R. Maathuis

12 artikelen over IsraëlHet deeltje ’12 artikelen over Israël’ is het vijfde deel in de serie ‘Geloven op goede gronden’ waarmee de stichting Schrift en Belijden de waarde van theologisch denken in de confessionele traditie blijvend onder de aandacht wil brengen. We mogen dankbaar zijn dat in deze reeks een deeltje is verschenen dat voluit over Israël gaat (volk, land, staat, geschiedenis, heden en toekomst). Daar is moed voor nodig omdat ‘gesprek over Israël’ in de PKN toch vaak gedoe oplevert.
Het voordeel van deze uitgave (de veelheid aan onderwerpen) is tegelijkertijd ook een nadeel. Er is breed ingezet en dus kunnen niet alle aspecten breedvoerig worden besproken. Maar misschien moet je dat ook niet willen met een boek dat bedoeld is als gespreksboek voor de gemeente. Omdat Israël toch te lang van de kerkelijke agenda is geweest, moet er een soort informatie-inhaalslag voor gemeenteleden worden gemaakt en daar is het boekje in geslaagd. Kort worden hete hangijzers bij langs gegaan.
Hoewel de gespreksvragen aan het einde van ieder hoofdstuk nuttig voor een kring kunnen zijn, heb ik toch grote aarzelingen. Het is mijn ervaring dat ieder gesprek over Israël automatisch ‘gepolitiseerd’ wordt en dat de verschillende hakken in het zand worden gezet. Om enigszins aan dit gevaar te ontkomen, zou ik het zeer waardevol hebben gevonden als de eerste twee basis hoofdstukken (Israël in het Oude en Nieuwe Testament) tot 12 hoofdstukjes waren uitgewerkt. Om iets meer in een gesprek te kunnen zeggen dan makkelijke oneliners, is meer nodig dan een korte weergave van bepaalde hangijzers.

Bestel dit boek bijvoorbeeld bij Boekencentrum Uitgevers of bij uw plaatselijke (Evangelische) boekhandel.


Boekrecensie: Israel Matters

Gerald R. McDermott

Door: Bjorn Lous 

Afgelopen jaar verscheen ‘Israel Matters’ van Gerald McDermott. Een populair-theologisch boek dat ingewikkelde vragen rondom het volk en het land Israël toegankelijk maakt voor ‘gewone’ christenen. Het is een vrij dun boekje, van zo’n 130 pagina’s, dat vlot leest (ondanks de Engelse taal) maar waarin toch alle belangrijke vragen aan de orde komen. Voor wie zich verbonden voelt met Israël, en betrokken is bij de politieke situatie in het Midden-Oosten, is Israel Matters absoluut een must. Het biedt een goede doordenking van zowel de theologische als de politieke dimensie, met diepgang, nuance, en oog voor detail.

In de inleiding neemt de schrijver je mee in zijn persoonlijke zoektocht naar de rol van Israël in het christelijke verhaal. Als traditionele Anglicaan had McDermott grote moeite met het christen-zionisme. Dat was volgens hem niet alleen onverenigbaar met het evangelie. Het gebruikte bovendien de theologie om alles goed te praten wat de staat Israël deed zonder om te kijken naar het leed van de Palestijnen. De christelijke boodschap was duidelijk. Althans dat dacht hij, totdat hij de Bijbel erbij pakte en ging letten op de details. Het resultaat van zijn studie is mooi samengevat in Israel Matters. Fijngevoelig weet hij de vinger op de zere plek te leggen als hij de anti-Joodse aspecten van de kerkgeschiedenis beschrijft, maar ook de geschiedenis van het (christen)zionisme. Het boekje begint met een genuanceerd overzicht van het christelijk denken rondom Israël door de eeuwen heen. McDermott laat daarin bijvoorbeeld zien dat de loskoppeling van land en volk veel jonger is dan vaak gedacht, en niet zonder meer samen hangt met antisemitisme. Vervolgens geeft hij helder weer wat het Nieuwe Testament daadwerkelijk zegt over de relatie tussen Israël en de gelovigen uit de volken. Van daar maakt hij de overstap naar het Oude Testament, waarin hij een onderscheid ziet tussen het verbond met Israël en de landbelofte. Het verbond met Israël is onvoorwaardelijk en eeuwig. De landbelofte, of Israël in het land mag wonen en het mag regeren, is wel voorwaardelijk, zoals in het verleden bleek uit de verschillende ballingschappen waar Israël mee te maken kreeg. Vanuit het eeuwige verbond tussen God en Israël ziet McDermott echter ook een toekomst voor de landbelofte. Zoals het onderscheid tussen Israël en de andere volken in stand blijft, zo ook het onderscheid tussen het land Israël en de rest van de wereld. Toch leidt deze conclusie bij McDermott niet tot de standaard christen-zionistische visie. Vanuit het oogpunt van gerechtigheid blijft McDermott’s betrokkenheid bij het lot van de Palestijnen groot. Dat brengt hem tot een uitzonderlijk genuanceerde vorm van zionisme, waarin verbondenheid met Israël en liefde voor gerechtigheid in balans zijn.

