Waarom de kerk niet langer zonder dit messiaans-joods perspectief kan
Lezing door Jeroen Bol, voorzitter van de Jules Isaac Stichting
Deze lezing werd gegeven op de studiedag van de Jules Isaac Stichting in de Poortkerk te Veenendaal, donderdag 16 januari 2025.
Het thema van de studiedag was: Messiaanse joden en joodse christenen samen – Postmissionary Messianic Judaism, Yachad BeYeshua en het herstel van het gewonde volk van God.
Hoofdspreker deze studiedag was de messiaans-joodse theoloog dr. Mark S. Kinzer. In deze lezing staat Jeroen Bol stil bij het grote belang van het theologisch werk van Mark Kinzer. Ook spreekt hij af en toe Mark Kinzer rechtstreeks aan.
Voor wie het Engels onvoldoende machtig is, zijn de Nederlandse vertalingen van de Engelse citaten te vinden in de noten aan het eind van de tekst.
Vanmorgen hebben we veel gehoord over het gewonde volk van God en in welke richting we het herstel kunnen zoeken. Het is geen geheim dat wij als Jules Isaac Stichting dit herstel hoog op onze agenda hebben staan. Het was een van de redenen dat we in 2015 de Jules Isaac Stichting oprichtten. In het najaar van 2006 werd ik me voor het eerst bewust van de enorme tragiek van de Joodse geschiedenis in christelijk Europa. Het was het boek van de Oostenrijker Werner Keller, ‘En zij werden verstrooid onder alle volkeren’, dat me de ogen hiervoor opende. Keller laat zien dat intens Joods lijden niet slechts incidenteel plaatsvond in de Europese geschiedenis. Het werd me toen pas voor het eerst duidelijk dat Joden regelmatig, op veel meer manieren en op veel meer plaatsen met vaak groot lijden en onrecht te maken hebben gehad. Er bleek sprake te zijn van een patroon.
Natuurlijk wist ik van de Holocaust. Maar dat er een relatie ligt, zij het een indirecte, tussen de Holocaust en 1800 jaar christelijk anti-judaïsme, dat was nieuw voor mij. Ik ontdekte dat het christendom 1800 jaar lang gepaard is gegaan met anti-Joods denken. Dit consequent negatieve denken over Joden creëerde de voedingsbodem waarop het antisemitisme van de nazi’s heeft kunnen floreren.
We hebben onze stichting heel bewust vernoemd naar de eminente Franse Joodse historicus Jules Isaac. Zijn boek ‘Jésus et Israël’ is na de Tweede Wereldoorlog van grote invloed gebleken. Isaac verrichtte diepgaand onderzoek naar de wortels van het extreem gewelddadige antisemitisme waarmee hij hoogstpersoonlijk te maken had gekregen. Hoe pakte hij zijn onderzoek aan? Dat kwam kort gezegd hierop neer. Hij vergeleek nauwgezet de verslagen van de evangeliën met wat hij aantrof in bijbelcommentaren en andere christelijke literatuur. En zijn kennis van de geschiedenis van het Joodse volk in de eerste eeuwen van onze jaartelling legde hij naast de christelijke versie van diezelfde Joodse geschiedenis. Jules Isaac wilde helder krijgen in hoeverre de christelijke theologische traditie afwijkt van wat we in de evangeliën lezen. Zijn enorme expertise en bekwaamheid als historicus kwamen hem hierbij goed van pas.
Hij gaat nauwgezet te werk. En dan komt hij in de loop van zijn drie jaar durend onderzoek tot opmerkelijke ontdekkingen. De gangbare christelijke opvattingen over de Joden blijken regelmatig in ernstige mate af te wijken van wat de Evangeliën zelf leren. En de christelijke duiding van de Joodse geschiedenis spoort op wezenlijke punten niet met de feitelijke geschiedenis van het Joodse volk. En misschien wel de belangrijkste conclusie: daar waar de christelijke theologische traditie afwijkt van de evangeliën en de feitelijke historische gegevens, blijken die afwijkingen stelselmatig ten nadele van de Joden te zijn. Isaac trekt de conclusie dat het Europese antisemitisme zijn diepste wortels heeft in de christelijke anti-Joodse theologische traditie. Tegelijk stelt hij dat dit christelijk anti-judaïsme in strijd is met wat de evangeliën zelf leren. In lijn hiermee stelt Isaac dat anti-judaïsme en antisemitisme in strijd zijn met het wezen van het christendom zelf.
