Verder bouwen aan een alternatief voor vervangingsdenken

Door Jeroen Bol

De kerkvaders hebben de kerk destijds met een enorm probleem opgezadeld. Dat hebben ze zich ongetwijfeld niet gerealiseerd toen ze in die eerste eeuwen na Christus hun ‘adversus judaeos’ (‘tegen de joden’) teksten schreven. Zij zijn de architecten geweest van wat tegenwoordig bekend staat als de vervangingstheologie: de idee dat Israël heeft gefaald en dat de kerk sindsdien de plaats van Israël heeft ingenomen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de staat Israël kort daarna, was deze vervangingsgedachte nagenoeg algemeen: de Kerk is het nieuwe Israël.

Het waren de kerkvaders die vanaf het eind van de eerste eeuw na Christus deze gedachte met hun merkwaardige exegese aangaande Israël vorm hebben gegeven. Zij waren de theologen die vanaf het begin van de tweede eeuw het klassieke christelijke belijden begonnen te formuleren. De vervangingsgedachte zat van meet af aan in het hart van dit belijden, ook al is ze nooit met zoveel woorden in de klassieke geloofsbelijdenissen terecht gekomen. Het is dus niet verwonderlijk dat de vervangingsgedachte diep in het DNA van de christelijke theologische traditie genesteld is geraakt. Wie recente Nederlandse uitgaven over de kerkvaders en de Vroege Kerk inkijkt bemerkt al snel dat hierover met geen woord gerept wordt. Terwijl de ‘adversus judaeos’ (‘tegen de Joden’) literatuur als rode draad door de geschriften van al de kerkvaders loopt, kom je hierover in recente publicaties over de Vroege Kerk niets tegen. Dat is een merkwaardig hiaat. Dit stilzwijgen heeft mogelijk te maken met verlegenheid met de merkwaardige exegese door de kerkvaders van tal van oudtestamentische teksten die Israël betreffen. En mogelijk is er ook sprake van verlegenheid met de ‘wirkungsgeschichte’ van die exegese, wat ze aangericht heeft: eeuwen van Jodenhaat en Joods lijden in christelijk Europa. De Amerikaanse theologe Rosemary Ruether heeft deze exegese van de kerkvaders aangaande Israël grondig geanalyseerd in haar baanbrekende studie ‘Faith and Fratricide’ (1974). Ruether heeft de onhoudbaarheid van deze exegeses aangaande Israël haarscherp bloot gelegd.

Verlegenheid met Israël theologie van de kerkvaders

Maar de verlegenheid met de exegetische kunstgrepen die de kerkvaders hebben toegepast om Israël buiten spel te zetten, valt mogelijk vooral te verklaren uit het feit dat de kerkvaders met hun geschriften het fundament hebben gelegd voor de hele christelijke geloofsleer. Gezien hun onmiskenbaar belangrijke rol in het ontstaan van het christendom valt het moeilijk te verteren dat Ireneaus, Hieronymus, Augustinus en al die andere grote namen zich van meet af aan zo deerlijk vergist hebben waar het de plaats van Israël betreft. Maar dat is dus onmiskenbaar wel het geval. Daarmee heeft de christelijke traditie natuurlijk wel een enorm probleem. Want dan zit er in het fundament reeds sinds het jaar 100 iets heel wezenlijks scheef. Geen wonder dat velen dit hoofdpijndossier liever blijven negeren. Want hoe zetten we dit alles nog recht na 2000 jaar? Dat het probleem niet alleen groot maar ook blijvend urgent is wordt duidelijk wanneer je je realiseert hoe fundamenteel de blijvende centrale plaats van Israël is in Gods heilsplan. God is de God van Abraham, Isaak en Jakob, de God van Israël. Gods verbond met Abraham is onvoorwaardelijk en voor eeuwig (Gen. 17:4-8). Jezus de Messias is een Jood (Op. 5:5, Op. 22:16). De genadegaven en de roeping van Israël door God zijn onberouwelijk (Rom.11:28). Israël zal altijd blijven bestaan (Jer. 31:35-37). En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Vanzelfsprekendheid vervangingsdenken verdwenen