Wat het boek extra bijzonder maakt, is dat McDermott het niet daarbij laat. Nadat hij zijn unieke zionistische visie geformuleerd heeft trekt hij die door naar het grotere verhaal van het christendom. In de laatste twee hoofdstukken gaat hij specifiek in op wat zijn visie betekent voor hoe we als christenen ons geloof belijden, en voor de boodschap die we verkondigen. Daarmee is zionisme, of de christelijke verbondenheid met Israël, niet langer een puur politiek verhaal, maar een verhaal dat ons geloof verdiept in al zijn aspecten. En waarin ruimte blijft voor politieke terughoudendheid en voorzichtige kritiek zonder te vervallen in ogenschijnlijk antisemitisme. Een echte aanrader dus.

Bestel dit boek bijvoorbeeld op Bol.com of bij uw plaatselijke (Evangelische) boekhandel.


Boekrecensie: Zittend aan de voeten van rabbi Jezus

Ann Spangler en Lois Tverberg ‘Zittend aan de voeten van rabbi Jezus’ – Wat leerden Zijn Joodse discipelen van de Heer Jezus?

Door: Ds. R.R. Maathuis (Wer­ken­dam)

Na de boeken ‘Wandelen in het stof van rabbi Jezus’ (Lois Tverberg) en ‘Luisteren naar de taal van de Bijbel’ (Lois Tverberg en Bruce Okkema), heeft uitgeverij Toetssteen ons wederom een grote dienst bewezen door het boek ‘Zittend aan de voeten van rabbi Jezus’ uit te geven. Het boek neemt ons rijkelijk mee in de joodse achtergronden van de evangeliën. Na het lezen van dit boek hebben bepaalde gebeurtenissen, gebruiken en woorden een diepere lading én betekenis gekregen.
Het boek heeft -op het eerste gezicht- een onhandig formaat maar de hoge ‘wapperfactor’ maakt heel veel goed. Het boek ligt namelijk heel prettig in de hand en daardoor blijf je -hoe vreemd het moge klinken- door­lezen. Lezend word je ook gewoon meegenomen door de aangename schrijf­stijl. Het is als­of de auteurs in gesprek met je zijn. Zonder overdrijving kan ik zeggen dat je aan hun lippen hangt. Kortom: het is een prachtig boek mét een prach­­tige inhoud die ons de boodschap van rabbi Jezus dieper doet verstaan.
Uit de grote hoeveelheid beschikbare voorbeelden noem ik u een voor­beeld. De auteurs staan stil bij de term ‘Messias’, ‘Gezalfde’. Wat ik mij nog nooit had gerealiseerd, is dat de zalfolie, waarmee een koning werd ge­zalfd, een bepaalde geur afgaf die lange tijd rond een koning ‘hing’. Als Jezus door Maria met kostbare nardusolie wordt gezalfd, is deze geur niet meteen weg. Waar Hij kwam, hing die kost­bare en koninklijke geur om Hem heen. Men kon weten dat Hij ‘de Gezalfde, de Ko­ning’ was. Het boek kent vele van deze eye­ope­ners. Lezend zult u versteld staan van de enorme diepte van het Woord van God.

Tot nu toe heb ik alleen maar positieve zaken genoemd maar het is na­tuur­lijk geen perfect boek. Het zou goed zijn als een corrector, voor een on­getwijfeld tweede druk, door de tekst heen gaat. Enkele voorbeelden. Het Engels is goed terug te vinden in een zin op pagina 38 die begint met ‘In andere woorden (…)’. Op pagina 57 wordt Elia in plaats van Elisa genoemd. Op pagina 88, tweede alinea wordt, in plaats van een enkelvoud, een meervoud gebruikt. Pagina 123 ‘Op en bepaald moment’. Op pagina 111 wordt het woordje ‘er’ een keer teveel gebruikt. In de zin op pagina 140 ‘Bovendien gaf God hen voedings­voorschriften’ moet ‘hen’ door ‘hun’ worden vervangen. Het is misschien flauw om deze onzorgvuldigheden te benoemen maar ik vind het gewoon jammer dat zo’n heerlijk boek door deze foutjes wordt ontsierd.
Een ander minpunt is het herhalen van de misvatting dat Pinksteren ‘de geboorte van de christelijke kerk’ is (hoofdstuk 9). Natuurlijk, door de Heilige Geest gaat het Evangelie over de grenzen van het joodse land de wereld in en kunnen heidenen tot het geloof in de Messias komen. Maar ‘Sjavoeot’ in Handelingen 2 (Pinksteren) laat in de eerste plaats zien wat het nieuwe ver­bond met Israël inhoudt. Nadat Jezus in Lucas 22 over het nieuwe verbond in Zijn bloed heeft gesproken, wordt met Pinksteren zichtbaar wat dat nieuwe verbond belooft: de wet van God wordt in de harten van Israël geschre­ven en zo klaar­gemaakt om in het volmaakte Be­loof­de Land, in het Ko­ninkrijk te leven.

Als u de auteur Lois Tverberg niet kent, doet u echt geen miskoop als u, naast ‘Zittend aan de voeten van rabbi Jezus’, ook meteen de andere twee boeken koopt! Zelf kijk ik uit naar de vertaling van het nog te verschijnen boek ‘Reading the bible with rabbi Jesus.


