Opwekking en liefde voor Israël

door J. Bol

De relatie van het christendom met het jodendom is vanaf de vroege kerk in de tweede eeuw tot de dag van vandaag altijd een gecompliceerde geweest. Dat gecompliceerde kent gelukkig gradaties. De periode van de tweede eeuw tot aan de reformatie was er een van nagenoeg universeel beleden vervangingsdenken en antijudaïstische theologie. En vooral vanaf de kruistochten, een van veelvuldig geweld tegen de in christelijk Europa levende Joden. Het valt historisch niet te ontkennen dat met name in de Middeleeuwen de Europese Joden regelmatig onnoemelijk zwaar onrecht is aangedaan, met name de moordpartijen tijdens de kruistochten en de Spaanse Inquisitie als wel het meest bekende voorbeeld hiervan. Dit stuk kerkgeschiedenis is in veel opzichten niet bepaald het meest verheffende geweest. Van iets als opwekking was slechts heel sporadisch hier en daar sprake. Er kwam begin 1500 uiteindelijk niet voor niets een Reformatie.

Was de periode vóór de Reformatie gekenmerkt door sterke anti-Joodse trekken in kerk en theologie, kort ná de Reformatie is er met name in Engeland sprake van een trendbreuk. Het zijn de Engelse puriteinen geweest die in toenemende mate afstand begonnen te nemen van het anti-judaïsme in de theologie van de middeleeuwse rooms-katholieke kerk. Was de klassieke theologie tot dan toe doortrokken van wat men later de ’teaching of contempt’ (‘catechese der verguizing’) is gaan noemen, bij de Engelse puriteinen zien we rond 1600 een ’teaching of esteem’ ontstaan. Het begin van deze omslag wordt doorgaans gezien bij de kanttekening die Beza rond 1560 in de Geneva Bible plaatste bij Romeinen 11:25-26. Contra Calvijn die hij zojuist in Geeve had opgevolgd stelde Beza dat Israël hier niet staat voor de kerk maar voor het Joodse volk. In diezelfde periode rond 1560 doceerden de grote theologen Martin Bucer en Peter Martyr op grond van Romeinen 11 dat de kerk nog een toekomstige massale bekering van het Joodse volk staat te wachten. Steeds meer puriteinse theologen na hen brachten met name op grond van hun exegese van Rom.11:12-15 die toekomstige massale bekering in verband met een eveneens te verwachten massale wereldwijde opwekking van ongekende proporties. Ook de latere Humble Attempt van Jonathan Edwards moet helemaal in deze traditie gezien worden. Het is een bij uitstek optimistische theologie waarin een positieve (toekomstige) rol voor het Joodse volk is weggelegd. Dit staat in scherp contrast met het Middeleeuws scenario waarin de Joden doorgaans het bij uitstek voor altijd verdoemde volk waren.

Grote namen uit de tijd rond 1600 waren o.a. de puriteinse theologen Thomas Brightman en Hugh Broughton. Broughton was een groot geleerde op het gebied van het Hebreeuws en de geschriften van de rabbijnen. Hij was de eerste Engelsman die het plan opvatte om als zendeling onder de Joden in het Nabije Oosten te gaan werken. Hij stond ook in nauw contact met rabbijn Abraham Ruben van Constantinopel. Deze rabbijn had contact gezocht met Broughton omdat hij zijn hulp wilde bij het vertalen van het Nieuwe Testament in het Hebreeuws. De hele 17e eeuw wordt overigens in zowel Engeland, Holland en Duitsland gekenmerkt door een enorme belangstelling onder protestante theologen voor de studie van het Hebreeuws en van Joodse geschriften als de Talmud en de Mishna. Het Joodse volk stond, anders dan in de Middeleeuwen, voor het eerst in de geschiedenis van de kerk veel positiever op de radar in protestant West Europa.

In de 18 eeuw valt die intense aandacht voor de plaats van Israël terug, ze is dan veel minder prominent aanwezig. Maar het oude kerkelijke antijudaïsme wint niet opnieuw terrein in Engeland. Het is of het nieuwe denken over Israël even pas op de plaats maakt. De 18e eeuw is de eeuw van de grote internationale evangelical awakening. Een opwekking van een geografische en getalsmatige orde van grootte die tot dan ongeëvenaard was. Engeland, Wales, Schotland, Noord Ierland, Scandinavië, Duitsland en niet te vergeten het toen nog Engelse Noord Amerika, in al die landen was sprake van opwekking en kerkgroei. het was de geboortetijd van evangelicaal christendom.