Gelukkig hebben steeds meer kerkgenootschappen sinds de Holocaust en de wonderbaarlijke terugkeer op het wereldtoneel van een Joodse staat na 2000 jaar publiekelijk afstand genomen van de vervangingsgedachte. De vanzelfsprekendheid ervan is dan ook nagenoeg verdwenen. Spreek je tegenwoordig iemand hierover dan hoor je al heel gauw: ‘nee, ik hang de vervangingsgedachte niet aan, ik ben geen vervangingstheoloog.’ Dat is zonder meer winst. De vervangingsgedachte wordt inderdaad zelden meer met zoveel woorden verkondigd. Maar daarmee zijn we er nog niet, dit is pas een begin. In wat door velen tot een van de beste en belangrijkste boeken over het vervangingsdenken wordt gerekend, ‘The God of Israël and Christian Theology’ (1996), stelt de Amerikaanse systematische theoloog Kendall Soulen dat de vervangingsgedachte haar sporen heeft getrokken in heel het bouwwerk van de christelijke theologie. Denk aan het beeld van een gebouw en het fundament waarop het rust. Als het fundament scheef komt te liggen, staat heel het gebouw scheef. De vervangingsgedachte kan gezien worden als een verzakt fundament. Ze heeft haar stempel gedrukt op tal van aspecten van de theologie. De vervangingsgedachte heeft overal haar sporen achter gelaten en veelvuldig disbalans heeft veroorzaakt. Het schokeffect van de bijna volledige vernietiging van het Joodse volk in de Tweede Wereldoorlog en de wonderbaarlijke verrijzenis uit de as van een Joodse staat drie jaar na deze genocide, hebben een grondige restauratie van het hele bouwwerk van de christelijke theologie onontkoombaar noodzakelijk gemaakt. Het oude verhaal gaat niet meer op, het vervangingsdenken is failliet gebleken. Met deze restauratie is intussen een aanvang gemaakt, maar ze is nog lang niet voltooid.

De diverse verklaringen van een fors aantal kerkgenootschappen waarin inmiddels afstand is genomen van de vervangingsgedachte, zijn dan ook geen eindpunt. Maar ze vormen wel een belangrijk begin. De Engelse theoloog James Parkes, een van de allereerste pioniers op dit terrein en vooral bekend van zijn baanbrekende studie ‘The Conflict of the Church and the Synagogue’ (1934), was van mening dat deze verbouwing 300 jaar nodig gaat hebben. Hoe dan ook, zeker is dat de klus niet binnen een of twee generaties geklaard zal zijn. De vervangingsgedachte mag dan nog maar zelden frank en vrij verkondigd worden maar wat Kendall Soulen ergens zo treffend ‘Israël forgetfulness’ noemt is nog steeds aan de orde van de dag. ‘Israël forgetfulness’ staat voor het over het hoofd zien van Israël / het ‘vergeten’ van het Joodse volk in tal van preken, christelijke publicaties en wat dies meer zij. Hoe vaak niet worden bijvoorbeeld heilsbeloften uit het Oude Testament zonder meer op nieuwtestamentische gelovigen toegepast. En dat dan zonder te noemen dat de eerste geadresseerde het Joodse volk niet alleen was, maar ook nog steeds is. En wanneer Israël al genoemd wordt, dan is het bijna altijd Israël toen en zelden het Joodse volk nu. Veel predikanten weten nog steeds niet goed wat ze met Israël aan moeten. Helemaal niet noemen is de route die dan vaak maar genomen wordt. Op deze manier wordt het Oude Testament nog steeds met het grootste gemak ‘christelijk geannexeerd’.