Boekrecensie: Totdat …

ds. Willem J.J. Glashouwer ‘Totdat … veertien profetische vergezichten’

Door: Ds. R.R. Maathuis (Wer­ken­dam)

In korte tijd zijn van de hand van dominee Willem Glashouwer twee boek­­jes over ‘de toekomst’ verschenen. ‘De tekenen der tijden’ en ‘Totdat…’. Hoewel beide uitgaven bij elkaar horen, kunnen ze ook los van elkaar worden gelezen. Dat is een pluspunt: twee afzonderlijke publicaties die het bijbelse zicht op de wer­kelijkheid én toekomst verdiepen. Er is echter ook een groot minpunt. Om het mo­gelijk te maken dat de uitgaven los van elkaar gelezen kunnen worden, wordt dezelfde informatie in beide boeken herhaald. En dan bedoel ik niet een enkel feit dat herhaald wordt, nee, hele citaten uit ‘De tekenen der tijden’ ver­schijnen in ‘Totdat…’. Voeg hierbij de (soms zeer) uitge­breide Schriftcitaten én de koper van ‘Totdat…’ kan zich bekocht voelen. De wel­willende lezer kan echter wel een meerwaarde van het ene boek boven het andere boek vinden.
Naar mijn inschatting vermeldt Glashouwer vooral in het boek ‘De teke­nen der tijden’ veel feiten. Bijvoorbeeld het feit dat Jeruzalem in het Oude Tes­ta­ment 667 keer met name wordt genoemd en in het Nieuwe Testament 144 keer. In de Koran wordt Jeruzalem geen enkele keer genoemd. Bij de be­wering dat Jeruzalem even belangrijk in het Jodendom is als in de Islam kun je dan vraagtekens plaatsen. En zo zijn er meerdere hedendaagse én bijbelse fei­ten te noemen.
Het noemen en herhalen van feiten is in onze tijd van emobericht­geving, ‘alterna­tieve feiten’ en ‘fake news’ geen overbodige luxe. Volgens het blad ‘Israël today’ (mei 2017) is de wereld nauwelijks geïnteresseerd in de waarheid rond Israël. ‘Gevoelens voeren de boventoon en bepalen wie er gelijk heeft, los van de waarheid en de feiten’. Palestijnen zeggen: ‘we hebben niets aan feiten, we hebben slechts het medelijden van het Westen nodig. Dat is voldoende om jullie te verslaan’.

De meerwaarde van ‘Todat…’ zit duidelijk in het noemen, uitleggen en ver­werken van veertien profetische vergezichten. Het woordje ‘totdat’ in deze profetische vergezichten geeft aan én onderstreept dat de wereldge­schie­denis niet maar dóór blijft gaan. God heeft er een grens aan gesteld. Onze tijd gaat maar niet eindeloos door. Nee, er is een ‘totdat’. Na ieder hoofdstuk be­paalt Glashouwer ons bij deze bijbelse waarheid. Steeds sluit hij af met ‘Het goddelijk ‘TOTDAT’ staat er garant voor’. Het hele boek is, door uitleg en toe­passing, één grote aansporing om met groot verlangen uit te zien naar het han­delen van God in de toekomst. Lees het boek én zie uit!


Boekrecensie: ‘De tekenen der tijden’

ds. Willem J.J. Glashouwer ‘De tekenen der tijden’, op weg naar de toekomst in bijbels perspectief

Door: Ds. R.R. Maathuis (Wer­ken­dam)

Omslag ‘De tekenen der tijden’, op weg naar de toekomst in bijbels perspectiefWéér een boekje over ‘de eindtijd’! Er is al zoveel over geschreven, waar­om nu weer een uitgave over een onderwerp waar christenen over verdeeld zijn? Ik kan u geruststellen. Glashouwer verliest zich niet in allerlei diepzinnige eind­tijdscenario’s. Natuurlijk heeft ook hij een bepaalde mening over onder­werpen die niet door andere theologen wordt onderschreven (bijvoorbeeld zijn uitleg van Openbaring 20). Maar doordat Glashouwer geen geharnaste woor­den gebruikt die iedere andere uitleg bij voorbaat ‘verkeerd’ vindt, is dat niet storend. Heel bescheiden legt hij de Schriften uit. Op pagina 45 schrijft hij het vol­gende over ‘eind­tijdschema’s’: ‘Wég met de schema’s en terug naar het Woord! We moe­ten weer eenvoudig het Woord van God lezen en bidden om verlich­ting door de Heilige Geest. Niet hoogmoedig, alsof wij het allemaal weten en het keurig op een rijtje hebben staan, maar nederig, telkens tot cor­rectie bereid’. Heerlijk, zo’n ingetogen opstelling! Een grote winst voor het boek.
Voor mij ligt een nog grotere winst in de duidelijke plaatsing van Israël in het heilsplan van God met deze wereld. Natuurlijk kun je van een voorzitter van ‘Chris­tians for Israël International’ niet anders verwachten, maar het opent ogen (en ho­pelijk harten) voor een thema dat in de christelijke theologie eeuwen­­lang (bewust) over het hoofd is gezien. Het inwisselen van Israël voor de kerk (vervangingsdenken) heeft zo grondig plaatsgevonden dat we ons daar helaas niet zomaar aan kunnen ontworstelen.
Dát zo’n ontworsteling dringend noodzakelijk is, verwoordt Glashouwer -bijvoorbeeld- in hoofdstuk 29. Hij schrijft daar over de stemming in de Algeme­ne Vergadering van de Verenigde Naties over het toekennen van de status van waarnemer aan ‘de Palestijnse staat’. Dit was mogelijk door een zeer ruime meerderheid (136 voor, 9 tegen, 41 onthoudingen) . Volgens Glashouwer is dit niet zomaar een uitslag en we gaan over tot de orde van de dag. Nee, de uit­slag is een klap in het ge­zicht van de heilige God! Men vergrijpt zich -direct of in­direct- aan Zijn eerst­geboren zoon Israël, aan Zijn volk. En dat zal niet zonder gevolgen blijven. Christenen worden opgeroepen voor kerken en overheden te bidden opdat de geestelijke blindheid verdwijnt en men Israël als volk van God gaat zegenen.
Meerdere voorbeelden zijn door het hele boek aan te wijzen én tonen in alle duidelijkheid de noodzaak van een bekering tot de God van Israël en tot haar Messias opdat ons denken over Israël op een Bijbelse manier wordt ge­vormd én niet door de journalistieke waan van de dag. Wat er in het Midden-Oosten gebeurt, is ons in de bijbel getekend, dát maakt Glas­houwer duidelijk. En in de huidige mondiale verwarring is dat een heilzame zaak.

