Verder bouwen aan een alternatief voor vervangingsdenken

Door Jeroen Bol

De kerkvaders hebben de kerk destijds met een enorm probleem opgezadeld. Dat hebben ze zich ongetwijfeld niet gerealiseerd toen ze in die eerste eeuwen na Christus hun ‘adversus judaeos’ (‘tegen de joden’) teksten schreven. Zij zijn de architecten geweest van wat tegenwoordig bekend staat als de vervangingstheologie: de idee dat Israël heeft gefaald en dat de kerk sindsdien de plaats van Israël heeft ingenomen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de staat Israël kort daarna, was deze vervangingsgedachte nagenoeg algemeen: de Kerk is het nieuwe Israël.

Het waren de kerkvaders die vanaf het eind van de eerste eeuw na Christus deze gedachte met hun merkwaardige exegese aangaande Israël vorm hebben gegeven. Zij waren de theologen die vanaf het begin van de tweede eeuw het klassieke christelijke belijden begonnen te formuleren. De vervangingsgedachte zat van meet af aan in het hart van dit belijden, ook al is ze nooit met zoveel woorden in de klassieke geloofsbelijdenissen terecht gekomen. Het is dus niet verwonderlijk dat de vervangingsgedachte diep in het DNA van de christelijke theologische traditie genesteld is geraakt. Wie recente Nederlandse uitgaven over de kerkvaders en de Vroege Kerk inkijkt bemerkt al snel dat hierover met geen woord gerept wordt. Terwijl de ‘adversus judaeos’ (‘tegen de Joden’) literatuur als rode draad door de geschriften van al de kerkvaders loopt, kom je hierover in recente publicaties over de Vroege Kerk niets tegen. Dat is een merkwaardig hiaat. Dit stilzwijgen heeft mogelijk te maken met verlegenheid met de merkwaardige exegese door de kerkvaders van tal van oudtestamentische teksten die Israël betreffen. En mogelijk is er ook sprake van verlegenheid met de ‘wirkungsgeschichte’ van die exegese, wat ze aangericht heeft: eeuwen van Jodenhaat en Joods lijden in christelijk Europa. De Amerikaanse theologe Rosemary Ruether heeft deze exegese van de kerkvaders aangaande Israël grondig geanalyseerd in haar baanbrekende studie ‘Faith and Fratricide’ (1974). Ruether heeft de onhoudbaarheid van deze exegeses aangaande Israël haarscherp bloot gelegd.

Verlegenheid met Israël theologie van de kerkvaders

Maar de verlegenheid met de exegetische kunstgrepen die de kerkvaders hebben toegepast om Israël buiten spel te zetten, valt mogelijk vooral te verklaren uit het feit dat de kerkvaders met hun geschriften het fundament hebben gelegd voor de hele christelijke geloofsleer. Gezien hun onmiskenbaar belangrijke rol in het ontstaan van het christendom valt het moeilijk te verteren dat Ireneaus, Hieronymus, Augustinus en al die andere grote namen zich van meet af aan zo deerlijk vergist hebben waar het de plaats van Israël betreft. Maar dat is dus onmiskenbaar wel het geval. Daarmee heeft de christelijke traditie natuurlijk wel een enorm probleem. Want dan zit er in het fundament reeds sinds het jaar 100 iets heel wezenlijks scheef. Geen wonder dat velen dit hoofdpijndossier liever blijven negeren. Want hoe zetten we dit alles nog recht na 2000 jaar? Dat het probleem niet alleen groot maar ook blijvend urgent is wordt duidelijk wanneer je je realiseert hoe fundamenteel de blijvende centrale plaats van Israël is in Gods heilsplan. God is de God van Abraham, Isaak en Jakob, de God van Israël. Gods verbond met Abraham is onvoorwaardelijk en voor eeuwig (Gen. 17:4-8). Jezus de Messias is een Jood (Op. 5:5, Op. 22:16). De genadegaven en de roeping van Israël door God zijn onberouwelijk (Rom.11:28). Israël zal altijd blijven bestaan (Jer. 31:35-37). En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Vanzelfsprekendheid vervangingsdenken verdwenen

