Een uniek symposium in Wenen

‘Jezus- ook de Messias voor Israël? – De Messiaans Joodse beweging en Christendom in Dialoog’

Door: Jeroen Bol, voorzitter Jules Isaac Stichting

Voor dit artikel is gebruikgemaakt van het verslag van het symposium dat Dr. Evert van de Poll schreef in oktober 2022.

Van 11 juli tot 13 juli 2022 vond aan de Universiteit van Wenen een symposium plaats dat in het licht van 2000 jaar kerkgeschiedenis en joods-christelijke relaties uniek genoemd kan worden. Noem het gerust een novum. Het onderwerp van het symposium was ‘Jezus- ook de Messias voor Israël? – De Messiaans Joodse beweging en Christendom in Dialoog’.
Wat maakt dat dit symposium in het licht van 2000 jaar kerkgeschiedenis met recht een novum genoemd kan worden? Een ‘novum’ omdat hier iets nieuws plaats vond waar nooit eerder plaats voor was. Nooit eerder in de lange geschiedenis van de kerk was het belang en de plaats van het messiaans jodendom onderwerp van een officieel symposium. Een symposium waar zowel de kerk als een gerespecteerde universiteit nauw bij betrokken waren en openlijk hun naam aan verbonden. Een reeks van gerenommeerde rooms-katholieke en protestante hoogleraren en theologen uit Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Oekraïne, Israël en Nederland werkten aan het symposium mee. Ze vertegenwoordigden een rijk scala aan geloofstradities katholiek, orthodox, luthers, gereformeerd, evangelisch, charismatisch. En ook vijf Jezus als Messias belijdende joodse theologen. Mark Kinzer was een van hen. Met name hun aanwezigheid en bijdragen maakten dit symposium tot een unicum.
Messiaanse joden, in Nederland vaak ‘Messias belijdende joden’ genoemd, zijn joden die belijden dat Jezus de Messias is, maar zonder dat ze hun Joodse identiteit prijsgeven. Ze zien hun jood zijn niet in strijd met hun geloof in Jezus. In die zin staan ze heel dicht bij de discipelen over wie we lezen in de eerste hoofdstukken van het boek Handelingen. Ook dat waren joden die geloofden dat Jezus de beloofde Messias is en gewoon jood bleven met alles dat daar bij hoort. Messiaanse joden noemen zichzelf meestal geen christen. Die titel achten ze voorbehouden aan gelovigen uit de volken zoals wij die tot geloof in Jezus zijn gekomen. Messiaanse joden zien zichzelf in de eerste plaats als deel uitmakend van het Joodse volk, en daarnaast ook van de kerk wereldwijd, het Lichaam van de Messias. Het aantal messiaanse joden is sinds eind vorige eeuw wereldwijd sterk toegenomen. Tragisch genoeg was in de kerk achttien eeuwen lang geen plaats voor joden die Jezus als Messias belijden met vasthouden van hun Joodse identiteit. Ze mochten er domweg niet zijn. Het symposium in Wenen brak openlijk met deze politiek. Voor het eerst in de geschiedenis vond nu een publieke gedachtewisseling plaats waarin de vraag centraal stond wat de terugkeer van het messiaans jodendom in onze dagen de kerk te zeggen heeft. En wat de implicaties hiervan zijn voor de christelijke theologie. En dit in de aanwezigheid van vijf messiaans joodse theologen die ieder zelf ook lezingen verzorgden. Er was sprake van volstrekte gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning tussen de christelijke en de messiaans joodse theologen. Nogmaals, een unicum in 2000 jaar kerkgeschiedenis.

Het symposium waar zo’n honderd mensen aan deelnamen ging maandagmiddag 11 juli van start en duurde tot woensdagmiddag 13 juli. Onder de deelnemers was een aanzienlijke delegatie uit Nederland. Kardinaal Christoph Schönborn, tevens aartsbisschop van Wenen, was beschermheer van het symposium. De kardinaal ontving maandagavond 11 juli de deelnemers op hartverwarmende wijze in het bisschoppelijk paleis in hartje Wenen voor een buffet. De aartsbisschop verraste de symposiumgangers daar met een indrukwekkende toespraak over de rol van de kerk in Oostenrijk tijdens de Shoah die diepe indruk maakte. Na de toespraak stond een goed verzorgd buffet klaar voor al de aanwezigen. Het symposium zelf vond plaats in het indrukwekkende historische hoofdgebouw van de universiteit van Wenen. De universiteit droeg ook een deel van de kosten van het symposium.