Het boek(je) is in 52 bondige hoofdstukjes (meestal twee korte bladzij­den mét bijbeltekst) ingedeeld. Dat leest heel prettig. Maar als je de hoofd­stuk­ken achter elkaar leest, valt de herhaling op en dat werkt dan storend. Het bes­te is wellicht om wekelijks een hoofdstukje te lezen. Gebruik de week om de tekst met je mee te laten lopen (lees het hoofdstukje desnoods een paar keer per week) opdat de geestelijk rijkdom werkelijk beklijft.


Boekrecensie: ‘Vier keer Israël, een boekbespreking’

Door Jeroen Bol

  • Daniel Gordis, Israel, a concise history of a nation reborn, Ecco, Harper Collins Publishers, 2016, 546 pp.
  • Ari Shavit, My Promised Land, the triumph and tragedy of Israel, Spiegel and Grau, New York, 2013, 445 pp. (Sinds november 2017 is het boek in het Nederlands verschenen onder de titel ‘Mijn beloofde land‘.)
  • Daniel Gordis, If A Place Can make You Cry, dispatches from an anxious state, Crown Publishers, New York, 2002, 279 pp.
  • Daniel Gordis, Coming Together, Coming Apart, a memoir of heartbreak and promise in Israel, John Wiley & Sons, Hoboken, New Jersey, 2006, 258 pp.

We horen veel over Israël, maar wat weet ik nu eigenlijk echt van het land, van zijn geschiedenis en van de mensen die er wonen? Die vraag kwam bij me op toen ik de afgelopen maanden vier boeken over Israël las, alle vier geschreven door Joodse Israëli’s. Twee daarvan zijn met prijzen onderscheiden en recent verschenen, in 2013 en 2016. De vele recensies zijn lovend. Al lezend werd het me duidelijk dat er nog veel te ontdekken valt.

Iets over de auteurs. Daniel Gordis (1957) maakte in 1998 aliyah met zijn gezin vanuit Californië. Gordis behoort momenteel tot de belangrijkste zionistische denkers in Israël. Hij is tevens rabbinaal opgeleid. De Jeruzalem Post rekende hem onlangs tot een van de vijftig meest invloedrijke Joden ter wereld. Gordis is ook medeoprichter en vice president van het gerenommeerde Shalem College in Jeruzalem. Hij heeft intussen meer dan tien boeken op zijn naam staan. Gordis schrijft niet alleen met veel kennis van zaken, hij is ook goudeerlijk in wat hij schrijft. En dat met een groot typisch joodse antenne voor rechtvaardigheid en menselijkheid. Zijn in 2016 verschenen boek ‘Israel, a Concise History of a Nation Reborn’ heeft een grote hoeveelheid lovende recensies gekregen. Voor dit boek ontving Gordis begin dit jaar de National Jewish Book Award. Sommigen voorspellen al dat het boek een ‘classic’ wordt.

Ari Shavit (1957) is een gerenommeerd journalist in Israël. Hij maakt sinds 1995 deel uit van de redactie van de Israëlische krant Haaretz. Shavit is in Israël een bekend TV commentator. In de jaren ‘90 was Shavit voorzitter van de Association for Civil Rights in Israel. In de jaren ‘90, de hoogtijdagen van de Vrede Nu Beweging, bevond hij zich aan de linkerkant van het politieke spectrum. Sinds de tweede intifada begin van deze eeuw is Shavit in zijn standpunt over het Israëlisch-Palestijnse conflict meer naar rechts opgeschoven. In zijn boek My Promised Land stelt hij lastige vragen aan zowel links als rechts in Israël. Shavit is een overtuigd zionist die zich scherp bewust is van de niet aflatende gevaarlijke dreiging vanuit de omringende moslim wereld richting Israël. Tegelijk heeft hij een open oog voor de volgens hem deels erechtvaardigde grieven aan Palestijnse kant. Die middenpositie maakt dat Shavit door zowel links als rechts regelmatig onder vuur wordt genomen. Voor zijn boek ‘My Promised Land’ ontving de schrijver de Natan Book Award. Het boek is door tal van recensenten beschreven als een van de beste boeken ooit over het ontstaan van de staat Israël.

