De adversus judaeos literatuur
Rosemary Ruether over de kerkvaders en de Joden
Door J. Bol
De Holocaust is zonder enige twijfel de grootste en meest vreselijke genocide uit de wereldgeschiedenis. Ze vond plaats midden in de moderne tijd, in een tijd van ongekende wetenschappelijke doorbraken en technische vooruitgang, in het hart van christelijk Europa. En dat nog wel in Duitsland, cultureel gezien destijds een van de hoogst ontwikkelde Europese landen, het land van Bach, Goethe en Schiller. Veel historici, filosofen, sociologen en theologen hebben zich gebogen over de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. Een stroom van publicaties die vooral op gang kwam in de jaren zestig van de vorige eeuw, en die sindsdien wereldwijd onverminderd aanhoudt, is daar getuige van. De Holocaust is uiteindelijk voor velen een raadsel gebleken. Ondanks tal van diepgravende studies blijft namelijk ten diepste de vraag onbeantwoord hoe de niets ontziende haat van de nazi’s tegen de Joden, en de bloedstollende wreedheid en onmenselijkheid waarmee de massamoord werd uitgevoerd, verklaard kunnen worden. Diverse auteurs kwamen nadat alles in kaart was gebracht tot de conclusie dat iedere verklaring uiteindelijk tekort schiet, dat de Holocaust een unieke demonische dimensie heeft die iedere wetenschappelijke verklaring tart.