De theologische strijd over de landbelofte

Door J. Bol

Afgelopen jaar 2012 wist Steven Paas met zijn boek Christian Zionism Examined de nodige beroering te veroorzaken. Gelet op de extreme standpunten die de auteur inneemt en de vaak dubieuze onderbouwing was dat niet verwonderlijk. Het boek van Paas kan vergeleken worden met een bulldozer. De vrucht van pakweg zestig jaar theologische bezinning op de relatie Kerk-Israël denkt hij met een boekje van 135 pagina’s in een keer naar de prullenbak te kunnen verwijzen. Iedere theologie die niet in het spoor van het oude vervangingsdenken wenst te lopen is anathema bij Paas. Wie een vraagteken durft te stellen bij het credo van de vervangingstheologie krijgt van hem het etiket ‘christenzionist’ opgeplakt. En dat etiket staat bij Paas voor een ernstige vorm van ketterij. Bij lezing dringt zich onvermijdelijk de vraag op waar Paas dit allemaal vandaan haalt. Een blik in de index achter in zijn boek verschaft helderheid. We komen daar de naam van Stephen Sizer tegen. Deze Engelse theoloog is veruit de meest geciteerde auteur in het boek van Paas. Dit verklaart veel.

Lees meer


Terugwaarts christen strijders

Door J. Bol

Onlangs verzuchtte ik tegenover mijn vrouw dat de kerk op een ongeneeslijke patiënt begint te lijken. “En een ongeneeslijke patiënt is uiteindelijk een terminaal patiënt” wist ik er uit mijn ervaring als voormalig verpleegkundige aan toe te voegen. De aanleiding tot deze, toegegeven, wel erg sombere uitlating, waren wat uitspraken van Arjan Plaisier, scriba van de PKN, in het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 20 oktober. Plaisier liet weten dat “de hand wordt overspeeld wanneer met te grote stelligheid wordt betoogd dat de landbelofte onverkort blijft gelden, zeker wanneer dit nader ingevuld wordt als de belofte van een Rijk van Israël in Palestina, met Jeruzalem als hoofdstad… Zelfs in Romeinen 9 tot 11, waar Paulus zo uitgebreid op het Joodse volk ingaat, staat er geen letter over.”
Plaisier, scriba van de PKN, een kerk die in haar kerkorde( art.1 lid 7) belijdt onopgeefbaar verbonden te zijn met het volk Israël, stelt tegenwoordig dus vraagtekens bij de blijvende geldigheid van de landbelofte, een belofte gedaan aan datzelfde volk Israël waarmee de PKN belijdt onopgeefbaar verbonden te zijn. Hoe de scriba vraagtekens kan stellen bij wat God onder ede in het kader van een eeuwigdurend verbond aan Abraham en zijn nageslacht heeft beloofd is mij een raadsel. Ik noem de Schriftplaatsen nog maar weer even waar we deze onvoorwaardelijke belofte van God gedaan aan Abraham, Isaac en Jacob aantreffen: Genesis 12 vers 7, Genesis 15 vers 18, Genesis 17 vers 8, Genesis 26 verzen 2 tot en met 5, Genesis 28 vers 13, Genesis 35 vers 12. De scriba van de PKN merkt in hetzelfde artikel op dat we hier in het Nieuwe Testament eigenlijk niet veel over lezen en dat er in Romeinen 9-11, waar Paulus diep op het Joodse volk ingaat, ook met geen woord over het land wordt gerept.

Lees meer