Er is maar liefst vier jaar gewerkt aan de voorbereiding van dit symposium. Dat was te merken, alles was tot in de puntjes verzorgd. Zo kregen al de deelnemers bij aanvang de teksten van al de lezingen op papier, naar keuze in het Engels of in het Duits. Dat was bleek zeer behulpzaam in het volgen van de lezingen die in een rap tempo werden gegeven. Het leeuwendeel van al de voorbereidingen is gedaan door de Europese afdeling van de organisatie Towards Jerusalem Council II (TJCII). Deze organisatie heeft ook het grootste deel van de kosten op zich genomen. Die waren aanzienlijk, mede omdat men er voor had gekozen dat de deelnemers zonder kosten aan het symposium mochten deelnemen. TJCII heeft ook een Nederlandse afdeling (www.tjcii.nl) en werkt al jaren aan erkenning van de unieke plaats en belang van het messiaans jodendom. TJCII ziet net als Mark Kinzer de vroege breuk van de kerk met het messiaans jodendom in de tweede eeuw als de eerste grote kerkscheuring binnen het Lichaam van Christus. Een breuk die om herstel vraagt. Bij hen leeft de gedachte dat het herstel van de relatie tussen de Joodse en niet-Joodse tak van de kerk hoog op de prioriteitenlijst van God staat. Denk ook aan het hogepriesterlijk gebed van Jezus om eenheid in Johannes 17.

Een van de deelnemers was Evert van de Poll. Hij schreef een boeiend verslag over het symposium. Evert van de Poll is hoogleraar godsdienstwetenschap en missiologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, pasteur van de Franse Baptistenfederatie, en lid van de commissies voor de verhouding met het jodendom/het Joodse volk van respectievelijk de Franse Protestantse Federatie en de Franse Nationale Raad van Evangelischen. In zijn verslag schrijft van de Pol onder meer het volgende. Hieronder volgt een gedeelte uit zijn verslag.
“Een uniek gebeuren, zo kan men het internationale symposium dat van 11 tot 13 juli 2022 in Wenen plaatsvond, wel noemen. Ruim tachtig deelnemers uit de VS, Israël en tal van Europese landen waren bijeengekomen in een van de gehoorzalen van de statige en gerenommeerde Universiteit van Wenen, om zich te bezinnen over de relatie tussen de Messiaans-Joodse beweging en de christelijke kerken. Ze vertegenwoordigden een scala van geloofstradities (Messiaans-joods, katholiek, orthodox, luthers, gereformeerd, evangelisch, charismatisch) en diverse theologische achtergronden. Nu zijn er de afgelopen decennia wel vaker ontmoetingen geweest tussen Messiaans Joodse leiders en vertegenwoordigers van christelijke kerken. Bijvoorbeeld, maar zeker niet alleen, in het kader van de beweging TJCII. Maar nog niet eerder was er zo’n brede vertegenwoordiging bijeen als nu in Wenen, niet alleen van kerkelijke richtingen maar ook van de academische theologische wereld, en dan ook nog eens onder de officiële hoede van kardinaal Christoph Schönborn, aartsbisschop van Wenen. Nu ben ik zelf in de loop der jaren heel wat gewend aan colloquia en seminars, maar achteraf sta ik nog steeds versteld van het tempo, de organisatie, de veelheid en de diversiteit van onderwerpen van dit symposium: 25 lezingen van gedegen wetenschappelijk niveau door top theologen, in tweetallen waarbij de ene spreker op de andere reageerde, plus uiteraard de vragenrondes en enkele plenaire discussies, dat alles gecondenseerd in ruim twee etmalen. En dan ook nog een hartverwarmende ontvangst in het aartsbisschoppelijk paleis waar de kardinaal de aanwezigen op verraste met een uiterst boeiende terugblik op de rol van de kerk in Oostenrijk tijdens de Shoa. (…)