Voorbij het vervangingsdenken

Waar staan we nu anno 2020? Hoe staat het met het ontwikkelen van een nieuwe Bijbels verantwoorde theologie die werkelijk gevrijwaard is van vervangingsdenken? Een van de grote uitdagingen is om nieuwtestamentische teksten als onder meer de Galatenbrief, de Hebreënbrief en Filippenzen 3 anders te leren verstaan. Dit zijn bij uitstek teksten die eeuwenlang steevast zijn uitgelegd als zouden ze de vervangingsgedachte leren: ‘het jodendom heeft afgedaan, met het evangelie van Jezus is iets volkomen nieuws begonnen’ enzovoort. Het is nog steeds een minderheid van theologen die hun beste krachten geven aan exegese en theologie die het vervangingsdenken voorbij is. Maar het is wel een minderheid die steeds meer van zich laat horen. Ik oriënteer me vooral op het Engelse taalgebied maar ben me ervan bewust dat ook in het Duitse taalgebied het nodige gebeurt op dit gebied.1 Bijna altijd gaat het om theologen die zich in het jodendom verdiepen en die vaak ook zelf contacten met joodse denkers hebben. Wat je veel ziet is dat men in het Nieuwe Testament, wat natuurlijk zelf een joods geschrift is, belangrijke nieuwe dingen ontdekt die lang over het hoofd zijn gezien. De laatste jaren wordt ook de input van messiaans-joodse theologen als Mark Kinzer en David Rudolph steeds belangrijker. 2 Het is de kruisbestuiving over en weer van joodse en christelijke theologen die met name de laatste jaren voor veelbelovende doorbraken in de exegese van het Nieuwe Testament zorgen. ‘Post-supersessionist theologie’ is een nieuwe term die steeds meer ingeburgerd begint te raken in kringen van theologen die met dit bijltje hakken. 3 Supersessionism’ is de wetenschappelijke term voor vervangingsdenken die in Engelstalige theologie gangbaar is geraakt. ‘Post-supersessionism’ is de Engelse benaming voor een zich ontwikkelende nieuwe theologie die het vervangingsdenken voorbij (‘post’) is. J. Brian Tucker schrijft er het volgende over: “post-supersessionism beaamt Gods onherroepelijke verbond met het Joodse volk als een centraal en samenhangend deel van kerkelijk onderricht. Post-supersessionism wijst opvattingen over het Nieuwe Verbond die de opheffing of het verouderd zijn van Gods verbond met het Joodse volk behelzen, af. Net zo verwerpt ze opvattingen die leren dat de Thora als blijvende afbakening van de identiteit van de Joodse gemeenschap niet meer van kracht zou zijn.” 4

Een bijzonder veelbelovend nieuw initiatief is de in 2017 gestarte reeks New Testament After Supersessionism (Nieuw Testament na vervangingsdenken). 5 Deze reeks voorziet in de hierboven genoemde behoefte om nieuwtestamentische teksten, die eeuwenlang in stelling zijn gebracht om de vervangingsgedachte te staven, anders te leren lezen en verklaren. Er zijn in deze reeks tot nu toe drie commentaren verschenen, een over Romeinen, een over Filippenzen en een over Efeze en Colossenzen. Een van de drie redacteuren van de reeks is de eerder genoemde Messiaans Joodse theoloog David Rudolph. Rudolph behoort naast Mark Kinzer tot de belangrijkste en meest productieve Messiaans Joodse theologen van dit moment. Hij promoveerde in 2007 aan Cambridge University. Voor zijn proefschrift ‘A Jew to the Jews: Jewish Contours of Pauline Flexibility in 1 Corinthians 9:19-23’ ontving hij de Franz Delitszch Prijs van de Freie Theologische Akademie in Giessen, Duitsland. Hij is directeur van de Messiaans Joodse Studies aan The King’s University in Dallas Texas en is daar tevens hoogleraar Nieuwe Testament en Joodse Studies 6 Rudolph maakt tevens deel uit van de stuurgroep van de in 2017 opgerichte Society for Post-Supersessionist Theology.

Zeer de moeite waard is ook de Journal of the Jesus Movement in its Jewish Settting. De website www.jjmjs.org bevat een schat aan peer reviewed artikelen en is vrij toegankelijk voor geïnteresseerden.