Aan de hand van zorgvuldige lezing van de evangeliën toont hij aan dat Jezus het Joodse volk nooit heeft verworpen en dat het Joodse volk Jezus nooit heeft verworpen. Na de oorlog heeft Jules Isaac er tot aan zijn overlijden in 1963 onvermoeibaar voor gepleit dat de Rooms Katholieke Kerk voor eens en voor altijd afstand zou nemen van de eeuwenoude anti-Joodse denkbeelden. Met succes. Zijn inspanningen hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het tot stand komen van de gezaghebbende kerkelijke verklaring Nostra Aetate. Met Nostra Aetate nam de Rooms Katholieke Kerk in 1965 radicaal afscheid van haar eeuwenoude anti-Joodse kerkelijke traditie. Voor het eerst in haar bestaan leerde de Rooms Katholieke Kerk dat het Joodse volk nog steeds geliefd is door God ‘om der vaderen wil’ (Rom.11:28). Veel kerken zouden later in dit spoor volgen.
Intussen zijn we decennia verder. Sinds begin deze eeuw is er aan Joodse zijde een koor aan stemmen bijgekomen. En hiermee zijn we aan het eigenlijke onderwerp van mijn lezing gekomen: het cruciale belang van de messiaans-joodse stem en met name de postmissionaire messiaans-joodse stem. Eerder deze week zette Mark Kinzer in zijn lezing tijdens een congres aan de Universiteit van Tübingen uiteen wat het postmissionair messiaans jodendom onderscheidt van het bredere messiaanse jodendom. Ik citeer in het kort wat hij hierover zei: “Postmissionary Messianic Judaism (1) involves Torah observance as a covenantal responsibility; (2) discerns Jesus’s hidden sanctifying and saving presence in the midst of the Jewish people and religious tradition; and (3) represents (but does not replace) the Jewish people in relationship to the gentile Christian church (….), enabling the church to identify as an extension of, and not replacement for, Israel’s mission within the world.” 1
Dat postmissionaire messiaans-joodse theologen als Jennifer Rosner en Mark Kinzer pas sinds begin deze eeuw met theologische publicaties van zich laten horen vindt zijn verklaring in de nog maar heel recente ontstaansgeschiedenis van het messiaans jodendom. De beweging stamt uit eind jaren zestig van de afgelopen eeuw.
Zij nemen binnen het joods-christelijke gesprek een volstrekt unieke positie in. Messiaanse joden claimen met hun belijden van Yeshua als Messias volkomen Joods te zijn en te blijven. Die positie roept vaak onbegrip op aan zowel Joodse als christelijke zijde. Messiaans-joodse theologen als Mark Kinzer wijzen er echter terecht op dat het allervroegste begin van de vroege kerk een beeld laat zien van een beweging van Joden die volgens de Joodse wet leefden en die Jezus beleden als Messias. Het was een nieuwe messiaanse beweging binnen het jodendom waaruit later de kerk zou ontstaan. Nog geen eeuw later kende de vroege kerk intussen een niet-Joodse meerderheid. Begin tweede eeuw begonnen de kerkvaders, de theologen van de vroege kerk, de combinatie van Jood zijn en Jezus belijden te problematiseren. Die combinatie zou niet langer wenselijk zijn. Niet veel eeuwen later zouden op het vasthouden aan het jood zijn door Joodse christenen zelfs zware kerkelijke straffen komen te staan. Jezus en jodendom werden zo al vroeg tot elkaars tegenpolen gemaakt.
We hoorden zojuist hoe door het baanbrekend onderzoek van Jules Isaac een heel andere kijk op de relatie van Jezus en Israël in beeld kwam. Eén van een nauwe verbondenheid. Jezus heeft Israël nooit verworpen en Israël heeft als volk Jezus nooit verworpen, zo stelde Jules Isaac vast. In de messiaans-joodse theologie van Mark Kinzer wordt die nauwe verbondenheid van Jezus en Israël theologisch veel verder verdiept en uitgewerkt.
Met Mark Kinzer deel ik de overtuiging dat afscheid nemen van vervangingsdenken een eerste voorwaarde is voor het herstel van het gewonde volk van God. Het volk van God bestaat uit Israël en de Kerk. De wonden die eeuwen geleden geslagen zijn hebben hun ontstaansgrond in dit vervangingsdenken. Met Mark Kinzer ben ik van mening dat het vervangingsdenken nog zijn steeds sporen trekt in veel christelijke bijbeluitleg.