Gelukkig hebben steeds meer kerkgenootschappen sinds de Holocaust en de wonderbaarlijke terugkeer op het wereldtoneel van een Joodse staat na 2000 jaar publiekelijk afstand genomen van de vervangingsgedachte. De vanzelfsprekendheid ervan is dan ook nagenoeg verdwenen. Spreek je tegenwoordig iemand hierover dan hoor je al heel gauw: ‘nee, ik hang de vervangingsgedachte niet aan, ik ben geen vervangingstheoloog.’ Dat is zonder meer winst. De vervangingsgedachte wordt inderdaad zelden meer met zoveel woorden verkondigd. Maar daarmee zijn we er nog niet, dit is pas een begin. In wat door velen tot een van de beste en belangrijkste boeken over het vervangingsdenken wordt gerekend, ‘The God of Israël and Christian Theology’ (1996), stelt de Amerikaanse systematische theoloog Kendall Soulen dat de vervangingsgedachte haar sporen heeft getrokken in heel het bouwwerk van de christelijke theologie. Denk aan het beeld van een gebouw en het fundament waarop het rust. Als het fundament scheef komt te liggen, staat heel het gebouw scheef. De vervangingsgedachte kan gezien worden als een verzakt fundament. Ze heeft haar stempel gedrukt op tal van aspecten van de theologie. De vervangingsgedachte heeft overal haar sporen achter gelaten en veelvuldig disbalans heeft veroorzaakt. Het schokeffect van de bijna volledige vernietiging van het Joodse volk in de Tweede Wereldoorlog en de wonderbaarlijke verrijzenis uit de as van een Joodse staat drie jaar na deze genocide, hebben een grondige restauratie van het hele bouwwerk van de christelijke theologie onontkoombaar noodzakelijk gemaakt. Het oude verhaal gaat niet meer op, het vervangingsdenken is failliet gebleken. Met deze restauratie is intussen een aanvang gemaakt, maar ze is nog lang niet voltooid.

De diverse verklaringen van een fors aantal kerkgenootschappen waarin inmiddels afstand is genomen van de vervangingsgedachte, zijn dan ook geen eindpunt. Maar ze vormen wel een belangrijk begin. De Engelse theoloog James Parkes, een van de allereerste pioniers op dit terrein en vooral bekend van zijn baanbrekende studie ‘The Conflict of the Church and the Synagogue’ (1934), was van mening dat deze verbouwing 300 jaar nodig gaat hebben. Hoe dan ook, zeker is dat de klus niet binnen een of twee generaties geklaard zal zijn. De vervangingsgedachte mag dan nog maar zelden frank en vrij verkondigd worden maar wat Kendall Soulen ergens zo treffend ‘Israël forgetfulness’ noemt is nog steeds aan de orde van de dag. ‘Israël forgetfulness’ staat voor het over het hoofd zien van Israël / het ‘vergeten’ van het Joodse volk in tal van preken, christelijke publicaties en wat dies meer zij. Hoe vaak niet worden bijvoorbeeld heilsbeloften uit het Oude Testament zonder meer op nieuwtestamentische gelovigen toegepast. En dat dan zonder te noemen dat de eerste geadresseerde het Joodse volk niet alleen was, maar ook nog steeds is. En wanneer Israël al genoemd wordt, dan is het bijna altijd Israël toen en zelden het Joodse volk nu. Veel predikanten weten nog steeds niet goed wat ze met Israël aan moeten. Helemaal niet noemen is de route die dan vaak maar genomen wordt. Op deze manier wordt het Oude Testament nog steeds met het grootste gemak ‘christelijk geannexeerd’.