Belangrijke nieuwe boeken

In het grote Engelse taalgebied verschijnen voortdurend nieuwe boeken over deze onderwerpen. Ik licht er drie uit. In 2016 verscheen ‘The New Christian Zionism: fresh perspectives on Israël & the land’. Het boek is samengesteld en geredigeerd door Gerald R. McDermott. Het bevat twaalf essays van tien verschillende christelijke en messiaans-joodse theologen, onder wie Mark Kinzer en David Rudolph, plus een voortreffelijke inleiding door Gerald McDermott zelf. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer zionisme in het Mattheüs evangelie, zionisme in Lukas-Handelingen en zionisme in de geschriften van de apostel Paulus. Wie zijn visie op christelijk zionisme verder wil verdiepen zal in dit boek veel van zijn gading vinden.

Dan verscheen van de hand van William S. Campbell in 2018 een uitzonderlijk waardevolle en bovendien goed leesbare studie over de apostel Paulus in relatie tot Israël en de volken. De titel luidt ‘The nations in the divine economy: Paul’s covenantal hermeneutics and participation in Christ’. Campbell heeft decennia lang Bijbelse theologie gedoceerd aan onder meer de Universiteit van Wales. Hij heeft tal van publicaties op zijn naam staan over de sociale en historische context van de brieven van Paulus en identiteitsvorming in het vroege jodendom en het vroege christendom. Campbell is heel zijn werkzame leven als theoloog intensief met Paulus bezig geweest. Hij is zeer goed op de hoogte van wat in de loop der jaren door theologen over Paulus is gepubliceerd. Hij is altijd overtuigd geweest van de blijvende centrale plaats van Israël en een scherp criticus van het vervangingsdenken. Campbell beheerst de hele thematiek als weinig anderen. Het boek van ruim 400 pagina’s biedt een schat aan belangrijke waardevolle inzichten.

Eveneens in 2018 verscheen het lang verwachte werk van Mark Kinzer over Israël-christologie, ‘Jerusalem Crucified, Jerusalem Risen: the Resurrected Messiah, the Jewish People, and the Land of Promise’. Kinzer heeft er ruim zeven jaar aan gewerkt. In het boek besteedt hij ook regelmatig aandacht aan de theologie van N.T. (Tom) Wright die hij zowel prijst als onder kritiek stelt. Darrell Bock van Dallas Theological Seminary schrijft het volgende over dit nieuwste boek van Kinzer: “Dit is een fascinerend boek. Kinzer houdt een sterk pleidooi dat Israël een dermate centrale plaats inneemt in de boodschap van het evangelie zelf, dat het verwijderen van die plaats en de hoop die ermee verband houdt, in ernstige mate verwatert waar het in het evangelie om draait.” Gerald McDermott schrijft: “Lezers van dit boek zullen gezichtspunten over Jezus en de vroege kerk ontdekken die de hele bekende christelijke theologie in een nieuw licht doet staan.” Gavin D’Costa van de Universiteit van Bristol zegt het volgende: “Dit werk van Kinzer is baanbrekend. Hij focust met name op Lucas en Handelingen om aan te tonen dat Jeruzalem toen, nu en in de toekomst een centrale plaats inneemt voor de hoop van de Joodse Messias, Jezus – en dus voor zijn Lichaam dat de gemeente is, zowel voor het Joodse deel als voor de gelovigen uit de volken. Het Goede Nieuws is geografisch. Kinzer ontwikkelt een nieuwe vorm van zionisme waarin Christus een centrale plaats inneemt.”

Ik hoop zo een indruk te hebben gegeven van post-supersessionist theologie die naar meer doet smaken. Post-supersessionism is een fascinerende nieuwe ontwikkeling van waaruit veel theologisch materiaal wordt aangereikt om op verantwoorde en bedachtzame wijze verder te kunnen bouwen aan een christendom zonder vervangingsdenken. Het is te hopen dat deze theologie ook zijn weg zal gaan vinden naar de verschillende theologie-opleidingen in ons taalgebied.