Waar draaide het in de kern allemaal om in deze reeks van studies? Wat was de inzet? Die vraag heb ik niet alleen mezelf maar ook tijdens een plenaire discussie gesteld, al was het alleen maar om de zaak helder te krijgen. Het antwoord is niet hetzelfde voor Joodse dan wel niet-Joodse Jezus-als-Messias-belijders.
De eersten willen de voortzetting zijn van de Joodse vroege kerk. Hun Joodse identiteit is niet alleen essentieel, maar ook existentieel. Zo situeren zij zich uitdrukkelijk binnen het Joodse volk Daarom noemen ze zich ‘Messiaans’ en niet ‘christen’. Ook al hebben beide termen etymologisch dezelfde betekenis – christen komt van het Grieks christianos wat volgeling van Christus betekent, en Christus is gewoon de Griekse vertaling van het Hebreeuwse Messias –, ze hebben wel heel verschillende associaties, met name in de Joodse wereld. Zij ontwikkelen een bewust Joodse articulatie van het geloof in Jezus Messias – al zijn Jezusgelovige Joden het er onderling lang niet over eens hoe dat precies moet, en in hoeverre zij daarvoor de geboden van Torah dienen in acht te nemen. Zij die de Torah-observantie benadrukken, spreken soms van een stroming naast de andere stromingen binnen het jodendom, kortweg ‘Messiaans jodendom’ genoemd.
Jezusgelovige Joden denken ook verschillend over de vraag of zij hun Joodse identiteit willen beleven en vormgeven binnen de bestaande kerken, of dat deze tot uitdrukking dient te komen in afzonderlijke Messiaanse gemeenten. ‘Slechts’ tien procent van hen kiest voor de tweede optie, zo rekende de bekende Engelse theoloog Richard Harvey het symposium gezelschap voor: zo’n 15000 op de ongeveer 150000 Messiasbelijdende Joden wereldwijd – dat is ongeveer 1% van de totale Joodse wereldbevolking (ruim 15 miljoen). Hij kwam op deze getallen op basis van de jongste beschikbare statistische gegevens. Zijn schatting was bewust aan de minimale kant, als relativering van de vaak overtrokken aantallen die men soms hoort noemen.
Ook ging hij hierbij uit van het halachische, orthodox-Joodse criterium van Jood-zijn: geboren uit een Joodse moeder of op een erkende wijze tot het jodendom bekeerd. Gaat men uit van de ruimere criteria van de Wet op de Terugkeer van de staat Israël (minimaal één Joodse grootouder), dan zijn dat er veel meer. Harvey schat dat er in totaal ongeveer 715000 ‘gelovigen met Joodse achtergrond’ zijn dat is bijna 3% van de Joodse wereldbevolking volgens deze ruime criteria (meer dan 24 miljoen). Verreweg de meesten bevinden zich in bestaande christelijke kerken, het aantal Joodse leden van Messiaanse gemeenten blijft in Harvey’s statistieken schommelen rond de 15000.
Voor de Jezusgelovige Joden die hechten aan de Joodse identiteit, is die identiteit ook theologisch van belang. Aangezien het verbond van de Eeuwige met Israël nog altijd geldig is en dit volk een rol vervult en nog zal vervullen in Gods plan, is zijn voortbestaan niet alleen een existentiële maar ook een theologische noodzaak, ook voor hen die in Jezus als de Messias geloven. Daarom vinden zij dat de Joodse gelovigen niet mogen ondergaan in de heidengelovige massa. Daarom hechten zij aan hun eigen etnische en cultureel-religieuze identiteit, naast die van de gelovigen uit de volken. Het gaat Messiaanse Joden erom dat de kerken dit erkennen, namelijk dat het lichaam van Christus/de Messias een twee-eenheid is van de kerk uit de Joden (ecclesia ex circumcisione, letterlijk ‘kerk uit de besnijdenis’) en de kerk uit de volken (ecclesia ex gentibus). Zo bezien is de een niet compleet zonder de ander. Ze zijn beide één in Christus, maar die eenheid vooronderstelt juist ieders eigen identiteit – Efeziërs 2. Het woord één dat in deze tekst gebruikt wordt, vertaalt het Hebreeuwse woord ‘één’ (echad) dat niet uniformiteit of enkelvoudigheid betekent, maar een verbinding, of zeg maar een verbond, van twee afzonderlijke grootheden.

In dit verband valt er nieuw licht op de ‘katholiciteit’ oftewel de ‘universaliteit’ van de kerk, haar universele karakter. Deze is in feite verloren gegaan met het verdwijnen van de Joods-christelijke gemeenschappen in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis. “De katholieke kerk heeft het Messiaanse jodendom nodig om de volheid van de katholiciteit te herstellen,” stelden de Messiaanse dominicaan Antoine Levy en de Duitse dogmatica Ursula Schumacher in koor. Dit geldt in feite voor allen die met het Apostolische Credo de universaliteit van de kerk belijden.
‘Kerk uit de Joden’ is niet slechts een theologisch concept, maar ook een uiterst praktische zaak. Dit begrip mag niet als een engeltje in het luchtruim der ideeën blijven zweven, om een Duits gezegde te gebruiken, maar dient af te dalen naar de werkelijkheid hier en nu zodat het een Joodse gestalte aanneemt, in de sociaal-culturele en religieuze context van dit bepaalde volk.
Zoals de gelovigen uit de heidenen niet verplicht worden Jood te worden en de Joodse wetten geheel na te komen, ingevolge het besluit van het eerste concilie van Jeruzalem in Handelingen 15, zo dienen zij van hun kant te erkennen dat de Joodse volgelingen van Jezus hun Joodse identiteit niet moeten opgeven maar deze dienen te bewaren middels een Joodse levenswijze en een Joodse manier van gemeente-zijn. Dat laatste is de gedachte van een zogenaamd tweede concilie van Jeruzalem.