Ik citeer uit Kinzers baanbrekende boek uit 2005, ‘Postmissionary Messianic Judaism’: “Despite its title, this is not mainly a book about the ekklesia – the community of those who believe in Yeshua the Messiah – and its relationship to the Jewish people. It is a book about supersessionism and the ecclesiological implications of its repudiation. Supersessionism teaches that the ecclesia replaces the Jewish people as the elect community in covenant with God, in whom the divine presence resides and through whom the divine purpose is realized in the world. According to this traditional Christian view, the church is the new and spiritual Israel, fulfilling the role formerly occupied by so called ¨carnal” Israel. In the decades after the Holocaust, many Christians have repudiated this teaching. However, it would appear that few have learned to read the New Testament in a non-supersessionist manner. Even fewer seem to have considered the ecclesiological implications of their new stance.” 2 (PMJ pag. 12). Hoe herkenbaar is dit. Het is één ding om te zeggen dat je het vervangingsdenken afwijst. Het is heel wat lastiger om het Nieuwe Testament nieuw te lezen, zonder dat het vervangingsdenken nog een rol speelt in je achterhoofd.
Mark, op een essentieel punt onderscheidt jouw theologisch werk zich van dat van christelijke theologen die zich ook met post-supersessionist theologie bezig houden. Ik denk dan aan je ‘sitz im leben’. Ik bedoel, jij kunt alleen theologie bedrijven als Jood, als messiaanse Jood wel te verstaan. Ik kan als niet-Joodse christen alleen over God denken als niet-Jood. En dat maakt echt verschil.
Ik wil in dit verband ook iets noemen over je persoonlijke weg met God. Je was 19 jaar toen je tot geloof in Yeshua kwam. Wanneer ik je biografische teksten lees, dan treft mij wat je daar vertelt. Dat je kort nadat je tot geloof was gekomen de synagoge bezocht. En hoe je daar toen in alles Yeshua ervaarde, terwijl zijn naam er niet genoemd werd. Hoe bijzonder, een openbaring eigenlijk. Al snel stond het voor je vast dat je je nieuw gevonden geloof in Yeshua zou gaan uitleven binnen het jodendom. Van begin af aan was het voor jou helder dat je geloof in Jezus geen breuk met je Jood-zijn en het jodendom betekende. Dat is altijd zo gebleven. Je bent je al die jaren in Torah, Halacha, Joodse theologie en christelijke theologie blijven verdiepen. Dat alles heeft je gemaakt tot wie je nu bent. Een gerespecteerd messiaans-joods theoloog van wereldformaat. Theologisch thuis in twee werelden. Met je postmissionaire theologie opereer je bewust vanuit het unieke scharnierpunt tussen kerk en jodendom. Dat maakt je theologie zo ongelooflijk spannend, boeiend en uitdagend. Als messiaanse Jood maak je deel uit van een gemeenschap die er 1500 jaar niet mocht zijn. Eeuwenlang is de stem van het messiaans jodendom binnen de kerk gesmoord. Jouw gemeenschap van messiaanse joden bestond van ruwweg het jaar 400 tot in de 18e eeuw eenvoudig niet. En nu zijn jullie terug, terug in de geschiedenis.
Terug naar wat het theologisch werk van jou en theologen als Jennifer Rosner en David Rudolph na een afwezigheid van vele eeuwen zo bijzonder en zo uniek maakt. Dat is dat jullie doelbewust en consequent theologie bedrijven vanuit wie jullie zijn: messiaanse joden. Het gegeven dat jullie terug zijn logenstraft de 1800 jaar christelijke boycot. Het logenstraft de ontkenning van jullie identiteit. Aan deze terugkeer in de geschiedenis van het messiaans jodendom heb jij de afgelopen dertig jaar onvermoeibaar theologisch woorden weten te geven. Het deksel is nu van de doofpot, men begint serieus naar jullie te luisteren. Zoals gezegd was je begin deze week nog in Tübingen en ik denk ook aan de lezingen die je gaf tijdens het unieke en onvergetelijke symposium aan de Universiteit van Wenen in de zomer van 2022.
Jij en met jou veel andere messiaanse joden en Joodse christenen zeggen met zoveel woorden: “Met ons is Israël fysiek terug binnen de kerk. Wij maken zowel deel uit van Israël, het Joodse volk als van het Lichaam van de Messias, de kerk.” “A third actor in the ongoing drama has once again entered the stage, and the ekklesia from among the nations must decide anew whether to embrace her, reject her, or pretend she does not exist” 3, zo lees ik in je nieuwste boek ‘Stones the builders rejected’ op pag. 80.
