De kracht van ideeën

Twee opmerkelijke initiatieven in Israël

Door J. Bol

In het voorjaar van 2014 was ik zestien dagen voor een studiereis in Israël. Deze keer stond het bezoeken van twee boeiende nieuwe Israëlische organisaties op mijn programma. Maar eerst een paar algemene indrukken.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar maar wie een hart voor Israël. heeft en het nieuws rond dit land in enige mate volgt, krijgt gemakkelijk het idee dat Joden In Israël het psychisch toch wel zwaar moeten hebben. Want het is nogal wat om jaar in jaar uit in het besef te moeten leven dat je als land omringd bent met niets dan vijandige staten, de een wat vijandiger dan de andere. Toegegeven, met Egypte en Jordanië bestaan sinds een aantal jaren vredesakkoorden. Met die landen is geen sprake van een koude oorlog maar evenmin van een warme vrede. Bij mijn weten is er voor Joodse Israëli’s nog steeds maar een manier om probleemloos zonder kleerscheuren of erger hun land te verlaten en binnen te komen: dat is via de luchthaven Ben Goerion. Probeer je eens voor te stellen dat de enige veilige manier om Nederland te verlaten of binnen te komen Schiphol zou zijn. Dit bittere en veelzeggende gegeven roept het beeld van een belegerd land op. … En dat is Israël dus ook. Nog steeds. Al 67 jaar lang. Dit moet toch een impact hebben op het psychisch welbevinden van de gemiddelde Joodse Israëliër. Ja, dat zou je denken. Maar het straatbeeld toont heel anders was mijn ervaring.

Een optimistisch en vaak gelovig volkje

Ik was het grootste deel van mijn studiereis alleen op stap. Het automatische gevolg is dat je dan veel meer dan tijdens een groepsreis in contact komt met de Israëli’s. En dat je dus ook meer beeld krijgt van het dagelijkse leven in Israël. Zo nam ik in Jeruzalem, als de tijd het toeliet, bij voorkeur niet de bus of tram maar ging ik lopend naar mijn bestemming. Dan valt er heel wat te observeren onderweg. En wat dan opvalt is dat de gemiddelde Israëlische Jood er vaak opgewekt bijloopt. Er wordt regelmatig gelachen en je proeft levensvreugde om je heen. Niet dat je helemaal geen triest ogende mensen tegenkomt, maar het gangbare straatbeeld is dat van een bevolking die optimistisch in het leven staat, een bevolking ook die een bepaalde dynamiek uitstraalt. Dit beeld wordt nog versterkt door de prominente aanwezigheid van religie in het straatbeeld, met name in Jeruzalem. Heel anders dan in het sterk geseculariseerde Nederland wordt je in Israël regelmatig herinnerd aan de religieuze dimensie van het leven: de vele synagoges en Yeshiva’s (de religieuze scholen). Maar ook de kleding en het uiterlijk van veel Joden die van hun orthodoxe geloof getuigen, de keppeltjes en de hoeden en ga zo maar door. Het meest bijzonder vond ik nog de, vaak jonge, vrouwen die ik regelmatig in de bus zag bidden met hun gebedenboek open in hun handen. En niemand die daar dan vreemd van opkijkt, dat wordt volkomen normaal gevonden door de overige passagiers. Kom daar eens om in geseculariseerd Nederland…. Alles bij elkaar levert dit een straatbeeld op van een bevolking die niet alleen optimistisch in het leven staat, maar die ook voor een belangrijk deel religieus is en daarvan onbekommerd blijk geeft. De religieuze dimensie geeft een grond aan het optimisme. Het leven is voor veel mensen werkelijk ergens op gebaseerd, op hun geloof in God. Je proeft dat om je heen in Israël, en helemaal in Jeruzalem. Ik heb het als weldadig ervaren.