Er is een lange geschiedenis van marginalisering van Jezusgelovige Joden, en van assimilatie aan hun niet-Joodse christelijke omgeving, vaak onder dwang. Joodse tradities en gebruiken werden veroordeeld als ‘wettische’ en dus kerkelijk onwettige praktijken. De theologie, en dan vooral de leer van de kerk als het nieuwe volk van God, maar ook de liturgie, de toekomstverwachting, de kerkorde en de christelijke praxis hebben zich ontwikkeld zonder dat de Joodse stem erin betrokken was. Lange tijd kwamen de kerken ermee weg omdat die Joodse stem verstomd was, of bijna. Sinds de 19 e eeuw is zij weer gaan klinken, vanaf de eerste Hebrew Christians in Londen tot en met de huidige Messiaans-Joodse beweging die gestadig doorgroeit. Mag zij meepraten en haar eigen geluid laten klinken in de theologie, in het bestuur van de kerken, in de liturgie, in de missie? Gaan de kerken zich rekenschap geven van het feit dat zij zonder de kerk uit de Joden niet compleet zijn? En zijn zij bereid hun gedachten en hun praktijk bij te stellen, in het licht van de ontmoeting met de Messiaans-Joodse beweging? Dat is de kernvraag voor theologen en geestelijke leiders van de kerk uit de volken.
Wanneer deze laatsten de uitdaging van die kernvraag aannemen, zullen ze merken dat dit verstrekkende gevolgen heeft voor alle terreinen van kerk en theologie. Dat bleek goed tijdens het symposium in Wenen, waar Joodse stemmen en stemmen uit de volken inderdaad samen stemden.
Jan Heiner Tück, hoogleraar systematische theologie aan de universiteit van Wenen vatte de uitgangspunten van het symposium als volgt samen: “Wij gaan ervan uit dat de Jood Jezus van Nazareth de Messias van Israël en de volkeren is. Hij is gekomen – en zal wederkomen – om te verenigen wat gescheiden is en om het Koninkrijk in zijn uiteindelijke volheid te vestigen.
Wij gaan ervan uit dat de Kerk vanaf het begin een Kerk van Joden en heidenen was. Maar reeds in de eerste eeuwen heeft de ecclesia ex gentibus de ecclesia ex circumcisione meer en meer verdrongen en haar tenslotte vergeten. De terugkeer van de ontheemden via Jezus-gelovige Joden en de Messiaans-Joodse Beweging in de 20e eeuw moet worden gezien als een teken dat ons te denken geeft, en dat teken is het uitgangspunt in het gesprek tussen Messiasbelijdende Joden en christelijke theologen.” 1
De consequentie daarvan is dat kerken hun theologie, hun kerkleer en hun liturgie kritisch moeten onderzoeken in het licht van dit teken. Dat hebben de deelnemers aan het Weense symposium dan ook zeker gedaan.

Tot zover een gedeelte uit het boeiende verslag van Evert van de Poll.

Ik was een van de bevoorrechten die waren uitgenodigd om het symposium bij te wonen. Ja, ik voelde me, en nog steeds, echt bevoorrecht dat ik dit heb mogen meemaken. Het werd een van de meest bijzondere belevenissen van mijn leven. Zo rijk aan bijzondere ontmoetingen en prachtige gesprekken.

Sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw is het aantal messiaanse joden sterk toegenomen. Achttien eeuwen lang was er in de kerk geen plaats voor joden die Jezus als Messias beleden met vasthouden van hun Joodse identiteit. Dit symposium brak openlijk met deze uitsluiting. Voor het eerst in de geschiedenis vond in Wenen een openlijke gedachtewisseling plaats waarin de vraag centraal stond wat de terugkeer van het messiaans jodendom in onze dagen de kerk te zeggen heeft. En dit in de aanwezigheid van de vijf messiaans joodse theologen die ieder zelf ook lezingen verzorgden. Volstrekte gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning dus. Er is een nieuw hoofdstuk geopend in de geschiedenis van de kerk. Soli Deo Gloria!

 

Naschrift.
In 2022 verscheen bij Uitgeverij Herder in Duitsland een goed verzorgde Duitstalige editie met daarin al de lezingen en responses die tijdens het symposium zijn gegeven. In onze ogen een uiterst belangrijke waardevolle en ook unieke uitgave.
De titel luidt ‘Jesus – der Messias Israels? Messianisches Judentum und christliche Theologie im Gespräch’ . Het betreft een gebonden uitgave. Het boek kost 38 euro. De Engelstalige editie verschijnt bij dezelfde uitgever begin 2024.

 

  1. Jan Heiner Tück, openingstoespraak tijdens het Symposium ‘Jesus, also Messiah of Israel?, Wenen, 11 juli 2022