Jullie recente terugkeer in de geschiedenis vraagt om een reactie van de kerk. Ik ben benieuwd Mark om van je te horen wat wij christenen uit de volken heel concreet voor jullie kunnen betekenen. Ik denk dan in het bijzonder aan Yachad BeYeshua, hoe zouden wij christenen zo’n initiatief kunnen versterken? Binnen de kerk wordt jullie vasthouden aan je Jood-zijn nog vaak niet begrepen. De weg van messiaanse joden is vaak nog een eenzame weg. Dank dat theologen als jij bereid zijn deze niet makkelijke weg met zo’n volharding te gaan. Dank dat jullie de kerk van binnenuit verrijken met een unieke, specifiek Joodse kijk ook op het evangelie zelf. Je boek ‘Jerusalem Crucified, Jerusalem Risen’ uit 2018 is van dit laatste een geweldig voorbeeld. Iedere keer wanneer ik je boeken lees raak ik opnieuw onder de indruk van je zorgvuldige exegese en van je enorme belezenheid. Er valt zo veel van je te leren! Jouw manier van Bijbel lezen en theologie bedrijven is per definitie vrij van vervangingsdenken. Want jij leest de Tenach en het Nieuwe Testament als Jood. En voor jou als Jood staat als een paal boven water dat Gods verbond met zijn volk Israël voor eeuwig en onverbrekelijk is. Wanneer jij reflecteert op teksten in het N.T. is het onverbrekelijk eeuwig verbond van God met Israël altijd je uitgangspunt. Nogal wat nieuwtestamentische teksten komen bij jou in een nieuw licht te staan. Je post-supersessionistische lezing van het N.T. levert veel exegetische winst op.
Ik wil nu even inzoomen op een paar van jouw kerngedachten die ons helpen het Nieuwe Testament op een nieuwe manier te verstaan. Laat me beginnen met een citaat van Jennifer Rosner uit haar proefschrift ‘Healing the Schism’. Ze citeert je hier verschillende malen: “The mainstay of Kinzer’s Messianic Jewish theology is the connection between Israel and Jesus. From a Messianic Jewish perspective, every theological topic “must be considered in connection with Israel, and in connection with Yeshua, and Israel and Yeshua must always be considered in relation to one another.” This interrelationship is the fundamental starting point of Messianic Jewish theology, which Kinzer defines as “disciplined reflection about God’s character, will, and works, and about God’s relationship to Israel, the nations, and all creation in the light of God’s irrevocable election of Israel”(…) While Jewish theology traditionally places God’s covenant with Israel at the center, and Christian theology is traditionally built around Christology, Messianic Jewish theology holds these twin convictions together. As Kinzer explains, “Israel’s enduring covenantal vocation and Yeshua’s pivotal role in the divine plan are central presuppositions of Messianic Jewish theology, not the products of its reflective process. Thus, these are beliefs that provide the basic shape of Messianic Jewish theology. If these twin convictions lose their centrality and cease to function as presuppositions and criteria of truth-value, the theology is no longer Messianic-Jewish theology.” 4 (Rosner, pag. 238-239)
Wow, als ik dit lees dan spring ik van vreugde op uit mijn stoel. Is dit niet precies wat je aan theologische overtuigingen zou verwachten aan te treffen in dat allereerste begin van de vroege kerk, de moedergemeente in Jeruzalem? Het geloof in Yeshua de Messias en het blijvende verbond van God met zijn volk Israël. Deze twee overtuigingen onlosmakelijk en onverbrekelijk samen. Had het naar Gods bedoeling niet altijd zo moeten blijven binnen de latere kerk? Het antwoord is “ja” wat mij betreft. God zij dank zijn we, vooral in de Engelstalige en Duitstalige wereld, sinds WO II getuige van een groeiende groep van knappe post-supersessionist theologen die in dit spoor theologie bedrijven. Post-supersessionist theologie is zeker nog geen mainstream, maar hun aantal neemt toe en de kwaliteit van hun theologie is hoog.
Wat Jennifer Rosner hier schrijft: “Israel and Yeshua must always be considered in relation to one another” raakt aan een belangrijke kerngedachte in Kinzers theologie. Ik doel dan op het concept van ‘Jesus as one man Israel’. In Kinzers boek ‘Israel’s Messiah and the People of God’ lees ik het volgende: “According to the Jewish theologian Will Herberg, the Apostolic Writings (New Testament) present Yeshua as a “one-man Israel, an individual who sums up in himself Israel’s corporate covenantal identity. (…) Yeshua can become the “one-man Israel” because he was already God’s eternal Beloved in whom Israel was chosen before the foundation of the world. (Ephesians 1:4). God adopts Israel as his “firstborn son” (Exodus 4:22-23) by attaching Israel to the Son whom God knew and loved before anything was made (Ephesians 1:5-6). Yeshua becomes the servant of the people who have their being through him. Israel did not know this before Yeshua’s incarnation, and has not acknowledged it since. But such non-recognition cannot nullify Israel’s ineradicable dependence on Yeshua, and Yeshua’s unwavering commitment to Israel.” 5 (pag. 66-67).