Eerst iets over de drie boeken van Daniel Gordis. De eerste twee uit 2002 en 2006, ‘If a place can make you cry’ en ‘Coming together, coming apart’ zijn beide persoonlijk geschreven juweeltjes. In deze twee boeken beschrijft de Amerikaan Gordis hoe hij en zijn vrouw Elisheva en hun drie kinderen hun nieuwe thuis Israël beleven. Beide boeken hebben een chronologische opbouw. ‘If a place can make you cry’ begint in juli 1998 als het gezin aankomt in Jeruzalem voor wat in eerste instantie een sabbatical year zou zijn. Halverwege Gordis’ sabbatical aan het Mandel Institute laat zijn vrouw hem weten dat ze niet meer terug wil naar de V.S. Voor haar staat vast dat Israël definitief haar thuis is. Gordis laat zich al snel door haar overtuigen. Ze blijven. Wat in 1998 begon als een sabbatical loopt in 1999 uit op aliyah. Het gezin met drie jonge kinderen vestigt zich in de zomer definitief in Jeruzalem. ‘If a place can make you cry’ eindigt in maart 2002. Het boek is een verzameling van in totaal 48 tot prachtig proza omgewerkte e-mails die Gordis in die eerste vier jaar in Israël periode naar familie en vrienden in de V.S. en Canada stuurde. Wanneer het gezin aankomt in 1998 leeft in Israël nog breed de hoop dat er vrede komt. Die hoop wordt in het najaar van 2000 de bodem ingeslagen wanneer de tweede intifada uitbreekt. Het boek leest als heet van de naald geschreven persoonlijke memoires. De schrijver laat je, voor zover dat mogelijk is, meebeleven wat het allemaal met hem en zijn gezin doet. Hoe ze de moed erin houden en waar ze die moed vandaan halen. Gordis maakt het allemaal niet mooier dan het is. Juist dat maakt het zo boeiend om te lezen.
En ja, mooi.

Het vervolgboek ‘Coming together, coming apart’ beslaat de periode 2003-2005. Het bestaat eveneens uit een chronologisch geschreven reeks persoonlijke verhalen waarin Gordis de lezer deelgenoot maakt laat maken met wat het hem en zijn gezin doet om in Israël te wonen. En wat ze er aan moeilijke en aan mooie dingen meemaken. Aangrijpend en indrukwekkend is hoe hij keer op keer beschrijft wat de tweede intifada met zijn kinderen doet. Om hen heen worden dan in Jeruzalem bussen en cafés opgeblazen. Soms letterlijk om de hoek. Elke dag is het weer spannend of het gezin s’ avonds nog wel compleet zal zijn. Heel bijzonder ook zijn de gesprekken aan tafel, de vragen van de kinderen en de antwoorden van de ouders. En soms hebben ze geen antwoorden.
De twijfel soms ook bij de ouders: kunnen we onze kinderen dit wel aandoen, leven in deze gevaarlijke omstandigheden? Hadden we misschien toch niet beter in veilig Californië kunnen blijven? En dan telkens de liefde voor en diepe verbondenheid met het land die het toch winnen. De vastbeslotenheid om te blijven en zelf ook een aandeel te leveren in de verdere opbouw van de Joodse staat. Het is bijzonder om te lezen hoe diep die Joodse liefde voor het land en het volk gaat bij Gordis, bij zijn vrouw en hun drie kinderen. Ja, ook bij de kinderen. Wat beide boeken tot een unieke leeservaring maakt is dat Gordis persoonlijk en heel eerlijk en open deelt wat dit allemaal met je doet als Jood, als ouder, als Israëli, als mens. De twee boeken laten Israël werkelijk van binnenuit zien, hoe het daar beleefd wordt door Joden zelf die aliyah hebben gemaakt. Enorm leerzaam en bij tijden erg aangrijpend ook. De ondertitels van beide boeken spreken wat dat aangrijpende betreft boekdelen: ‘dispatches from an anxious state’ en ‘a memoir of heartbreak and promise in Israel’. Wat deze twee boeken ook bijzonder maakt is dat Gordis op eerlijke wijze beide kanten van het conflict laat zien. Hij duikt niet weg voor het lijden aan de Palestijnse kant en schroomt niet om onrecht aan de Israëlische kant ook te benoemen. Ik vind dat heel sterk.