Voorbij het vervangingsdenken

Waar staan we nu anno 2020? Hoe staat het met het ontwikkelen van een nieuwe Bijbels verantwoorde theologie die werkelijk gevrijwaard is van vervangingsdenken? Een van de grote uitdagingen is om nieuwtestamentische teksten als onder meer de Galatenbrief, de Hebreënbrief en Filippenzen 3 anders te leren verstaan. Dit zijn bij uitstek teksten die eeuwenlang steevast zijn uitgelegd als zouden ze de vervangingsgedachte leren: ‘het jodendom heeft afgedaan, met het evangelie van Jezus is iets volkomen nieuws begonnen’ enzovoort. Het is nog steeds een minderheid van theologen die hun beste krachten geven aan exegese en theologie die het vervangingsdenken voorbij is. Maar het is wel een minderheid die steeds meer van zich laat horen. Ik oriënteer me vooral op het Engelse taalgebied maar ben me ervan bewust dat ook in het Duitse taalgebied het nodige gebeurt op dit gebied.1 Bijna altijd gaat het om theologen die zich in het jodendom verdiepen en die vaak ook zelf contacten met joodse denkers hebben. Wat je veel ziet is dat men in het Nieuwe Testament, wat natuurlijk zelf een joods geschrift is, belangrijke nieuwe dingen ontdekt die lang over het hoofd zijn gezien. De laatste jaren wordt ook de input van messiaans-joodse theologen als Mark Kinzer en David Rudolph steeds belangrijker. 2 Het is de kruisbestuiving over en weer van joodse en christelijke theologen die met name de laatste jaren voor veelbelovende doorbraken in de exegese van het Nieuwe Testament zorgen. ‘Post-supersessionist theologie’ is een nieuwe term die steeds meer ingeburgerd begint te raken in kringen van theologen die met dit bijltje hakken. 3 Supersessionism’ is de wetenschappelijke term voor vervangingsdenken die in Engelstalige theologie gangbaar is geraakt. ‘Post-supersessionism’ is de Engelse benaming voor een zich ontwikkelende nieuwe theologie die het vervangingsdenken voorbij (‘post’) is. J. Brian Tucker schrijft er het volgende over: “post-supersessionism beaamt Gods onherroepelijke verbond met het Joodse volk als een centraal en samenhangend deel van kerkelijk onderricht. Post-supersessionism wijst opvattingen over het Nieuwe Verbond die de opheffing of het verouderd zijn van Gods verbond met het Joodse volk behelzen, af. Net zo verwerpt ze opvattingen die leren dat de Thora als blijvende afbakening van de identiteit van de Joodse gemeenschap niet meer van kracht zou zijn.” 4

Een bijzonder veelbelovend nieuw initiatief is de in 2017 gestarte reeks New Testament After Supersessionism (Nieuw Testament na vervangingsdenken). 5 Deze reeks voorziet in de hierboven genoemde behoefte om nieuwtestamentische teksten, die eeuwenlang in stelling zijn gebracht om de vervangingsgedachte te staven, anders te leren lezen en verklaren. Er zijn in deze reeks tot nu toe drie commentaren verschenen, een over Romeinen, een over Filippenzen en een over Efeze en Colossenzen. Een van de drie redacteuren van de reeks is de eerder genoemde Messiaans Joodse theoloog David Rudolph. Rudolph behoort naast Mark Kinzer tot de belangrijkste en meest productieve Messiaans Joodse theologen van dit moment. Hij promoveerde in 2007 aan Cambridge University. Voor zijn proefschrift ‘A Jew to the Jews: Jewish Contours of Pauline Flexibility in 1 Corinthians 9:19-23’ ontving hij de Franz Delitszch Prijs van de Freie Theologische Akademie in Giessen, Duitsland. Hij is directeur van de Messiaans Joodse Studies aan The King’s University in Dallas Texas en is daar tevens hoogleraar Nieuwe Testament en Joodse Studies 6 Rudolph maakt tevens deel uit van de stuurgroep van de in 2017 opgerichte Society for Post-Supersessionist Theology.

Zeer de moeite waard is ook de Journal of the Jesus Movement in its Jewish Settting. De website www.jjmjs.org bevat een schat aan peer reviewed artikelen en is vrij toegankelijk voor geïnteresseerden.

Belangrijke nieuwe boeken

In het grote Engelse taalgebied verschijnen voortdurend nieuwe boeken over deze onderwerpen. Ik licht er drie uit. In 2016 verscheen ‘The New Christian Zionism: fresh perspectives on Israël & the land’. Het boek is samengesteld en geredigeerd door Gerald R. McDermott. Het bevat twaalf essays van tien verschillende christelijke en messiaans-joodse theologen, onder wie Mark Kinzer en David Rudolph, plus een voortreffelijke inleiding door Gerald McDermott zelf. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer zionisme in het Mattheüs evangelie, zionisme in Lukas-Handelingen en zionisme in de geschriften van de apostel Paulus. Wie zijn visie op christelijk zionisme verder wil verdiepen zal in dit boek veel van zijn gading vinden.