Mark Kinzer pleit in heel zijn theologisch werk voor een Israël-christologie waarin de rol van Jezus als Messias een onverbrekelijke band tussen hem en het Joodse volk bevestigt. In hoofdstuk 1 van het Nederlandstalige boek ‘Israël in het hart van de Kerk’ geeft Kinzer een overtuigende exegetische onderbouwing voor deze Israël-christologie. Als ik Kinzer goed begrijp, is Jezus in de eerste plaats gekomen om al de beloften die God aan Israël heeft gedaan tot vervulling te brengen. Dat is wat je zo knap aantoont in je boek ‘Jerusalem Crucified Jerusalem Risen’. Veel van die beloften wachten nog op hun vervulling. Dat Jezus gekomen is om die beloften te vervullen is ook in lijn met wat Paulus schrijft in hoofdstuk 15 van zijn Romeinenbrief: “Ik bedoel namelijk dat Christus terwille van de waarachtigheid Gods een dienaar van de besnijdenis is geworden om de beloften die aan de vaderen gedaan zijn te bevestigen.” En hoe mooi dat Paulus direct daarop de oproep aan de heidengelovigen in Rome laat volgen: “Verheug u heidenen, met zijn volk.” Heidenen, verheug je met Israël over het heil voor Israël in Christus. Bij Paulus geen breuk tussen ekklesia en Israël. Bij de apostel is het heil voor Israël en voor de volken.
Treffend in dit verband zijn een aantal teksten uit het begin van het Lucas-evangelie, hoofdstuk 1 en 2. Ik pik er een uit, maar er is in deze eerste twee hoofdstukken van Lucas veel meer dat hiermee resoneert.
In Lucas 1 lezen we in de lofzang van Maria: “Hij, de Heere, heeft zich Israël zijn knecht aangetrokken, om te gedenken aan zijn barmhartigheid – gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen – voor Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.” Barmhartigheid van God voor Israël in eeuwigheid! Let op hoe Maria hier de beloften aan de vaderen noemt, net als Paulus dat doet in Rom. 15 vers 8.
Het gaat in de lofzang van Maria overduidelijk over het heil van God voor zijn volk Israël. Hoe is het toch mogelijk geweest dat theologen van de nog piepjonge kerk al in de tweede eeuw begonnen te leren dat de Joden niet langer Israël zijn, en dat de kerk nu het nieuwe Israël is? En dat al deze beloften nu niet meer golden voor het Joodse volk als volk? Die golden nu de kerk, het nieuwe Israël. Het blijft verbijsterend.
Ik wil tot slot wat gedachten kwijt over een kwestie die ik urgent acht. We hebben gehoord hoe de afgelopen zestig jaar veel theologen zich zijn gaan verdiepen in de vraag hoe de Bijbel op een nieuwe manier, vrij van vervangingsdenken gelezen kan gaan worden. Hoe we christen kunnen zijn op een wijze die het blijvende verbond van God met Israël van harte onderschrijft. Dit nieuwe denken bereikt tot nu toe maar zeer ten dele het grondvlak van de kerken. Het heeft nog maar weinig plek gekregen in het denken van de gemiddelde voorganger, laat staan in dat van de gemiddelde kerkganger. Dat is niet verwonderlijk. De omslag naar een andere manier van de Bijbel verstaan vraagt veel theologische doordenking. Een prima bezigheid voor theologen, maar niet te doen voor een doorsnee christen. En daar komt bij dat de omslag naar dit nieuwe denken sowieso tijd kost.
Maar toch maak ik me zorgen. Ik zie te weinig vooruitgang op het grondvlak van de kerken. En er wordt nog veel te vaak gepreekt alsof het volk Israël geen rol speelt.
Ik vraag me wel eens af of een paar eenvoudig te begrijpen stappen ons niet verder zouden kunnen helpen. Ik denk aan een post-supersessionist kijk op met name de plaats van Jezus, Israël en de kerk die ook voor niet-theologen eenvoudig te vatten is.
Hoe zouden het O.T. en N.T. al deels nieuw, post-supersessionist gelezen kunnen worden ook door niet-theologen? Ik heb de indruk dat over deze vraag tot nu toe te weinig is nagedacht.