De trauma’s en de pijn

Het breed aanwezige optimisme en de dynamiek in de Israëlische samenleving is natuurlijk niet het hele verhaal. Het leven in Israël is in verschillende opzichten ook zwaar. Ik noem een paar ‘zaken’. Terwijl ik op Schiphol het vliegtuig instapte raakte ik even kort in gesprek met een Israëliër. die naast me liep. Ik zei hem dat ik weet heb van het grote probleem van Israëliërs die onder de armoedegrens leven en maandelijks de grootste moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat ik weet van de hoge kosten van het dagelijkse levensonderhoud in Israël. Ik noemde het bekende cijfer van ruim vijfentwintig procent, het deel van de Israëlische bevolking dat dagelijks met dit probleem te kampen heeft. Hij schudde veelbetekenend zijn hoofd en zei toen: “vijftig procent”. De man, die Moshe Kalon bleek te heten, vertelde me dat hij tot verleden jaar minister van communicatie was geweest in het Israëlische kabinet, maar dat hij nu de bestrijding van het armoedeprobleem tot zijn nieuwe hoofdtaak wil gaan maken. De kloof tussen arm en rijk schijnt in Israël nog steeds toe te nemen, zo hoorde ik van verschillende kanten tijdens mijn reis. Ik heb me regelmatig afgevraagd wat profeten als Amos en Jesaja van deze sociale ongelijkheid zouden zeggen als ze nu in Israël zouden rondlopen. Bijna de helft van de bevolking die met moeite de maandelijkse vaste lasten weet te betalen…

En dan toch die levensvreugde, toch dat optimisme dat je zoveel om je heen ziet in Israël. Een veerkrachtig volk.

Wanneer ik mensen persoonlijk sprak heb ik dat opvallende optimisme een paar keer ter sprake gebracht. Dat werd dan beaamd maar wel met de kanttekening dat ik me moest realiseren dat Israëli’s van binnen bijna allemaal met trauma’s rondlopen. “Dat ik me wel moest realiseren dat het Joodse volk van binnen nog steeds een getraumatiseerd volk is”, zoals een wetenschapper en nota bene dezelfde dag ook een serveerster in een restaurant, me toevertrouwden. En dat dat alles te maken heeft met de erfenis van de Holocaust, de oorlogen en de terreur waar Israël al decennia lang mee te kampen heeft gehad. Zeer veel Israëli’s hebben vaders en moeders, opa’s en oma’s die overlevenden uit de kampen zijn. Zeer velen kennen uit de eerste hand de verhalen van de vaak tientallen familieleden die het toen niet hebben overleefd. En zeer velen kennen wel iemand wiens familie getroffen is door een van de vele terreuraanslagen van de afgelopen decennia. Of hebben dat in eigen familie van heel dichtbij meegemaakt. Maar de immensiteit van de Holocaust weegt het zwaarst. Dit collectieve trauma is levensgroot aanwezig in de Joodse ziel anno 2014. “We moeten wel optimistisch zijn vertrouwde een Joods orthodoxe zakenman me toe, dat hebben we eeuwenlang moeten zijn.” En dan denk ik: en het is jullie vaste vertrouwen in de God van het verbond, de trouw van de Eeuwige die de diepste grond is van jullie Joodse optimisme. Het vaste vertrouwen in de goedheid van God en in de uiteindelijke uitkomst: de belofte van algehele Shalom als de Messias komt. Maar ook het diepe besef als Joods volk een unieke roeping van Godswege te hebben om een zegen te zijn voor de volken. Getuigen van de levende God, de Enige. De Messiasverwachting leeft overigens breed onder de Israëlische bevolking.

Het werkelijke gevaar in Joodse ogen

De gemiddelde Joodse Israëliër. mag dan optimistisch in het leven staan, dat neemt niet weg dat hij / zij zich goed bewust is van het feit dat de berichtgeving over Israël in de buitenlandse media zeer vaak eenzijdig kritisch richting Israël is. En daar heeft de gemiddelde Israëli grote problemen mee. De veelvuldige eenzijdige kritiek op Israël wordt als onrechtvaardig en onterecht ervaren. En dat geldt in mogelijk nog grotere mate voor de boycotacties tegen uitgerekend Israël, de enige democratische rechtsstaat in het hele Midden-Oosten. Daar begrijpt men in Israël al helemaal niets van. Toch ziet lang niet iedereen de bedreigingen van buitenaf als het grootste probleem. In dit verband vond ik heel bijzonder wat twee gelovige Joodse vrouwen me los van elkaar toevertrouwden. De een een orthodoxe chassidische Joodse, de ander een bekend Messias belijdende Joodse theologe. Beiden zeiden diep overtuigd te zijn dat het grootste gevaar voor Israël niet schuilt in de vijanden van buitenaf maar in de verdeeldheid van de Joden onderling. Onderlinge verdeeldheid, en in sommige gevallen zelfs onderlinge haat, werden door beide vrouwen als een veel groter gevaar voor Israël gezien dan Hamas, Hezbollah, Al Qaeda en Iran bij elkaar. Zoiets zet je wel weer aan het denken…