 

1  Hier moet zeker de productieve belangrijke Duitse theoloog Friedrich-Wilhelm Marquardt (1926-2002) genoemd worden.

2  Mark Kinzer behoort tot de belangrijkste Messiaans Joodse theologen van dit moment. Sinds 2005 verschenen vier boeken van zijn hand die stuk voor stuk een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het verder ontwikkelen van een volwaardige nieuwtestamentische theologie zonder vervangingsdenken. Zie voor meer over Mark Kinzer zijn website www.markkinzer.com

3  Zie de website van de in 2017 opgerichte Society for Post-Supersessionist Theology www.post-supersessionism.com

4  Tucker, Brian, Reading Romans after supersessionism: the continuation of Jewish Covenantal Identity, Series Preface, pag. II, Eugene, Oregon, Cascade Books, 2018,

5  Uitgegeven door Cascade Books / Wipf and Stock Publishers. De volgende drie titels zijn tot nu toe verschenen: Reading Romans after supersessionism: the continuation of Jewish Covenantal Identity, Reading Ephesians & Colossians after supersessionism: Christ’s Mission through Israel to the Nations en Reading Philippians after supersessionism: Jews, Gentiles and Covenant Identity.

6  Zie voor meer informatie over David Rudolph en Messiaans Joodse studies www.tku.edu/faculty/dr-david-rudolph/. Zie ook MJStudies, A Gateway to Post-Supersessionist New Testament Scholarship, www.mjstudies.com

 



Een interview met Jeroen Bol maakt veel los

19 maart verscheen in het Reformatorisch Dagblad een twee pagina groot interview met Jeroen Bol, voorzitter van de Jules Isaac Stichting. De kop boven het interview luidde: ‘Op zoek naar een gezonde Israëltheologie’. Het interview bood een mooi platform aan het geluid en de missie van de Jules Isaac Stichting. Aanleiding voor het interview was het het symposium dat gepland stond voor 20 maart ter gelegenheid van het verschijnen van het boek ‘Israël in het hart van de Kerk’. Zoals bekend heeft het symposium met Mark Kinzer dat aan de CHE gehouden zou worden vanwege het coronavirus helaas geen doorgang kunnen vinden. Het interview heeft de nodige aandacht getrokken. Zo verschenen er in de dagen na 19 maart verschillende reacties in het Reformatorisch Dagblad.

28 maart verscheen een opinieartikel geschreven door drs. Piet Guijt, dr. Steven Paas en drs. Klaas van der Ziel. Het was zeer kritisch naar wat Jeroen Bol in het interview te berde had gebracht. De teneur van het artikel was dat in Christus alle profetieën in Christus al vervuld zijn en er dus geen bijzondere vervullingen voor het Joodse volk meer te verwachten zijn. Het volk Israël zou geen bijzondere verbondsstatus meer hebben, het zou sinds Christus in niets meer verschillen van al de andere volken. Ook Mark Kinzer moet het ontgelden, zijn theologie zou volstrekt strijden met Gods Woord. Als reactie op het opinieartikel schrijft Jeroen Bol een ingezonden brief die verschijnt in de krant van 2 april. In de krant van 3 april verschijnt dan een opinieartikel van ds. A. Prosman. De kop boven het artikel luidt: ‘Israël is geen ‘natuurlijk’ volk. Prosman legt de vinger bij diverse zwakheden in het verhaal van Paas, Guijt en van der Ziel. Naast het opinieartikel van Prosman verschijnt in diezelfde krant van 3 april ook een weerwoord van dr. Mart-Jan Paul onder de titel ‘Wie wordt bedoeld met de Knecht des Heren?’. In de lijn met de ‘Israel-christologie’ van Mark Kinzer merkt Paul op dat in Jesaja zowel het volk Israël als de Messias ‘knecht’ worden genoemd. “Dit gebeurt omdat de Messias de vertegenwoordiger van zijn volk is” aldus Paas. In de krant van 7 april verschijnt dan ook nog een kritische reactie op Paas, Guijt en van der Ziel door ds. F.A.J. Heikoop, voorzitter van het bestuur van Christenen voor Israël en ds. C.G. Kant, directeur van Christians for Israel International. Boven hun artikel staat de kop ‘Vervullingstheologie doet Joodse volk recht’. Al met al heeft het interview met Jeroen Bol dat 19 maart verscheen heel wat tongen losgemaakt. En is opnieuw de aandacht gevestigd op de noodzaak om te blijven pleiten voor een gezonde Israëltheologie.