Mogelijk kan het volgende het begin van een antwoord bieden. Laat me u deze vraag stellen. Waaruit bestond de Bijbel van de vroege kerk in die beginperiode van de eerste eeuw? Dat was in grote lijnen wat wij nu het Oude Testament noemen. Ik denk dat de doorsnee bijbellezer er doorgaans niet bij stil staat dat de apostel Paulus nog helemaal niet kon beschikken over de vier evangeliën toen hij zijn brieven schreef. De evangeliën zouden pas later geschreven worden. Er was ook nog helemaal geen Nieuw Testament. Paulus en heel de vroege kerk moest het die eerste dertig jaar doen met de Tenach. En natuurlijk met het getuigenis van de apostelen van de opgestane Christus. Dat was het. De Bijbel waarop Paulus zich baseerde en van waaruit die eerste gelovigen de gebeurtenissen rond Jezus de opgestane Messias zochten te duiden, dat was ons Oude Testament.
Gedurende die eerste drie decennia van de vroege kerk was er nog geen sprake van een niet-Joodse meerderheid binnen de vroege kerk. Duizenden Joden kwamen in die tijd tot geloof in Jezus Messias. Van vervangingsdenken was nog helemaal geen sprake. Hoe denk je dat het denken over Gods verbond met het volk Israël toen geweest zal zijn? Is het überhaupt denkbaar dat het verbond met Israël ter discussie gesteld kan zijn in een nog sterk Joodse messiaanse beweging die alleen de Tenach als Bijbel had? Voor deze Joodse Jezusgelovigen was het ondenkbaar dat Gods verbond met Israël niet langer van kracht zou zijn. Alles werd anders begin tweede eeuw na de verwoesting van de tempel, toen niet-Joden de meerderheid in de vroege kerk waren gaan vormen. Over hoe het vervangingsdenken binnen zo’n kort tijdsbestek binnen de vroege kerk post heeft kunnen vatten en waarom, daarover zijn experts nog steeds niet uitgedacht.
Met de terugkeer van de messiaanse joden in onze tijd horen we voor het eerst sinds 1900 jaar opnieuw vanuit een gemeenschap van messiaanse joden het getuigenis van het evangelie. Dit is zoiets bijzonders dat toenmalig kardinaal Ratzinger, de latere paus Benedictus, een jaar of dertig geleden het volgende zei toen hij een groep messiaanse joden sprak: “Als jullie zijn wat jullie zeggen dat jullie zijn, dan is de komst van de Messias nabij.” Met andere woorden, dit is een beslissend moment in tweeduizend jaar christendom.
Met het herstel van het Joodse deel van de ekklesia leven we in een heel bijzondere tijd. In een visiedocument van The Messianic Jewish Rabbinical Council lees ik: “Messianic Judaism is not merely the restoration of an original biblical template for the people of God. The rebirth of the Jewish Yeshua-community is a new heavenly intervention in the world which intimates something of God’s ultimate purpose for Israel and the nations.” 6 (Stones pag. 194)
Mark Kinzer wijst er terecht op dat dit alles ook nog eens gelijktijdig plaatsvindt met het herstel van een Joodse staat in 1948 en de vereniging van Jeruzalem in 1967. Hoe aangevochten ook, Israël is op allerlei manieren terug in de geschiedenis. Daar kun je toch echt alleen maar de hand van God in zien.
Messiaans-joodse theologen als Mark Kinzer kunnen iets wat hun voorgangers uit de eerste eeuw niet konden doen en natuurlijk ook niet hoefden te doen. Zij kunnen theologisch reageren op 18 eeuwen christelijk vervangingsdenken. En daarmee zijn deze messiaans-joodse theologen voor ons christenen zo enorm belangrijk. Niet alleen vanwege hun denken over Israël, maar zeker ook vanwege hun denken over de kerk. De kerk als een uitgebreid Israël, geënt op de edele olijf, opgenomen in het nieuwe verbond. Niet in de plaats van Israël maar naast Israël. Kerk en Israël, samen het volk van God ….
Maar de post-supersessionist theologie van Mark Kinzer en van veel andere post-supersessionist theologen vraagt veel van de lezer. Het theologisch niveau is doorgaans hoog. En dat kan ook moeilijk anders. De hele christelijke theologische traditie moet immers opnieuw doordacht worden wanneer er werkelijk afscheid genomen wordt van vervangingsdenken. En dat is echt een klus voor theologen.