Van Princeton naar Jeruzalem

Zoals ik aan het begin van dit artikel noemde heb ik deze studiereis ook twee nieuwe Israëlische organisaties bezocht. Het Herzl Institute en Shalem College, beide gevestigd in Jeruzalem. Het Herzl Institute en Shalem College zijn alle twee opgericht in 2013. Beide komen voort uit het eerder in 1994 opgerichte Shalem Center dat nu is opgegaan in deze twee nieuwe instituten. Het Hebreeuwse woord ‘Shalem’ staat voor ‘compleet’. Het woord ‘compleet’ duidt in dit geval op het klassieke onderwijsideaal van een brede intellectuele vorming die het brede scala van de Westerse, en in dit geval tevens de Joodse, klassieken bestrijkt. Shalem Center werd destijds in 1994 opgericht door een aantal pas afgestudeerde Amerikaanse Joodse wetenschappers die elkaar hadden leren kennen tijdens hun studie aan de gerenommeerde Princeton universiteit in New Jersey in de V.S. Princeton staat bekend als een van de beste universiteiten ter wereld en wordt door velen gezien als de beste universiteit in de Verenigde Staten. Yoram Hazony en Daniel Polisar maakten onder andere deel uit van deze groep Joodse studenten. Hazony en zijn vriend Polisar vielen destijds al op door tijdens hun studie in Princeton het gematigd conservatieve tijdschrift ‘The Princeton Tory’ op te richten. Het blad bestaat nog steeds. Ook Julia Fulton behoorde tot deze groep Joodse studenten die kort na hun studie naar Israël verhuisden. Julia Fulton trouwde met met Yoram Hazony en gaat nu door het leven als Yael Hazony. Ze is tevens werkzaam aan het Herzl Institute en heeft samen met Hazony intussen negen kinderen. Wat bracht deze pas afgestudeerde Joodse wetenschappers ertoe om begin jaren ’90 naar Israël te verhuizen?

Polisar, die nu werkt voor Shalem College, weet zich nog goed te herinneren dat ze destijds in Princeton vaak met elkaar spraken over wat Israël nodig heeft. Polisar: “We lazen veel werken van bekende belangrijke intellectuelen. Dat draaide altijd om het gegeven dat denkbeelden consequenties hebben en dat de kracht van ideeën de loop van de geschiedenis bepaalt en dus de toekomst… Het was duidelijk voor ons dat hoger onderwijs doorslaggevend is voor hoe mensen denken, zeker de meest invloedrijke mensen in de maatschappij. En daarom is hoger onderwijs bepalend voor hoe de toekomst van een land eruit gaat zien.“ Op een gegeven moment besloten de studenten aan Princeton dat ze na hun studie hun eigen universiteit zouden gaan stichten. Een universiteit die net als Princeton een curriculum zou gaan aanbieden dat op een brede klassieke leest geschoeid is, maar dan in Israël. Met behulp van twee vermogende Joodse financiers uit de V.S. ging in 1994 het Shalem Center van start, met de bedoeling dat het op termijn zou uitgroeien tot een volwaardige universiteit. Niet zomaar een universiteit maar een die als doel had het zionistische ideaal van een Joodse staat verder te versterken De uiteindelijk op te richten universiteit waarvoor het Shalem Center de aanloop moest zijn, moest een broedplaats gaan worden van toekomstige politieke en maatschappelijk leiders die hadden geleerd grondig na te denken over het hoe en waarom van een Joodse staat. Zionistische leiders die in het publieke debat hun mannetje zouden weten te staan en anderen zouden weten te inspireren om het zionistische ideaal op intelligente en effectieve wijze in hun eigen tijd verder gestalte te geven. Een volwaardige universiteit die leiders van dat kaliber zou gaan afleveren, dat was het ideaal dat de stichters van Shalem Center voor ogen hadden.