Israel, a concise history of a nation rebornHet in 2016 verschenen boek ‘Israel, a concise history of a nation reborn’ is van een heel andere orde. Het boek verhaalt de geschiedenis van de zionistische beweging en de staat Israël. Globaal beschrijft het boek de periode 1850-2015. In de inleiding bespreekt Gordis zijn aanpak. Hij ambieert niet om een gedetailleerd minutieus historisch overzicht te schrijven. Staan in veel geschiedenissen van Israël de verschillende oorlogen centraal, Gordis bespreekt die juist zo beknopt mogelijk. Wat doet hij dan wel, wat is zijn insteek? Gordis wil vooral duidelijk maken waarom zaken gelopen zijn zoals ze gelopen zijn. Waarom sleutelfiguren de keuzes hebben gemaakt die ze hebben gemaakt. Welke ideeën er leefden en welke impact die gehad hebben. Dat alles wil hij met name inzichtelijk maken. En daarin is hij volgens velen wonderbaarlijk goed in geslaagd. Het is niet alleen knap geschreven, het is ook nog eens mooi geschreven. Het is werkelijk proza van niveau, een genot om te lezen. Het boek ademt liefde van de schrijver voor zijn onderwerp: het volk en het land.
Gordis laat zijn boek verrassend beginnen met een citaat uit een gedicht van de destijds geliefde Russische Joods dichter, Chaim Lachman Bialik. Het gedicht uit 1892 heet ‘Aan de vogel’. Het leven van de Oost-Europese Joden is in de tweede helft van de 19 e eeuw miserabel geworden, pogrom na pogrom. De dichter vraagt aan de vogel die terug is gekeerd uit Palestina: “Is God nog genadig voor Zion? Regeren kwaad en rampen ook in dat warme mooie land?” Gordis beschrijft hoe de dichter treffend weet neer te zetten wat er aan de hand is in Joods Oost-Europa. Het leven is er voor de Joden langzamerhand onhoudbaar en levensgevaarlijk geworden, het eeuwenoude verlangen van terugkeer naar Zion zoekt naar realisatie van de droom. Het ontstaan van de zionistische beweging hangt in de lucht. In zijn eerste hoofdstuk met de titel ‘Poetry and Politics’ bespreekt Gordis de Oost-Europese voorlopers van de zionistische beweging, Moses Hess en Leon Pinsker. Gordis laat zien hoe het boek van Theodor Herzl ‘Der Judenstaat’ in 1896 op voorbereide bodem viel. In 1897 wordt op het eerste zionistische congres in Basel de grondslag gelegd voor de staat die vijftig jaar later zou ontstaan. Indrukwekkend is hoe Gordis beschrijft dat dit congres de eerste nationale, het Joodse volk vertegenwoordigende vergadering, na bijna 2000 jaar was. Dit soort wonderbaarlijke krenten weet Gordis regelmatig uit de pap van de Joodse geschiedenis te halen. De schrijver rekent ook af met de karikatuur van een volstrekt seculier zionisme dat niets meer zou hebben met de joodse traditie. Hij verbloemt niet dat veel zionistische leiders van het eerste uur zich zochten los te maken van het traditionele Oost-Europese Jodendom. Maar hij maakt duidelijk waar dat vandaan kwam. Niet in de eerste plaats van een afkeer van geloof in God maar van de diepe overtuiging dat de tijd meer dan rijp was voor een ander soort Jood. Een Jood die zichzelf, zijn gezin, zijn volk, zijn goed en have wist te verdedigen en zich niet langer weerloos liet afslachten.Een Jood die niet langer afhankelijk zou zijn van de welwillendheid van de gastheren in wier landen hij mocht wonen. De agenda van het zionisme was een nieuwe Jood in een eigen land.
Het ging om niets minder dan een wedergeboorte van het Joodse volk. Tot het opnieuw tot leven brengen van de eigen taal aan toe: het Hebreeuws als voertaal in plaats van het Jiddisch. Gordis beschrijft hoe de zionistische leiders van het eerste uur voorvoelden dat er in Europa geen toekomst voor de Joden meer zou zijn. Europa was langzamerhand levensgevaarlijk voor Joden geworden.
De rest van Gordis’ boek is minstens zo boeiend als het begin. Keer op keer raak je als lezer onder de indruk van de vasthoudendheid, de visie, de durf en ja, ook vaak de genialiteit van al die Joden die de realisatie van de staat Israël en de opbouw ervan hebben mogelijk gemaakt. Neem alleen al die beginjaren van 1950 tot 1955. Een piepjonge staat met bijna geen financiële middelen, die in staat en bereid was om in enkele jaren tijd net zoveel Joodse vluchtelingen uit de Arabische wereld te huisvesten als zijn eigen bevolking groot was. Onvoorstelbaar, maar echt gebeurd. Een staat die zich in veertig jaar tijd ontwikkelde van een agrarische economie tot wereldleider in hightech met meer beursgenoteerde hightech ondernemingen dan heel Europa bij elkaar. Is het dan uiteindelijk toch allemaal Joodse rozengeur en maneschijn volgens Gordis? Nee dus. Gordis beschrijft net zo goed de grote tegenstellingen en de onderlinge verdeeldheid die Israël parten spelen. Israël is nog niet af. Maar de afgelopen honderdvijftig jaar hebben zoveel onvoorstelbaars tot stand zien komen dat er bij Gordis hoop is voor Israëls toekomst. Het is bijzonder om in het laatste hoofdstuk,‘A Jewish renaissance in the Jewish State’, te lezen hoe een groeiend aantal Israëli’s momenteel teruggrijpt op de rijke spirituele religieuze erfenis van het Judaïsme. Gordis ziet dit als een heilzame correctie op het doorgeschoten secularisme van de zionistische beweging.