Terug naar die behoefte aan een nieuwe manier van bijbellezen zonder vervangingsdenken, een manier die voor de gewone christen hopelijk gemakkelijker te vatten is. Ik doe een suggestie. We zagen zojuist hoe het evangelie in die eerste eeuw begon zonder N.T., maar met wat wij het O.T. noemen. Van vervangingsdenken was nog in het geheel geen sprake. We hoorden eerder dit citaat van Mark Kinzer: “Israel’s enduring covenantal vocation and Yeshua’s pivotal role in the divine plan are central presuppositions of Messianic Jewish theology, not the products of its reflective process.” 7 Waarom kan Kinzer hier zeggen dat dit centrale vooronderstellingen zijn, en niet het product van een (theologisch) denkproces? Is dat niet omdat Israëls blijvende verbondsroeping een centrale vooronderstelling is in de Tenach, het O.T. zelf?
Zou het doorsnee christenen niet enorm kunnen helpen als hun geleerd zou worden in hun denken over de plaats van Israël, het getuigenis van de Tenach principieel leidend te maken? De Tenach die op tal van plaatsen bij monde van God zelf onomwonden spreekt van een eeuwig en onverbrekelijk verbond met Israël. Eeuwig is eeuwig. Dit is het getuigenis van de Bijbel van Paulus, dit is het getuigenis van de Bijbel van Jezus zelf. Het getuigenis van de Tenach.
Juist omdat het N.T. eeuwenlang moeiteloos en zonder enige kerkelijke tegenspraak door de kerk en haar theologen vervangingstheologisch is uitgelegd, stel ik voor het O.T. principieel leidend te maken ten opzichte van het N.T. waar het ons denken over Israël betreft. Dus als het om de plaats van Israël in Gods heilsplan gaat het N.T. principieel lezen door de bril van het O.T. En dus niet andersom zoals vaak is gepropageerd. Een dergelijke stap vraagt niet om veel theologische reflectie. Men hoeft slechts te lezen wat het O.T. zegt over het eeuwige verbond met Israël. En dat vervolgens als uitgangspunt nemen bij het lezen van het N.T. Noem het gedisciplineerd Bijbel lezen. En waar dan het N.T. ruimte lijkt te geven aan vervangingsdenken, consequent voorrang geven aan het getuigenis van de Tenach op zo veel plaatsen: het verbond met Israël zal God nooit verbreken. Punt! Dit vraagt natuurlijk wel om een serieuze lezing van het O.T.
Zouden zo voor de doorsnee niet theologisch geschoolde christen dingen niet gemakkelijker op hun plek kunnen gaan vallen. Zou het niet kunnen helpen om het N.T. op een post-supersessionist manier te gaan leren verstaan? Zodat men niet langer gemakkelijk, zoals eeuwen wel het geval is geweest, op grond van bepaalde teksten in het N.T. vervangingstheologische conclusies trekt.
Maar er is ook nog iets anders nodig. Want hoe wordt een christen zich überhaupt bewust van de noodzaak om zich met deze vragen rond kerk en Israël bezig te houden? Ja, hoe komt het dat veel theologen en kerkleiders de afgelopen zestig jaar zijn gaan worstelen met de vragen rond kerk en Israël? Daar is maar één antwoord op mogelijk: dat is de schok van de Holocaust geweest, waar ik deze lezing mee begon.
Gaan zien dat het anders moet, dat vervangingsdenken echt niet meer kan, vraagt om een besef van wat er in de vorige eeuw en vele eeuwen ervoor gruwelijk is misgegaan. Het vraagt erom dat het anti-Joodse element in onze christelijke traditie niet langer het best bewaarde geheim in de kerk blijft. Het zal niet kunnen zonder eerlijk te kijken naar onze christelijke schuld ten opzichte van de Joden. Het vraagt om een vastbeslotenheid dat het anders moet en anders kan. Hier zal toch echt meer aandacht voor moeten komen op de kansel en in de theologieopleidingen.
De messiaans-joodse stem is niet voor niets juist in onze tijd gaan klinken. De God van Israël spreekt in onze dagen op een nieuwe manier tot ons christenen uit de volken. Nog één keer dat citaat van Mark Kinzer: “A third actor in the ongoing drama has once again entered the stage, and the ekklesia from among the nations must decide anew whether to embrace her, reject her, or pretend she does not exist.” Laten we de messiaanse joden omarmen en aandachtig naar ze luisteren. We hebben ze hard nodig.
Noten
1 “Postmissionair Messiaans jodendom (1) omvat het naleven van de Torah als een verbondsverantwoordelijkheid; (2) onderscheidt Jezus’ verborgen heiligende en reddende aanwezigheid te midden van het Joodse volk en de religieuze traditie; en (3) vertegenwoordigt (maar vervangt niet) het Joodse volk in relatie tot de niet-Joodse christelijke kerk (….), waardoor de kerk zich kan identificeren als een verlengstuk van, en niet als vervanging voor, Israëls missie in de wereld.”