De uitholling van het zionistisch ideaal

Eenmaal in Israël waren de ambitieuze jonge pioniers uit de V.S. al snel verbijsterd over de trend die ze in het land waarnamen. Op veel plekken in Israël zagen ze dat mensen in toenemende mate afstand begonnen te nemen van het ideaal van een Joodse staat. Met name veel intellectuelen bleken op te schuiven richting de idee dat de staat Israël eigenlijk helemaal niet zo nodig een specifiek Joodse staat hoefde te zijn. Het ideaal waarmee Theodor Herzl destijds van start was gegaan en dat vervolgens later door Chaim Weizmann, Ben Goerion en een hele reeks andere zionistische leiders werd verwezenlijkt, dreigde nu alsnog schipbreuk te gaan leiden. Niet zozeer door de dreiging van vijandige buren maar doordat steeds grotere delen van de eigen intellectuele elite vraagtekens begonnen te stellen bij de wenselijkheid van een Joodse staat. Deze beweging staat wel bekend als post-zionisme. De interne steun voor het hele idee van een Joodse staat dreigde van binnenuit te worden uitgehold. Dit vroeg om een krachtig weerwoord. En dat kwam.

In 1996 startte Shalem Center een eigen kwartaal tijdschrift onder de naam Azure; Ideas for the Jewish Nation’. Er verschenen in totaal 46 edities, het laatste nummer kwam uit in de herfst van 2011. Al de edities die samen een schat aan kwalitatief hoogstaande boeiende artikelen bevatten, zijn gratis toegankelijk in het archief van Azure op www.azure.org.il.

In het eerste nummer dat in 1996 verscheen schreef Hazony het volgende: “Wat doorgaat voor een ‘nationalistisch kamp’ in Israël, de Likoed en haar zusterpartijen, kent eigenlijk nauwelijks een traditie van intellectuele doordenking van het zionistisch ideaal. Men heeft geen eigen opleidingsinstituten, geen serieuze denktanks of uitgeverijen, geen eigen kranten en geen eigen omroepen. Niets ook van het niveau van de geschriften van (belangrijke denkers als) Adam Smith, Edmund Burke of Friedrich Hayek is ooit in het Hebreeuws door hen geschreven of ten minste in het Hebreeuws vertaald.”

Dit was niet mis te verstane kritiek op de intellectuele verwaarlozing van het zionistische ideaal door nota bene de zionisten zelf. Het zionisme dreigde volgens Hazony aan intellectuele bloedarmoede ten onder te gaan. Kort daarna begonnen de pioniers van Shalem Center inderdaad met het vertalen en uitgeven van werken van in hun ogen belangrijke westerse denkers in het Hebreeuws. Daarnaast werden academische conferenties op touw gezet waar geleerden uit de hele wereld, inclusief hoogleraren uit Princeton, kwamen spreken in Israël. Alles werd uit de kast getrokken om de doordenking van het zionistische ideaal, een levenskrachtige moderne Joodse staat, nieuwe impulsen te geven. En zo het draagvlak voor dit ideaal te verbreden en te versterken onder met name de jonge generatie die de leiders van morgen zijn.