Dan verscheen van de hand van William S. Campbell in 2018 een uitzonderlijk waardevolle en bovendien goed leesbare studie over de apostel Paulus in relatie tot Israël en de volken. De titel luidt ‘The nations in the divine economy: Paul’s covenantal hermeneutics and participation in Christ’. Campbell heeft decennia lang Bijbelse theologie gedoceerd aan onder meer de Universiteit van Wales. Hij heeft tal van publicaties op zijn naam staan over de sociale en historische context van de brieven van Paulus en identiteitsvorming in het vroege jodendom en het vroege christendom. Campbell is heel zijn werkzame leven als theoloog intensief met Paulus bezig geweest. Hij is zeer goed op de hoogte van wat in de loop der jaren door theologen over Paulus is gepubliceerd. Hij is altijd overtuigd geweest van de blijvende centrale plaats van Israël en een scherp criticus van het vervangingsdenken. Campbell beheerst de hele thematiek als weinig anderen. Het boek van ruim 400 pagina’s biedt een schat aan belangrijke waardevolle inzichten.

Eveneens in 2018 verscheen het lang verwachte werk van Mark Kinzer over Israël-christologie, ‘Jerusalem Crucified, Jerusalem Risen: the Resurrected Messiah, the Jewish People, and the Land of Promise’. Kinzer heeft er ruim zeven jaar aan gewerkt. In het boek besteedt hij ook regelmatig aandacht aan de theologie van N.T. (Tom) Wright die hij zowel prijst als onder kritiek stelt. Darrell Bock van Dallas Theological Seminary schrijft het volgende over dit nieuwste boek van Kinzer: “Dit is een fascinerend boek. Kinzer houdt een sterk pleidooi dat Israël een dermate centrale plaats inneemt in de boodschap van het evangelie zelf, dat het verwijderen van die plaats en de hoop die ermee verband houdt, in ernstige mate verwatert waar het in het evangelie om draait.” Gerald McDermott schrijft: “Lezers van dit boek zullen gezichtspunten over Jezus en de vroege kerk ontdekken die de hele bekende christelijke theologie in een nieuw licht doet staan.” Gavin D’Costa van de Universiteit van Bristol zegt het volgende: “Dit werk van Kinzer is baanbrekend. Hij focust met name op Lucas en Handelingen om aan te tonen dat Jeruzalem toen, nu en in de toekomst een centrale plaats inneemt voor de hoop van de Joodse Messias, Jezus – en dus voor zijn Lichaam dat de gemeente is, zowel voor het Joodse deel als voor de gelovigen uit de volken. Het Goede Nieuws is geografisch. Kinzer ontwikkelt een nieuwe vorm van zionisme waarin Christus een centrale plaats inneemt.”

Ik hoop zo een indruk te hebben gegeven van post-supersessionist theologie die naar meer doet smaken. Post-supersessionism is een fascinerende nieuwe ontwikkeling van waaruit veel theologisch materiaal wordt aangereikt om op verantwoorde en bedachtzame wijze verder te kunnen bouwen aan een christendom zonder vervangingsdenken. Het is te hopen dat deze theologie ook zijn weg zal gaan vinden naar de verschillende theologie-opleidingen in ons taalgebied.

 

1  Hier moet zeker de productieve belangrijke Duitse theoloog Friedrich-Wilhelm Marquardt (1926-2002) genoemd worden.

2  Mark Kinzer behoort tot de belangrijkste Messiaans Joodse theologen van dit moment. Sinds 2005 verschenen vier boeken van zijn hand die stuk voor stuk een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het verder ontwikkelen van een volwaardige nieuwtestamentische theologie zonder vervangingsdenken. Zie voor meer over Mark Kinzer zijn website www.markkinzer.com

3  Zie de website van de in 2017 opgerichte Society for Post-Supersessionist Theology www.post-supersessionism.com

4  Tucker, Brian, Reading Romans after supersessionism: the continuation of Jewish Covenantal Identity, Series Preface, pag. II, Eugene, Oregon, Cascade Books, 2018,

5  Uitgegeven door Cascade Books / Wipf and Stock Publishers. De volgende drie titels zijn tot nu toe verschenen: Reading Romans after supersessionism: the continuation of Jewish Covenantal Identity, Reading Ephesians & Colossians after supersessionism: Christ’s Mission through Israel to the Nations en Reading Philippians after supersessionism: Jews, Gentiles and Covenant Identity.

6  Zie voor meer informatie over David Rudolph en Messiaans Joodse studies www.tku.edu/faculty/dr-david-rudolph/. Zie ook MJStudies, A Gateway to Post-Supersessionist New Testament Scholarship, www.mjstudies.com