Wij danken de redactie van het Reformatorisch Dagblad voor de toestemming die zij ons gaf om het interview en de verschillende reacties erop op onze website te plaatsen.


Reacties en discussie – The place of Israel in the theology of N.T. Wright

Beluister de reacties van Ds. Wilbert Dekker en prof. dr. Henk Bakker op de lezingen van dr. Mark Kinzer:

 

Beluister de discussie n.a.v. de lezingen van dr. Mark Kinzer:

Of download één van de onderstaande luister- of leesbestanden (Klik rechts met muis en kies voor opslaan.)


Lezing: Het failliet van het vervangingsdenken en de noodzaak van een nieuw canoniek verhaal – Jeroen Bol

Of download één van de onderstaande luister- of leesbestanden (Klik rechts met muis en kies voor opslaan.)

Mp3: Download de eerste lezing van de Themadag op 19-11-2016 in mp3-formaat.
Pdf: Download de eerste lezing van de Themadag op 19-11-2016 in pdf-formaat.
Epub: Download de eerste lezing van de Themadag op 19-11-2016 in epub-formaat.

In deze lezing gaat Jeroen Bol in op de kerkgeschiedenis en toont hij de noodzaak van een nieuw canoniek verhaal aan.


Nostra Aetate en de reparatie van de theologie

Israël en het zelfverstaan van de kerk

Door J. Bol

In twee eerdere artikelen heb ik dit jaar stilgestaan bij de sleutelrol die Joden hebben gespeeld bij het tot stand komen van Nostra Aetate.1 Dat is niet zo maar, 2015 is een jubileumjaar. 28 oktober is het precies vijftig jaar geleden dat de Rooms Katholieke Kerk tijdens het Tweede Vaticaans Concilie met deze historische verklaring definitief afscheid nam van eeuwenoude anti-Joodse denkbeelden. Nostra Aetate is een beslissend keerpunt in de relatie Jodendom – Christendom van groot historisch gewicht. De verklaring moet gezien worden in de context van het brede spectrum van tal van kerkelijke verklaringen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw die ongeveer hetzelfde verwoordden. De ontstaansgeschiedenis van Nostra Aetate maakt deel uit van een bewustwordingsproces waarin veel kerkgenootschappen zich in die jaren bevonden. Wel kan gezegd worden dat de Rooms Katholieke Kerk in 1965 met deze verklaring voorop liep. In de vierde paragraaf van Nostra Aetate, die specifiek handelt over de relatie van de Kerk met het Jodendom, lezen we onder meer het volgende:

Lees meer


Wie is Mark Kinzer?