De knuppel in het hoenderhok

Helemaal in deze lijn verscheen in het jaar 2000 het ruim 400 pagina dikke en knappe boek van Hazony ‘The Jewish State ; The Struggle for Israel’s Soul’. Het boek deed veel stof opwaaien en dat was dan ook precies Hazony’s bedoeling. Het was de bekende knuppel in het hoenderhok. Hazony schrok er in zijn diepgravende analyse niet voor terug om enkele dierbare Israëlische heilige huisjes onder vuur te nemen. Zo beschrijft hij met veel kennis van zaken hoe de Hebrew University in Jeruzalem in zijn ogen al vroeg een broedplaats werd van intellectuelen die vraagtekens begonnen te stellen bij het zionistische ideaal. Ook Martin Buber moet het wat dit betreft regelmatig ontgelden bij Hazony. Zijn stevige kritiek op de rol van de gerenommeerde Hebrew University en Martin Buber viel zoals te verwachten lang niet bij iedereen in goede aarde. Maar wel werd zijn scherpzinnige analyse in Israël in brede kring als knap en belangrijk erkend. Zo schreef de bekende uit de voormalige Sovjet Unie afkomstige ‘refusnik’ Nathan Sharansky het volgende over Hazony’s boek: “Vijftig jaar na het ontstaan van de staat Israël is de grootste uitdaging waar de Joodse staat zich voor gesteld ziet niet hoe zich te beveiligen tegen vijanden van buitenaf, maar veeleer hoe te voorkomen dat ze van binnenuit uiteenvalt. Een terrein winnend ‘post-Zionisme’ bedreigt de fundamenten zelf van Israël als een Joodse staat en het bedreigt de centrale rol van deze staat in de levens van heel het Joodse volk. Yoram Hazony’s boek legt de intellectuele wortels bloot van het ‘post-Zionisme’ en het toont de overal tegenwoordige invloed ervan aan in de Israëlische samenleving. Hazony’s boek is van onschatbare waarde voor een ieder die deze enorme uitdaging in de Israëlische samenleving wil begrijpen.” Tot zover Sharansky die zelf ook jarenlang nauw betrokken is geweest bij het werk van het Shalem Center.

Een zionistische universiteit in Jeruzalem

Afgelopen najaar 2013 was het dan zover. De droom waarmee de pioniers van Shalem Center in 1994 waren begonnen werd nu realiteit. Shalem College ging van start, een universiteit met een heuse Bachelor of Art opleiding. De Israëlische wetgeving schrijft voor dat een nieuwe universiteit in fasen van de grond komt. Eerst draait men enkele jaren een Bachelor of Art programma. Als dat na overheidsinspectie van voldoende kwaliteit wordt bevonden mag men een Master niveau gaan aanbieden. En als ook het onderwijs op dat niveau de goedkeuring van de overheid wegdraagt mag men beginnen met het aanbieden van promotieplekken, het zogenaamde Ph.D niveau. Gezien het indrukwekkende aantal lectoren en hoogleraren van naam die Shalem College aan zich heeft weten te binden schat ik de kans van slagen van deze prille nieuwe universiteit hoog in. In de staf zitten onder andere Martin Kramer en Daniel Gordis, beide bekende namen in Israël en daarbuiten. Kramer is expert op het gebied van de hedendaagse Islam, de Arabische politiek, het Midden Oosten en Afrika. Gordis is goed thuis in de Joodse klassieken, de Talmoed en de Mishna. Daarnaast heeft Gordis twee belangrijke en originele boeken op zijn naam staan die grondig ingaan op de uitdagingen waar de Joodse staat Israël momenteel mee te maken heeft: ‘The Promise of Israël: How Israel’s Seemingly Greatest Weakness is Actually its Greatest Strength’ (2012) en ‘Saving Israël: How the Jewish People Can Win a War That May Never End‘ (2009). Voor dit laatste boek ontving Gordis in 2009 de nationale prijs voor het beste Joodse boek van het jaar.

Naast de kwaliteit van de staf en het docentenkorps staat of valt dit prestigieuze project natuurlijk met de vraag of er voldoende financiering voorhanden is. In dit geval speelt die vraag des te meer omdat deze nieuwe universiteit geen enkele overheidssubsidie ontvangt. En de jaarlijkse begroting loopt uiteraard in de miljoenen. Het hele project wordt net als het eerdere Shalem Center grotendeels gefinancierd door enkele zeer vermogende Amerikaanse Joden. Dat is niet ongebruikelijk in Israël. Op allerlei plekken komt men daar projecten tegen die gefinancierd worden door Joden in de diaspora. Denk bijvoorbeeld aan het bekende Hadassa Ziekenhuis in Jeruzalem. Die bereidheid tot het bijdragen van grote sommen geld maakt weer eens duidelijk hoe fundamenteel belangrijk het welslagen en voortbestaan van de Joodse staat wordt gevonden door tal van Joden wereldwijd. En hoe Israël ook de diaspora nodig heeft.