2 “Ondanks de titel is dit niet hoofdzakelijk een boek over de ekklesia – de gemeenschap van degenen die in Yeshua de Messias geloven – en haar relatie tot het Joodse volk. Het is een boek over het vervangingsdenken en de ecclesiologische implicaties van de afwijzing ervan. Het vervangingsdenken leert dat de ekklesia het Joodse volk vervangt als de uitverkoren gemeenschap in verbond met God, in wie de goddelijke aanwezigheid woont en door wie het goddelijke doel in de wereld wordt gerealiseerd. Volgens deze traditionele christelijke visie is de kerk het nieuwe en geestelijke Israël, dat de rol vervult die voorheen werd vervuld door het zogenaamde ‘vleselijke’ Israël. In de decennia na de Holocaust hebben veel christenen deze leer verworpen. Het lijkt er echter op dat weinigen hebben geleerd het Nieuwe Testament te lezen op een wijze die vrij is van vervangingsdenken. Nog minder mensen lijken de ecclesiologische implicaties van hun nieuwe standpunt te hebben overwogen.”
3 “Een derde speler in het voortdurende drama is opnieuw op het toneel verschenen, en de ekklesia uit de volken moet opnieuw beslissen of ze deze speler zullen omarmen, afwijzen of doen alsof ze niet bestaat.”
4 “De steunpilaar van Kinzers messiaans-joodse theologie is de verbinding tussen Israël en Jezus. Vanuit een messiaans-joods perspectief moet elk theologisch onderwerp “bezien worden in verband met Israël, en in verband met Yeshua, en Israël en Yeshua moeten altijd in relatie tot elkaar bekeken worden.” Deze onderlinge relatie is het fundamentele uitgangspunt van de messiaans-joodse theologie, die Kinzer definieert als “gedisciplineerde reflectie over Gods karakter, wil en werken, en over Gods relatie met Israël, de naties en de hele schepping in het licht van Gods onherroepelijke verkiezing van Israël.” (…) Terwijl de Joodse theologie traditioneel Gods verbond met Israël centraal stelt en de christelijke theologie traditioneel rond de christologie is opgebouwd, houdt de messiaans-joodse theologie deze twee overtuigingen bij elkaar. Zoals Kinzer uitlegt: “Israëls blijvende verbondsroeping en de cruciale rol van Yeshua in het goddelijke plan zijn centrale vooronderstellingen van de messiaans-joodse theologie, en niet de producten van haar reflectieve proces. Dit zijn dus geloofsovertuigingen die de basisvorm vormen van de messiaans-joodse theologie. Als deze twee overtuigingen hun centrale rol verliezen en niet langer functioneren als vooronderstellingen en criteria voor wat voor waar kan worden aangenomen, is de theologie niet langer messiaans-joodse theologie.””
5 “Volgens de Joodse theoloog Will Herberg presenteren de Apostolische Geschriften (Nieuwe Testament) Yeshua als een “one-man Israel”, een individu dat in zichzelf de gezamenlijke verbondsidentiteit van Israël samenvat. (…) Yeshua kan een “one-man Israel” worden, omdat hij al Gods eeuwige Geliefde was, in wie Israël vóór de grondlegging van de wereld werd uitverkoren. (Efeziërs 1:4). God adopteert Israël als zijn “eerstgeboren zoon” (Exodus 4:22-23) door Israël te verbinden met de Zoon die God kende en liefhad voordat er iets werd geschapen (Efeziërs 1:5-6). Yeshua wordt de dienaar van de mensen die door hem bestaan. Israël wist dit niet vóór de incarnatie van Yeshua en heeft het sindsdien niet erkend. Maar een dergelijke niet-erkenning kan Israëls onuitroeibare afhankelijkheid van Yeshua, en Yeshua’s onwankelbare toewijding aan Israël, niet ongedaan maken.”
6 “Het messiaans jodendom is niet louter het herstel van een oorspronkelijk Bijbels model voor het volk van God. De wedergeboorte van de Joodse Yeshua-gemeenschap is een nieuwe hemelse interventie in de wereld, die iets laat doorschemeren van Gods uiteindelijke doel voor Israël en de naties.”
7 “De blijvende verbondsroeping van Israël en de centrale rol van Yeshua in het goddelijke plan zijn centrale vooronderstellingen van de messiaans-joodse theologie, niet de producten van haar reflectieve proces.”