Mark S. Kinzer is een van de meest invloedrijke Messias belijdende Joodse theologen van dit moment. In 1971 kwam hij tot geloof in Jezus, of zoal hij als Jood zegt: in Yeshua. Hij was toen negentien jaar. Van meet af aan wist hij dat zijn nieuw gevonden geloof binnen de context van het Jodendom uitgeleefd zou gaan worden. Anders gezegd, van begin af aan stond het voor Kinzer vast dat geloof in Jezus geen breuk met zijn Jood zijn en met het Jodendom betekende. Zijn nieuwe geloof in Jezus bleek het begin van een fascinerende ontdekkingstocht waaraan hij de rest van zijn leven is gaan wijden: hoe tegelijk voluit Jood te zijn én voluit gelovige in Jezus als de Messias van Israël en de Zoon van God. En hoe tegelijk voluit deel uit te maken van de ecclesia, de gemeente van Christus én van het Joodse volk. De klassieke opvatting zowel van christelijke als van Joodse zijde is dat dat niet tegelijk kan. Kinzer is tot een heel andere conclusie gekomen: het kan wél, en hij heeft er een nieuwe term voor bedacht: ‘bilaterale ecclesiologie’. Bilaterale ecclesiologie staat voor een opvatting over het wezen van de Kerk die als geen ander de diepe verbondenheid van Jezus, Israël en de Kerk recht doet en toelicht. In dit ‘model’ functioneert Messiaans Jodendom als een brug tussen enerzijds het volk Israël en de kerk uit de volken anderzijds. Het Messiaans Jodendom heeft de mogelijkheid om deze unieke brugfunctie te (gaan) vervullen omdat ze tegelijk deel uitmaakt van het volk Israël en van de Kerk. Op dit moment is dit echt nog toekomstmuziek. Menselijk gesproken zijn we daar nog lang niet. Maar Kinzer is er diep van overtuigd dat God dit zelf mogelijk zal gaan maken en realiseren: het helen van de breuk tussen kerk en jodendom. En daarvoor ziet Kinzer een unieke en profetische rol weggelegd voor wat hij noemt ‘Messianic Judaism’. In zijn boek uit 2005, ‘Postmissionary Messianic Judaism’ legt Kinzer zijn exegetische en theologische kaarten hiervoor op tafel. Het is mijns inziens een van de belangrijkste boeken over de relatie Kerk-Israël die de afgelopen tien jaar zijn verschenen. Kinzers voorstellen verdienen de volle aandacht van iedere serieuze theoloog.

Lees meer


Waar staat het woord ‘post-supersessionist’ voor?

In het Engels worden doorgaans twee termen gebruikt voor ‘vervangingstheologie’: ‘replacement theology’ en ‘supersessionism’. Het Engelse woord supersessionism is afgeleid van het Latijns woord ‘supersedere’ wat letterlijk ‘zitten op’ betekent maar ook de betekenis ‘superieur zijn aan’ kan hebben. Supersessionism drukt de gedachte uit dat de kerk op de plaats van Israël is gaan zitten en zich superieur acht aan Israël. De vervangingsgedachte dus. In de meer wetenschappelijke Engelstalige theologie is supersessionism doorgaans de gangbare term voor vervangingstheologie.

Lees meer


The God of Israel and christian theology – part two

The post-supersessionist proposals of R. Kendall Soulen

On Kendall Soulen’s book ‘The God of Israel and Christian Theology

By: J. Bol

In my first article about the book ‘The God of Israel and Christian Theology’ I discussed several of Kendall Soulen’s most important arguments for the theological untenability of replacement theology. The article ended with a discussion of the deeply radical influence of what Soulen calls the ‘canonical narrative’ and the structural nature of supersessionism connected closely to it. I refer the reader to my first article about Soulen’s book for his arguments and for his discussion of the central concept of ‘canonical narrative’ in Soulens analysis of the origin of replacement theology. The history of Israel and her relationship with God stood in the shadow of the Gospel from the very beginning in this ‘canonical narrative’, the basic concept of of the four highlights in salvation history as developed by the early second century church: Creation-Fall-Coming of Christ and the End. Soulen remarks in this respect: “As a result, God’s identity as the God of Israel and God’s history with the Jewish people become largely indecisive for the Christian conception of God.”(p.33).

Lees meer


The God of Israel and christian theology – part one

The post-supersessionist proposals of R. Kendall Soulen

On Kendall Soulen’s book ‘The God of Israel and Christian Theology

By: J. Bol

Somewhere in 2007 it became clear to me for the first time how seriously the history of Christendom is laden with anti-Judaism. Since then have the anti-Jewish theology of the early church, the anti-Jewish legislation since Emperor Constantine and the many massacres among the Jews since the crusades raised enormous questions in my mind. The most urgent one was how all this could be reconciled with the Gospel of forgiveness and brotherly love that has become so dear to me since many years. It is hopefully clear that they are irreconcilable. The history of the origin of replacement theology is inextricably linked to the anti-Judaism of the early church. And what are we to think of the reformed theology that has also been dear to me for a very long time? It became clear to me, after much study, that this tradition is also marked by replacement theology that goes back to the early church fathers Justin and Irenaeus – replacement theology that eventually got its definitive form under Augustine, the father of the fathers of the church.

Lees meer