Een grondig fundament voor toekomstige leiders

Het curriculum van Shalem College is conform het oorspronkelijke ideaal van Shalem Center helemaal gericht op het zo breed mogelijk opleiden van toekomstige zionistische leiders voor Israël. Breed in de zin dat iedere student voorafgaand aan zijn of haar specialisatie eerst grondig kennis moet nemen van de Westerse en Joodse klassieken. Dit onderdeel van de studie heet het ‘Core Program’. De indrukwekkende inhoud van het ‘core program’, de specialisaties en heel veel meer interessante informatie over het College kunt u vinden op de Engelstalige website van Shalem College www.shalem.ac.il. In het Core Program moeten de studenten onder andere teksten van Plato, Aristoteles, Maimonides, Kant en Tolstoi lezen. Ik miste in dit rijtje overigens wel christelijke denkers als Augustinus en Thomas van Aquino. Die horen mijns inziens toch echt wel thuis in het rijtje van fundamenteel belangrijke westerse klassieken.

Na succesvol doorlopen van het ‘core program’ kunnen de studenten kiezen uit twee specialisaties: ‘Middle East and Islamic Studies’ of ‘Philosophy and Jewish Thought’. De studenten worden zorgvuldig geselecteerd. Alleen de allerbesten en meest gemotiveerden worden toegelaten. Naast intellectuele kwalificaties wordt ook naar andere aspecten gekeken. Zo wordt van iedere student verwacht dat hij of zij bereid is om zich naast de studie ook sociaal in te zetten in de samenleving in Jeruzalem. Dus vanaf het begin van hun studie aan Shalem College wordt studenten duidelijk gemaakt dat ze een tevens een bijdrage gaan leveren aan de samenleving. Uitsluitend gericht zijn op je eigen carrière en alleen met de neus in de boeken is er dus niet bij.

Shalem College staat in principe open voor alle Israëli’s, ook voor Arabische moslims die Israëlisch staatsburger zijn. Maar gezien de expliciete focus van het College op het versterken van het zionistische ideaal van de Joodse staat is het niet verwonderlijk dat zich tot nu toe nog geen Israëlische moslims als student hebben aangemeld. De studentenpopulatie bestaat tot nu dus nog uitsluitend uit Joodse Israëli’s, van praktiserend streng orthodox tot seculier en alles daar tussenin. Financiële mogelijkheden van de student zelf hoeven nooit een belemmering te zijn. Door de zware sponsoring vanuit de V.S. kunnen de collegegelden ver beneden de feitelijke kostprijs gehouden worden. En studenten ontvangen zelfs een bescheiden maandelijks inkomen van het College. Ik heb het College kort kunnen bezoeken. Ik was onder de indruk van het zeer moderne fraai ogende gebouw, de flinke bibliotheek en de verdere aanwezige voorzieningen. Alles zag er even verzorgd en modern uit. Het moet een voorrecht zijn om in deze inspirerende omgeving als student aan de slag te kunnen. Ik bespeurde een lichte jaloezie bij mezelf…

Een visie voor Israël én de wereld

Maar zoals gezegd heeft Shalem Center afgelopen jaar niet alleen het Shalem College voortgebracht. In 2013 kwam tevens het Herzl Institute van de grond. Wie de website van het Herzl Institute, www.herzlinstitute.org , bekijkt komt er al snel achter dat een belangrijk deel van de staf en docenten afkomstig zijn van het voormalige Shalem Center. Net als de staf van Shalem College. En ook dat de missie van het Herzl Institute deels overeenkomt met de missie van Shalem College. Alles wijst erop dat men het destijds niet eens is kunnen worden over de te kiezen verdere koers van Shalem Center en dat dit verschil in visie geresulteerd heeft in twee nieuwe initiatieven. Deze gang van zaken komt me als christen bekend voor…

Wat beide instituten kenmerkt is de ambitie om jonge mensen te vormen en op te leiden tot nieuwe leiders in politiek en maatschappij. Toekomstige leiders die geleerd hebben om grondig te reflecteren op de noodzaak en legitimiteit van een Joodse democratische staat Israël. En die het ideaal van de Joodse staat van nieuwe impulsen zullen weten te voorzien en levend te houden. En dat te midden van de vele uitdagingen en vraagstukken waar de staat Israël ongetwijfeld nog voor zal komen te staan.