De daarop volgende 19e eeuw wordt eveneens gekenmerkt door krachtige opwekkingen en verdere groei en ontwikkeling van de evangelicale beweging. Het is ook de eeuw van de grote doorbraken op het gebied van zending. Engeland is deze eeuw het brandpunt, maar ook piëtistisch Duitsland speelt een belangrijke rol. Het is in deze eeuw dat aandacht voor het Joodse volk weer volop in het middelpunt van de evangelicale agenda komt te staan. Zending onder de Joden en passie voor de in de Schrift voorzegde terugkeer van het Joodse volk naar Palestina, het was gemeengoed in het denken van vooral de calvinistische evangelicale christenen in het Engeland van de 19e eeuw. Sterk aanwezig was ook het bewustzijn dat de Joden met name van de hand van de Rooms Katholieke Kerk eeuwenlang onnoemelijk veel en verschrikkelijk onrecht was aangedaan. Deze evangelicale christenen wilden heel nadrukkelijk een heel ander gezicht van het christendom laten zien: werkelijke naastenliefde, daadwerkelijke hulp, opkomen voor gerechtigheid. In diezelfde 19e eeuw treffen we dit type opwekkingschristendom in Nederland aan in de kringen van het Reveil (Isaac Da Costa) en bij een beweging als het Heil des Volks (ds. Jan de Liefde). In Engeland was Lord Shaftesbury wel de bekendste onder hen. Andere bekende namen in Engeland zijn o.a. Charles Simeon en Robert Murray McCheyne. Uiteindelijk bleek dit geheel nieuwe protestante pro-Joodse christendom in Engeland zo sterk dat het zelfs in staat bleek de Balfour Declaration in het leven te roepen. En zo heeft het filosemitische Engelse evangelicale christendom aan de wieg gestaan van de huidige staat Israël

Terugkijkend op vier eeuwen calvinistisch gestempeld opwekkingschristendom in de Engelstalige wereld valt er mijns inziens een lans te breken voor de idee dat deze grote opwekkingen mogelijk een bijzondere door God georkestreerde connectie hebben gehad met Gods plannen met het Joodse volk. Zou het niet zo kunnen zijn dat de God van Israël de Reformatie en de daaruit voorkomende puriteinen en opwekkingsbewegingen mede in het leven heeft geroepen om een einde te maken aan de vreselijke dwaling van christelijk antijudaïsme en het lot van de Europese Joden positief te beïnvloeden? En zou het niet zo kunnen zijn dat de God van Israël, die ook de Heer van de Kerk is, dit evangelicale christendom ook om die reden drie eeuwen lang zo onvoorstelbaar rijk heeft gezegend met enorme opwekkingen en doorbraken op het gebied van zending? Heeft God dit opwekkingschristendom destijds niet mede om die reden zo enorm sterk gemaakt om zo een keer te brengen in het lot van zijn uitverkoren volk Israël? Sprak deze zelfde God al niet in Genesis 12 tot Abraham en over Abrahams hoofd ook tot de kerk der eeuwen: “Ik zal zegenen wie u zegent en wie u vervloekt zal ik vervloeken”? Bergt dit alles voor de kerk van vandaag niet zowel een belofte als een waarschuwing in zich ? Ligt er niet nog steeds, of wellicht juist nu, een belofte van grote zegen voor een kerk die het Joodse volk en Israël werkelijk tot zegen zoekt te zijn?


Aanbevolen literatuur

  • The Origins of Christian Zionism ; Lord Shaftesbury and evangelical support for a Jewish homeland,
  • Donald M. Lewis, Cambridge University Press, ISBN 978-0-521-51518-4
  • The Puritan Hope; a study in revival and the interpretation of prophecy, Iain Murray, Banner of Truth Trust, ISBN 978-0-851-51247-1
  • Puritan Eschatology, the millennium and the future of Israel: Puritan Eschatology 1600-1660, edited by Peter Toon, James Clarke & Co Ltd, ISBN 978-0-227171-45-5
  • Why Care about Israel ? , Sandra Teplinsky, Chosen Books, a division of Baker Book House Company, ISBN 978-0-800-79343-2
  • Future Israel; Why Christian Anti-judaism must be challenged, Barry Horner, B&H Publishing Group, ISBN 978-0-8054-4627-2
  • Israel and the Church; the origins and effects of replacement theology, Ronald E. Diprose, Paternoster, ISBN 978-188-454-397-5
  • Has the Church Replaced Israel? a theological evaluation, Michael J. Vlach, B&H Publishing Group, ISBN 978-08054-4972-3