My Promised Land, the triumph and tragedy of Israel‘My Promised Land’ van Ari Shavit is minstens zo boeiend maar Shavit heeft voor een heel andere aanpak gekozen. Ook hij beschrijft het ontstaan en ontwikkeling van het zionisme en de Joodse staat. Maar anders dan Gordis doet hij dit vanuit wat je zou kunnen noemen een meer autobiografisch perspectief. Shavit is in Israël geboren. Zijn Engelse overgrootvader behoorde tot de allereerste pioniers die zich begin 1900 in Palestina vestigden. Hij beschrijft hoe hij als jongen van nog geen tien een onbestemde diepe existentiële angst ervoer. Angst dat het land waar hij woonde, zijn hele familie en hijzelf ooit overweldigd en weggevaagd zouden worden door een niet te stuiten vloedgolf van moorddadig verwoestend geweld. Angst voor die vijandige massale Arabische wereld waardoor het kleine landje waar hij woonde omgeven was. Dat besef is Shavit nooit helemaal kwijt geraakt. Het een na laatste hoofdstuk van zijn boek draagt de titel ‘Existential Challenge’. Het gaat over Iran en over de dreiging van een Iraans atoomwapen. De dreiging blijft voor Israël, en is in de ogen van Shavit op termijn zelfs groter dan ooit tevoren.
Shavit heeft maar liefst zo’n tien jaar aan zijn boek gewerkt. Tientallen mensen heeft hij ervoor geïnterviewd. Alles wat hij heeft onderzocht heeft hij waar mogelijk met dubbelcheck geverifieerd. Hij is in zijn research dus heel zorgvuldig te werk gegaan. Zijn pen is minstens zo vaardig als die van Gordis. Het boek blijft van begin tot eind boeien en levert een schat aan informatie op. Net als Gordis stond ook Shavit geen minutieus beschreven historisch overzicht voor ogen. Wat hij heeft gedaan is in 17 hoofdstukken die chronologisch zijn gerangschikt telkens een bepaalde episode uit de 120 jarige geschiedenis te nemen. Voor al die hoofdstukken is hij ter plekke op onderzoek uitgegaan. Ieder hoofdstuk is tegelijk een sfeertekening, een knap geschreven tijdsbeeld. Mensen en gebeurtenissen komen tot leven. Zo beschrijft hij in zijn eerste hoofdstuk het allereerste bezoek in 1897 van zijn overgrootvader aan toenmalig Palestina. Hoe zijn zionistische Joodse grootvader verrukt was over het land en in zijn verslagen met geen woord rept over de arabieren die er ook wonen. Shavit beschrijft hoe zijn overgrootvader de arabieren volledig over het hoofd zag. De zionistische beweging heeft volgens Shavit nooit goed raad geweten met de arabieren in het land. Shavits verhaal laveert in belangrijke mate tussen deze twee thema’s: de existentiële dreiging waar de de Joden en Israël al ruim honderd jaar mee te kampen hebben en het onrecht dat in zijn ogen veel Palestijnen hebben moeten lijden en deels nog lijden ten gevolge van de staat Israël. Zo is volgens Shavit de situatie in Samaria en Judea op termijn onhoudbaar voor zowel de Palestijnen als voor de Joodse staat zelf. Maar een oplossing hiervoor heeft ook Shavit niet. Beide houden elkaar volgens hem in de houdgreep. Zijn boek heeft niet voor niets de ondertitel ‘The triumph and tragedy of Israel’. Shavit is een zionist, maar bij hem mag dat nooit ten koste gaan van elementaire menselijke waarden. Hij wil dus ook rechtvaardigheid voor Palestijnen. Tegelijk ziet hij in dat dat wel van twee kanten moet komen en dat het aan de Palestijnse kant te vaak heeft ontbroken aan bereidheid om de Joodse kant van het verhaal te willen zien.
Een van de meest fascinerende hoofdstukken handelt over een lang interview dat hij heeft kunnen afnemen van een van de ingenieurs die de kernreactor van Dimona heeft gebouwd. Wanneer hij het interview afneemt is de man al in de tachtig. Het heeft veel voeten in aarde gehad voordat de ingenieur bereid was tot het interview. Praktisch alles wat hij jaren eerder in Dimona gedaan heeft valt immers nog steeds onder staatsgeheim. Tot de dag van vandaag houdt Israël de hele wereld nog steeds in het ongewisse of de staat over kernwapens beschikt. Het wordt niet ontkend noch bevestigd. Tegelijk neemt praktisch iedereen aan dat Israël inderdaad kernwapens heeft. Het gesprek met de oude ingenieur verloopt dus in een bijna urrealistische sfeer. Shavit wil een gesprek en de ingenieur is voortdurend op zijn hoede wat hij zegt en hoe hij het zegt. Hij kan niet veel zeggen maar wil toch zijn verhaal kwijt. Het is fascinerend om te lezen en werpt weer ander licht op hoe Israël altijd maar weer gedwongen is om de niet aflatende existentiële dreiging het hoofd te bieden. Met een wapen dat de Joden hopen nooit te hoeven gebruiken.