Maar afgezien van overeenkomsten zijn er ook belangrijke verschillen tussen beide instituten. Is Shalem College overduidelijk een volwaardige universiteit (in wording), het Herzl Institute is meer een denktank en onderzoeksinstituut dat afzonderlijke workshops en cursussen zal gaan bieden aan studenten die elders studeren, op bachelor, master en PhD niveau. Men moet dan bijvoorbeeld denken aan programma’s die tijdens zomervakanties worden aangeboden. Wat het Herzl Institute ook onderscheidt van Shalem College is de sterkere focus op contact met christelijke denkers.

Van de hand van Yoram Hazony verscheen in 2012 een opmerkelijke nieuwe studie die veel aandacht heeft getrokken van christelijke theologen en filosofen in de V.S. en het Verenigd Koninkrijk. De titel luidt ‘The Philosophy of Hebrew Scripture’. Toen ik het Herzl Institute bezocht vertelde Hazony me dat hij sinds de publicatie van dit boek voor het eerst veel positieve contacten heeft gekregen met christelijke denkers en dat hij dit een heel boeiende nieuwe ontwikkeling in zijn leven vindt. Ik ben onder de indruk geraakt hoe een orthodoxe Joodse denker van het kaliber van Hazony bereid is om intensief in gesprek te gaan met christelijke theologen en filosofen.

Een ander belangrijk verschil met Shalem College is de grotere nadruk die het Herzl Insitute legt op de rol die de Joodse traditie, de Joodse filosofie en de Joodse doordenking van de Tenach hebben gespeeld in de ontwikkeling van het moderne westerse denken. Waar beide instituten tot doel hebben de visie voor de Joodse staat te versterken, gaat het Herzl Institute naar mijn indruk een stap verder door de lans te breken voor het intrigerende idee dat het Joodse denken tevens een belangrijke bijdrage heeft te leveren aan heel de wereld. Het doet me denken aan het bijbelse gegeven dat Israël geroepen is om een zegen voor de naties te zijn.

Yoram Hazony en ook andere wetenschappers zijn overtuigd dat de Tenach en het Joodse denken met name in de 17e eeuw een doorslaggevende rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van het moderne westerse denken. Dit bij velen nagenoeg onbekende historische gegeven is de afgelopen jaren inderdaad aangetoond in diverse belangrijke wetenschappelijke publicaties. Hiermee is intussen een heel nieuw veld van belangrijk wetenschappelijk onderzoek geopend. Maar liefst zeventien edities van de kwartaaluitgave ‘Hebraic Political Studies’, waarin u een keur aan voortreffelijke artikelen over deze onderwerpen aantreft, zijn gratis toegankelijk op het internet. Ze zijn te downloaden op www.hpstudies.org . Yoram Hazony en het Herzl Institute hebben duidelijk de ambitie om hun aandeel te blijven leveren aan de verdere uitbouw van dit fascinerende veld van wetenschappelijk onderzoek.

Wat heeft dit alles ons christenen met een hart voor Israël te zeggen? Hoe kan het gesprek met Joodse denkers als Yoram Hazony ons en onze visie op Israël en het Joodse volk verrijken? We zijn als christenen snel geneigd om onze relatie met Israël en het Joodse volk uitsluitend te bezien vanuit onze eigen christelijke Bijbelse denkschema’s. Dat is niet zo vreemd natuurlijk. Maar willen we werkelijk iets van Israël gaan begrijpen, dan zullen we toch ook moeten willen luisteren naar hoe gelovige Joodse Israëli’s zichzelf zien. En dan zullen we interesse moeten weten op te brengen voor hun inspanningen om, als Joden die het verbond van God met Israël voluit serieus nemen, hun weg te vinden in het leven. Als individu, als volk en als staat. En op het wereldtoneel.

Met dank aan al die prachtige Joodse mensen die iets van hun leven met mij hebben willen delen tijdens deze bijzondere studiereis. Er valt wat te leren in Israël.