Deze vier boeken hebben me opnieuw aan het denken gezet. Ze hebben me laten zien wat een worsteling het voor Israëli’s is om te leven in een land dat nu al decennialang omringd wordt door onverzoenlijke vijanden die moord en doodslag niet schuwen. En geen uitzicht op een oplossing van het conflict. De worsteling om niet verbitterd te raken en vooral om niet te gaan haten. Want dat wil je niet, dat past niet bij je Jood zijn. De worsteling ook om te leven in een land dat door een groot deel van de wereld altijd maar weer overladen wordt met kritiek en zelden op begrip en steun kan rekenen, laat staan op waardering. De boeken hebben me opnieuw, nog duidelijker, laten zien dat het conflict dat Israël met onverzoenlijke buren heeft menselijk gesproken onoplosbaar lijkt. Er is domweg geen bereidheid aan de andere kant om het bestaansrecht van de Joodse staat te erkennen en op basis daarvan een werkelijke vrede te sluiten. Hoe bitter is dat. En wat een verantwoordelijkheid legt dat op onze christelijke schouders. De verantwoordelijkheid om Israël nooit te laten vallen. Om Israël te zegenen en niet te vervloeken. En last but not least om te bidden voor de vrede van Jeruzalem. Want die zal komen, hoe dan ook, vroeg of laat. Geen twijfel mogelijk daarover.


Aanbevolen boek: To the Ends of the Earth

How the First Followers of Yeshua Transformed the Ancient World

door Dr. Jeffrey L. Seif

Omslag: How the First Followers of Yeshua Transformed the Ancient WorldDr. Jeffrey Seif is een Amerikaanse Messiaanse Jood die een flinke staat van dienst heeft opgebouwd als bijbelleraar en theoloog. Van zijn hand verschenen eerder al de nodige boeken. Dit boek dateert van 2012. Ik vermoed dat het een van de belangrijkste boeken is die hij geschreven heeft tot nu toe. Voorin het boek staan maar liefst twaalf aanbevelingen van vooral Messiaans Joodse rabbi’s en theologen, waaronder een van Mark Kinzer. Het is geen dik boek, 150 pagina’s. Maar het staat boordevol razend boeiende informatie over het grote aandeel dat Messiaanse Joden hebben gehad in het ontstaan van de Kerk. Seif maakt aan de hand van allerlei historisch materiaal en oude geschriften duidelijk dat de kerk de eerste drie eeuwen nog lang een sterk Joods karakter heeft behouden. Het leest bijna als een historische detective. Seif maakt op basis van uitgebreide en indrukwekkende research inzichtelijk en aannemelijk dat het aandeel van Messiaanse Joden in de kerk van de eerste drie eeuwen vele malen groter is geweest dan meestal wordt aangenomen. Ik heb het boek met grote belangstelling gelezen en kan het iedereen die meer wil weten over de Joodse wortels van het christendom en de ontstaansgeschiedenis van de vroege kerk zeer aanbevelen. Het boek is in het Engels geschreven, er is nog geen Nederlandse vertaling.

Bestel dit boek bijvoorbeeld op Bol.com of bij uw plaatselijke (Evangelische) boekhandel.


Aanbevolen Nederlandstalige boeken

  • Henk Bakker, ‘Jezus: Reconstructie en revisie’, (Utrecht, 2020)
  • Oscar Lohuis, ‘Zegen door Israël: wat christenen moeten weten over Israël’ (2020)
  • Mark S. Kinzer, ‘Israël in het Hart van de Kerk: Jezus in het hart van Israël’, (Zwolle, 2020)
  • Dr. Pieter Siebesma, ‘Messiasbelijdende Joden door de eeuwen heen: een geschiedenis van een vergeten groep’, (Houten, 2020)
  • Bart Wallet, ‘Christendom en Antisemitisme’, (Utrecht, 2017)
  • Edjan Westerman, ‘De Messias leren: Israël en de volken – Gods weg nieuw leren lezen’ (Zoetermeer, 2015)
  • Matthijs de Blois, ‘Israël, een staat ter discussie’? (Heerenveen, 2010)
  • Aart Brons (e.a.), ‘Hoezo Israël?’ (Zoetermeer, 2016)
  • Kees Jan Rodenburg, ‘Joodse Volgelingen van Jezus’, (Heerenveen, 2010)
  • Friedrich-Wilhelm Marquardt, ‘De gebroken hemel: De misère van de theologie en de hoop op God’, (Zoetermeer, 1999)
  • Dr. Hans Jansen, ‘Christelijke Theologie na Auschwitz’, (‘s Gravenhage, 1981)
  • Evert van de Poll, ‘De Messiaanse Beweging, en haar betekenis voor christenen’, (Putten, 2001)
  • Ds. Kees Kant, ‘Waarom het voor Joden moeilijk is om in Jezus te geloven’, (Nijkerk, 2018)
  • Ds. Kees Kant, ‘Van Eisenach naar Bethlehem’, (Vledderveen, 2015)
  • Michael L. Brown, ‘60, Zestig vragen van christenen over opvattingen, gebruiken en tradities binnen het Jodendom’ , (Doorn, 2015)
  • Michael L. Brown, ‘Bloed aan onze handen: de tragische geschiedenis van de kerk en het Joodse volk (herdruk 2019)
  • Werner Keller, ‘En zij werden verstrooid onder alle volken. de geschiedenis van het joodse volk na het bijbelse tijdvak’, (Zwolle)

Tip: Boeken die niet meer nieuw te koop zijn, zijn vaak nog wel verkrijgbaar op www.boekwinkeltjes.nl

Zie ook: Aanbevolen Engelstalige boeken